Rotterdam 12.03.2019 – Havenwerkers die een bijdrage leveren aan de invoer van cocaïne zijn de ‘ogen en oren van de criminele organisatie’.
Die organisatie is sterk van hen afhankelijk voor informatie over waar en wanneer de containers aankomen en waar het er dus moet worden uitgehaald. En ook al heeft deze verdachte niet zelf met cocaïne lopen sjouwen, maar leverde hij ‘slechts’ sleutels, pakbonnen en andere informatie, dan is hij nog steeds medeplichtig aan de invoer van cocaïne.
Groter onderzoek
Een 22-jarige (ex-)medewerker van een fruitoverslagbedrijf moet dan ook wat de officier van justitie van het landelijk parket betreft 4 jaar achter de tralies. Hij werd aangehouden in een groter onderzoek naar de invoer van cocaïne via de Rotterdamse haven. In dat onderzoek is onder andere ook een medewerker van de belastingdienst aangehouden. De zaken tegen de andere vier verdachten zullen vermoedelijk later dit jaar door de rechtbank in Rotterdam behandeld worden.
De jonge Rotterdammer heeft vermoedelijk uit hebzucht meegewerkt, aldus de officier van justitie dinsdag voor de rechtbank in Dordrecht, al zou hij nooit geld hebben ontvangen.Maar ,,het is onwaarschijnlijk dat hij voor zijn handelingen geen geld heeft ontvangen”.
Foto archief
Bananen met cocaïne
Uit het onderzoek is gebleken dat mede dankzij de verdachte anderen de loods waar de dozen met – vooral – Zuid-Amerikaanse bananen werden opgeslagen konden binnendringen. Tenminste één keer bleef daarbij ook cocaïne achter, 17 kilo. Maar het gewicht van de bananen was met 35 kilo afgenomen, dus 18 kilo cocaïne is er in ieder geval uitgehaald.
Uitwassen cocaïnehandel
Volgens de officier van justitie is ook het leveren van een sleutel of een pakbon onmisbaar. ,,Het gemak waarmee wordt meegewerkt aan de import van grote hoeveelheden cocaïne moet wat het OM betreft steviger worden bestraft. De uitwassen van de georganiseerde cocaïnehandel lopen de spuigaten uit”, aldus de officier. ,,De financiële belangen zijn ongekend groot. De meeste liquidaties van de afgelopen jaren vinden hun oorsprong in conflicten over de cocaïnemarkt.”