Delfland 29.05.2024 – Voor de Bezwarencommissie van gemeente Lansingerland heeft Natuurlijk Delfland aangegeven waarom de overlast van de nachtverlichting teruggebracht moet worden om te voldoen aan de wettelijke normen.
Eerder heeft Natuurlijk Delfland hetzelfde betoog gehouden in de gemeenten Westland en Pijnacker-Nootdorp.
Beperkte bevoegdheid
De gemeente Lansingerland heeft op advies van de DCMR Milieudienst Rijnmond voor vier rozentuinders acht overtredingen van de wettelijke normen voor nachtelijke verlichting voor een periode van vijf jaar vanaf 2021 goedgekeurd. Vanaf 2007 krijgen de rozenkwekers al deze goedkeuring. Zeventien jaar na de inwerkingtreding van de Wet milieu kunnen technische of economische gronden geen argument meer zijn. Ook vanaf 1 mei 2017, de datum van de invoering van de verhoogde lichtafdekkingsnorm in de nacht tot 98%, is tot aan 1 mei 2021 elk jaar goedkeuring voor de overtreding verleend en dan wil DCMR daar nog een keer vijf jaar aan toevoegen.
DCMR sluit niet uit dat dit nog een keer verlengd wordt. In totaal gaat het dan over een ’tijdelijkheid’ van vierentwintig jaar vanaf 2007 tot 2031. Dat is in strijd met de Wet milieu die zegt dat er een beperkte bevoegdheid bestaat voor het overtreden van de wettelijke normen. Bovendien moet worden vastgesteld dat in de periode 1 mei 2021 tot 3 januari 2024, bijna drie jaar, er sprake was van een illegale situatie vanwege het ontbreken van een maatwerkbeschikking. Van handhaving is in die bijna driejaarlijkse periode geen sprake geweest.
Minder nachtelijke lichtuitstraling wel waarneembaar
De DCMR zegt ook dat het verschil tussen 95% en 98% reductie nauwelijks waarneembaar is en daarom is de nachtelijke verlichting wel aanvaardbaar. Het is bijzonder dat een instituut als de DCMR, dat is ingesteld door de overheid om de milieuwetten- en normen integer toe te passen en te handhaven, stelt dat de verhoging van de norm van 95% reductie naar 98% reductie geen betekenis heeft. Daarmee wordt met de wetgever een loopje genomen. Wat moet tuinders en omwonenden nu uit deze opstelling opmaken.
Die zouden daar niet anders uit kunnen opmaken dat met de door de overheid gestelde wettelijke normen best wel gesjoemeld kan worden als het aan de DCMR ligt en waarom zou dan wie dan ook zich nog aan de wettelijke normen op welk gebied dan ook dienen te houden. Dat de reductie nauwelijks waarneembaar is, wordt door de DCMR niet onderbouwd. Natuurlijk Delfland daarentegen heeft een reeks aan onderzoeken naar voren gebracht waaruit blijkt dat in de nacht een reductie van verlichting voor dieren als vogels, vleermuizen en nachtvlinders met hun gevoelige zintuigen wel degelijk waarneembaar is. Datzelfde geldt voor de menselijke zintuigen.
Minder nachtelijke lichtuitstraling wel merkbaar
DCMR stelt verder dat een beperking van de nachtelijke lichtuitstraling van 95% naar 98% geen merkbare verandering zal opleveren, omdat het slechts een kleine reductie is. Dat is een bewijs uit het ongerijmde. Uiteraard is het zo dat elke kleine reductie van de nachtelijke verlichting van de kassen een beperkte merkbaarheid zal kennen. Maar het geheel van een aantal reducties op de hoeveelheid belichting zal uiteraard wel degelijk een grote merkbare verandering laten zien. Als we bijvoorbeeld de reductie van 98% zouden verhogen naar 100%, dan is dat op zichzelf maar een kleine reductie. Echter de merkbaarheid zal enorm groot zijn, aangezien er dan geen lichtuitstraling meer is. Het Westland en Oostland zijn dan eindelijk bevrijd van de nachtelijke kasverlichting.
Ontheffing oefent geen druk uit
Ook zegt de DCMR dat een ontheffing voor een beperkte periode druk uitoefent op de sector voor aanpassing. Deze ontheffing van het overschrijden van de norm van 98% wordt al verleend over een lange periode vanaf 2017 in perioden van één jaar. Nu zelfs voor een periode van vijf jaar, Zonder enige restrictie wordt de ontheffing telkens opnieuw verleend. De visie van DCMR dat zij druk uitoefent, wordt door deze praktijk niet onderbouwd.
Beëindigen
Natuurlijk Delfland begrijpt dat nu per direct terugbrengen van de nachtelijke verlichting om te voldoen aan de wettelijke normen voor de betrokken tuinders te ingrijpend is in hun bedrijfsvoering. Het jarenlang gedogen van wettelijke normoverschrijding leidt echter niet tot een voor omwonenden en voor de natuur aanvaardbare situatie. Natuurlijk Delfland vindt dat het verlenen van een ontheffing alleen dan acceptabel is indien aan het einde van deze (lange) periode van vijf jaar het maatwerk niet kan worden verlengd en dit gegeven in de beschikking wordt opgenomen.