Maasland 07.03.2016 – Het zonnetje brak voorzichtig door toen een bijzondere “processie” Pastorie van de Oude Kerk van Maasland uitkwam. Stoere, historisch geklede
soldaten van de Salutbatterij Atkins uit Schipluiden voorop. Achter hen gravinnen, een graaf, prinsessen en andere kinderen van een paar eeuwen terug. Scholieren van de basisscholen van Maasland die samen met Joke ’t Hart van de Oude Kerk en Marion Klaren van de Bibliotheek Midden-Delfland/Maassluis een mooi accent aan het geheel gaven.
En daarachter Henk van Hartingsveld van de Oude Kerk, Arnoud Rodenburg, dé burgemeester van Midden-Delfland en gekleed in een witte mantel, de heer Bernard, baron van Verschuer, Coadjutor (vice landcommandeur) van de Ridderlijke Duitsche Orde van de Balije van Utrecht (RDO.) Direct achter hem de heer Otto Leopold baron van Benthum, vertrekkend Commandeur van Maasland en Ere-Commandeur van deze orde en tot slot Jan Willem baron van Heemstra, komend Commandeur van Maasland van de Ridderlijke Duitsche Orde.
Koster Lize Boudesteijn opende de grote deuren van de kerk en muzikaal begeleid door het Allegro van George Friedrich Händel uit de Koningin van Sheba schreed het gezelschap de volle Oude Kerk van Maasland binnen. De vele gasten waren verrast en reageerden enthousiast op zo’n bijzondere “entrada.”
Welkom
Tineke van Nimwegen, Ambassadeur Cittaslow, verwelkomde alle gasten “Maasland is 775 jaar oud en dat geldt ook voor de bijzondere relatie van dit dorp met de Ridderlijke Duitsche Orde van de Balije van Utrecht.” Vijfentwintig jaar geleden werd dit uitbundig door het dorp gevierd en vrijwel iedereen liep toen in historische kleding. Op een iets soberder wijze gaan wij dit jaar deze 775 jaar vieren, dat is de inzet van onze Initiatiefgroep, bestaande uit Martin ’t Hart, voorzitter van de historische vereniging, Bas Braad, voorzitter van Museum De Schilpen en ik zelf. Vandaag is de start, met aan het eind van deze bijeenkomst ook een Commandeursoverdracht. Hoe historisch wil je het hebben, 775 jaar nadat de Orde deze commanderij stichtte. We vernemen er meer over in de bijdrage van mevrouw Nettie van Trigt, voorzitter van de Kerkenraad van de Protestantse Kerk Maasland.
Laat Maria Magdalena ons inspireren, Nettie van Trigt aan het woord
“Wie een wandeling maakt door de straten van ons dorp, komt de Ridderlijke Duitsche Orde tegen. Dat is te zien als we op de straatnamen letten: Merestein, Nievelt, Hynderstein, Commandeurskade, enz. De Ridderlijke Duitsche Orde is immers al 775 jaar met ons dorp verbonden. Die band ontstond in 1241, toen graaf Willem II van Holland het patronaatsrecht van de Maaslandse Kerk aan de orde schonk. Dat betekende onder andere het recht een patroonheilige aan te wijzen. Van dat recht werd gebruik gemaakt. De toenmalige kerk kreeg de naam van de gekozen heilige: Maria Magdalena. Men mocht ook een pastoor benoemen. Hoogstwaarschijnlijk was die pastoor priesterbroeder van de Ridderlijke Duitsche Orde.” Nettie van Trigt besteedde aandacht aan de vele schenkingen die de kerk kreeg, waarbij de betrokkenen hoopten dat zij hemelse zaligheid verdienden. “hoewel wij dát geloof niet meer aanhangen, zouden schenkingen voor onze kerk welkom zijn….” De Maaslanders, aldus Van Trigt, hadden een goed en intensief contact met de Commanderij. Deze verschafte werk en er waren per week drie geef-dagen: woensdag werden een beer, een hengst en een stier ter beschikking gesteld, die per schuit vervoerd mochten worden. Dat zorgde ervoor dat de veestapel op peil bleef. Vrijdag was er voor de weesarmen brood en toespijs op de Commanderij en op zondag werd er geld uitgedeeld. Later werd dit vervangen door vaste jaarlijkse giften, wat nog steeds plaats vindt. Tot slot besteedde Van Trigt aandacht aan de betekenis van patroonheilige Maria Magdalena. “Haar persoon intrigeert mij. Ze wordt gezien als voortrekker in de jonge kerk. Ze werd een van de belangrijkste vrouwen uit het evangelie nadat ze wonderbaarlijk was genezen. Zou die patroonheilige symbool kunnen staan voor de jonge vernieuwde Protestantse Kerk Maasland, ontstaan na de fusie op 2 januari 2015 tussen de Hervormde Gemeente Maasland en de Gereformeerde Kerk.?”
