Maassluis 01.12.2021 – Vorige week zijn er een tweetal rapporten gepresenteerd over de jeugdhulp die tegenstrijdig lijken te zijn.
Als bijlage bij de voortgangsbrief rond jeugdhulp van de minister aan de kamer werd het rapport van de Transautoriteit jeugd naar aanleiding van het ‘Verdiepingsonderzoek financiële positie jeugdhulpaanbieders’ openbaar. Tegelijkertijd verscheen in de onlineversie van Binnenlands bestuur een heel ander bericht over de buitensporige winsten van jeugdzorgaanbieders
In het onderzoek van de Jeugdautoriteit zijn jaarrekeningen en jaarverslagen uit 2019 en actuele nieuwsberichten geanalyseerd van 226 jeugdhulpaanbieders met een omzet uit jeugd van meer dan 2 miljoen. Men ziet een verslechtering van de financiële positie van aanbieders ten opzichte van 2018. Bij 81 aanbieders is op basis van de analyse sprake van een verhoogd risico op discontinuïteit in het leveren van de noodzakelijke jeugdhulp.
In de analyse in Binnenlands Bestuur, uitgevoerd door Kurtosis, zijn van 2.107 jeugdhulpaanbieders de jaarrekeningen van 2019 onderzocht die over dat jaar bij het ministerie van VWS waren gedeponeerd. Zij ontdekten bij 55% van de BV’s onrechtmatigheden. Ook werden er bij 41% van de onderzochte aanbieders winsten van meer dan 20% waargenomen. Bij deze cijfers moet wel een opmerking worden gemaakt dat in dit onderzoek BV’s en VOF’s op eenzelfde manier zijn beoordeeld. Bij VOF’s moet echter nog rekening worden gehouden met het inkomen van de eigenaar. Hierdoor zullen de winstpercentages enigszins worden genuanceerd. Wel blijkt uit dit onderzoek dat met name BV’s hoge winsten behalen bij hun werkzaamheden rond jeugdhulp. Iets dat eerder dit jaar ook al naar voren kwam uit een onderzoek van Follow the Money op basis van hun gegevensonderzoek bij een aantal gemeenten.
Naar aanleiding van het voorstaande willen wij u de volgende vragen voorleggen:
1. Herkent u het beeld uit het onderzoek van de Jeugdautoriteit?
2. Zijn er jeugdhulpaanbieders die voor jeugdigen in Maassluis hulp aanbieden waar financieel ‘het water aan de lippen staat’?
3. In hoeverre wordt met die aanbieders overleg gevoerd om ervoor te zorg dat de geleverde zorg aan de jeugdigen op enig moment niet in gevaar zal komen?
4. Herkent u aan de andere kant het beeld dat geschetst wordt in Binnenlands Bestuur dat er ook jeugdhulpaanbieders zijn die onevenredig hoge winsten behalen?
5. Op welke wijze wordt de winstgevendheid van jeugdhulpaanbieders in de regio beoordeeld en zijn er beperkingen gesteld aan de maximaal te behalen winst?
6. Welk onderzoek doet u zelf naar onevenredig hoge winsten bij jeugdhulpaanbieders die u op projectbasis ofwel onderhands inzet ten behoeve van de jeugdigen in Maassluis en welke afspraken worden daarover gemaakt?
7. Welk percentage aan maximaal te behalen winst bent u van plan te gaan stellen bij de nieuwe aanbesteding voor de jeugdhulp in de regio Maassluis- Vlaardingen-Schiedam?