Collegevragen over huurbeleid Maasdelta

Maassluis 25.02.2015 – Als PvdA Maassluis zijn we de afgelopen maanden in diverse wijken op wijkbezoek geweest.


We hebben daar onder meer gesproken met veel bewoners van de huurwoningen. Hoewel veruit de meeste bewoners heel positief zijn over hun wijk en woning, leefde er ook een aantal klachten, zorgen en vragen. Naar aanleiding daarvan heeft de PvdA met Maasdelta gesproken, maar willen we ook in het openbaar de volgende vragen aan het college van B&W, onder andere over het huurbeleid van de gemeente en de woningbouw corporatie Maasdelta.

Ook omdat op dinsdag 24 februari bekend werd dat de woningbouwcorporties miljarden extra inkomsten binnenkrijgen door de inkomensafhankelijke huurverhogingen en ook na aftrek van de verhuurdersheffing de vermogens van de corporaties met hoog tempo toenemen.

Daarom de volgende vragen:

1. Het bleek gisteren dat de woningbouwcorporaties veel meer inkomsten hebben door de inkomensafhankelijke huurverhogingen dan dat ze moeten afdragen aan de verhuurdersheffing en dat de vermogens bij de corporaties enorm zijn gestegen. Kunt u melden hoe groot het verschil voor Maasdelta is tussen hogere inkomsten en uitgaven aan de verhuurdersheffing? Is al bekend welke huurverhoging Maasdelta per 1-7 zal doorvoeren? Het percentage dat maximaal toegestaan is door de rijksoverheid hoeft immers niet in rekening te worden gebracht bij huurders.

2. Bent u het met de PvdA Maassluis eens dat een lagere of geen huurverhoging kan bijdragen aan het voorkomen van financiële problemen van mensen met een minimuminkomen? Wilt u bij Maasdelta aandringen op het afzien van huurverhoging voor de mensen met een laag inkomen? Kunt u hierbij voorbeeld nemen aan de afspraken in Amsterdam, waar in ieder geval in 2013 voor 2013 en 2014 werd afgezien van huurverhoging boven de inflatie (zie nadere afspraken Bouwen aan de Stad II, 31 januari 2014)?

3. We komen tijdens onze wijkbezoeken soms huurders tegen die vaak al tientallen jaren wonen in een ruime eengezinswoning terwijl de kinderen al lang de deur uit zijn en de huurders soms minder goed ter been raken. Die huurders zouden soms best wel naar een gelijkvloerse, kleinere woning willen. Daarmee zou er een grotere woning beschikbaar komen voor gezinnen met kinderen. Doordat de huurders er al jaren zitten is de huur echter erg laag en zou verhuizen naar een modern appartement een enorme stijging in huur veroorzaken. Is er beleid bij Maasdelta om dergelijke verhuizingen te stimuleren? Zo nee, waarom niet? Deelt u onze mening dat – als huurders dat willen- het een kans is om meer huurders in een passende woning te laten wonen? En dat de hogere huur voor de grotere woning ook een hogere opbrengst voor de corporatie kan zijn waarmee een lagere huur voor de doorstromers kan worden geboden? Kunt u daarbij voorbeeld nemen op de programma’s in Amsterdam “Van Groot naar Beter” en “Van hoog naar Laag”.

4. Wij horen ook van huurders die alleenstaande ouders zijn met een laag inkomen die huurtoeslag krijgen. Op het moment dat oudere inwonende kinderen gaan werken verliezen zij –terecht- het recht op huurtoeslag en stijgt de huur in een aantal jaar boven de grens van de sociale huurwoningen uit. Wanneer het kind daarna de deur uit gaat en het inkomen weer daalt, is de woning uit de sociale voorraad gegroeid. Dan zou de achterblijvende ouder de woning moeten verlaten, omdat er geen recht op huurtoeslag meer is en daarmee de woning niet meer te betalen is. Met alle kosten van verhuizing als gevolg. Welke mogelijkheden hebben u en Maasdelta in dit soort gevallen om huurders rechtvaardiger te behandelen?

5. In de Vertowijk staan er veel ruime eengezinswoningen leeg en staan deze ook vaak geruime tijd leeg. De huurprijzen van de leegkomende woningen worden door buurtbewoners en mogelijke huurders ook als te hoog ervaren. Wat is de gemiddelde tijd van leegstand tussen huurders? Klopt het dat de grotere huurwoningen in de Vertowijk langer leeg staan dan elders in de stad?

6. Wat zijn de huurprijzen in de Vertowijk en hoeveel per m2 oppervlakte is dat? Hoe verhouden de huurprijzen in de Vertowijk zich tot de rest van Maassluis en tot verhuurprijzen van vergelijkbare woningen in vergelijkbare steden?

7. Na de commissievergadering over de sociale huurvoorraad in januari 2014 heeft Maasdelta een lijst van huurprijzen in Maassluis naar de raad gestuurd. Kan dat overzicht geactualiseerd worden? Klopt het dat die lijst alleen uitgaat van de huidig in rekening gebrachte huur en niet van de huurprijzen die bij vrijkomen in rekeningen worden gebracht?

8. Op hoeveel procent van de maximale huur (op basis van de punten en prijzen in het woningwaarderingssysteem) legt Maasdelta de huren van woningen die wisselen van huurders? Is dat in Maassluis even veel als in omliggende gemeenten?

9. Welke gedeelte van de sociale huurvoorraad is in Maassluis nu boven de kwaliteitskortingsgrens uitgegroeid (tot 403,06 per maand) en hoeveel woningen van Maasdelta zijn nu uit de sociale huursector (tot 710,68 euro per maand) uitgekomen en daarmee niet meer toegankelijk voor mensen met een laag of middeninkomen?

10. Het lijkt op basis van de website woonnet-rijnmond.nl alsof vooral de goedkopere huurwoningen populair zijn en veel inschrijven krijgt en de dure huurwoningen niet. Klopt dat en is het bekend hoeveel mensen er inschrijven per categorie huur?

11. Maasdelta biedt al enkele jaren woningen te koop aan (oa. Steenen Dijck en Zwaluw en Buizerdflats), maar sinds een paar jaar ook in goedkopere complexen (o.a. Frans Halslaan). Op basis van welke afwegingen wordt de keuze gemaakt om in complexen wel of niet te verkopen? Hoe wordt er bij verkoop rekening gehouden met mogelijke toekomstige renovatieprojecten bij verdeeld particulier eigendom (zie de jarenlange, moeizame ervaringen met renovatiepogingen bij Palet)?

12. Hoeveel huurwoningen zijn er de afgelopen 5 jaar verkocht (svp uitsplitsten per jaar)? Hoeveel daarvan aan zittende huurders en hoeveel aan nieuwe bewoners?

Meer nieuws uit
Zoeken