De commanderij Maasland was groot in omvang en bijzonder in kracht
Burgemeester Rodenburg vervolgde met een betoog waarin hij schetste hoe omvangrijk de Commanderij Maasland was, met delen van het Westland, Maassluis, Delft, Pijnacker. De Ridders en priesters van toen werkten samen met het de graven van Holland en het Hoogheemraadschap van Delfland. De Duitsche orde bood zorg aan mensen en bevorderde het boerenleven en de ambachten en dit kwam de gemeenschap, woonachtig in dorpen en gehuchten, ten goede. De relatie met de RDO is betekenisvol en de manier waarop de heer Otto Leopold, Baron Bentinck zijn commandeurschap invulde was opmerkelijk, aldus Rodenburg. Met veel aandacht voor het sociale domein en voor mensen en groepen die hij bezocht, niet alleen in Maasland, ook in de andere dorpen van onze Cittaslow. “het is niet voor niets dat de heer Bentinck benoemd is tot ere-commandeur van de RDO. Als gemeente willen we onze waardering voor zijn rol uitdrukken door hem de erespeld van Midden-Delfland toe te kennen. Rodenburg attendeerde daarna op de ontwikkelingen van dit moment waarin de Metropoolregio Rotterdam- Den Haag de regio verbindt en Midden-Delfland het groene hart, de groene parel vormt van deze regio. Een gebied dat groter is dan de gemeente Midden-Delfland en deels vergelijkbaar met de Commanderij van de Duitsche Orde van toen. Tot slot verwelkomde Rodenburg de nieuwe Commandeur van Maasland, de heer Jan Willem baron van Heemstra.
De sonate van Van Landcommandeur Van Wassenaer
Luid klonken de tonen van het orgel vervolgend, bespeeld door Rob van Efferman. Deze keer bijgestaan door dwarsfluitiste Astrid ter Morshuizen. Met passie speelden zij in twee delen de sonate van landcommandeur Jacob Unico Wilhelm van Wassenaer, diplomaat en componist die op 2 november 1692 werd geboren op slot Twickel in Delden, Overijssel en later regelmatig in Den-Haag verbleef en daar muzikaal gevormd werd. De sonate werd door hem tussen 1713 en 1715 gecomponeerd en werd gespeeld op verzoek van Ere-Commandeur Otto Bentinck.
Bentinck aan het woord
Nog in zijn mantel als commandeur van Maasland vervolgde Bentinck met een toespraak waarbij hij inging op de betekenis van de Ridderlijke Orde van de Balije van Utrecht, toen en nu.
“U ziet voor u een commandeur met mantel en dat gebeurt slechts bij zeer bijzondere gelegenheden. Toch heb ik de afgelopen 7 jaar al een keer eerder deze mantel gedragen. Dat was tijdens de viering van een Kindermonumentendag in de kerk van Schipluiden. Daar heb ik een hele dag lang met mantel aan achtereenvolgens zo’n 20 of meer schoolklassen iets mogen vertellen over de geschiedenis van de Duitse Orde. Jacques Moerman was daar bij aanwezig en dat maakte de dag voor mij wel een stuk beter vol te houden. Ik poogde toen de kinderen een reëel beeld te geven van de Duitse Orde. Ik droeg dan weliswaar een mantel maar wilde de minder fraaie kanten van de Orde niet met de mantel der liefde bedekken.”
“Wanneer ik nog iets zeg over mijn eigen rol als commandeur van Maasland tijdens de afgelopen 7 jaar kan ik mijn eerste binnenkomst in Maasland in herinnering te roepen. Met enige schroom kwam ik hier binnen in de gedachte dat men nogal vreemd zou aankijken tegen een adellijke meneer, die zich commandeur van Maasland noemt. Het tegendeel bleek evenwel het geval: de Duitse Orde en de commanderij Maasland bleken hier alom bekend te zijn en met de historie van de commanderij bleek men zelfs meer vertrouwd dan ik zelf. De grootse viering van het 750-jarig bestaan van de commanderij Maasland heeft daarbij natuurlijk een belangrijke rol gespeeld.
Deze viering was voor mijn tijd, maar uit verslagen en beelden bleek mij wat een geweldig feest dit is geweest. Vrijwel iedereen deed mee en tooide zich in historische kleding. Ook wat dat betreft past deze middag goed in de traditie van de Maaslandse gemeenschap, die naar mijn gevoel terecht veel belang hecht aan het tot leven roepen van historische gebeurtenissen met het dragen van historische kleding. Deze kleding helpt je om je te verplaatsen in de tijd waarin deze kleding gedragen werd. Ik ben dan ook altijd met vreugde aanwezig geweest bij historische openluchtspelen, monumentendagen en shows van historische kleding. Tijdens deze evenementen werd mij ook het karakter van deze gemeenschap duidelijk. Iedereen doet mee. Er is hier nog sprake van een grote mate van saamhorigheid. Een actief kerkelijk en verenigingsleven met inzet van talloze vrijwilligers houdt de gemeenschap hier bij elkaar. In Maasland en Midden Delfland heb ik het grote belang van deze sociale verbondenheid ondervonden.
Als stadsjongen was ik daar niet zo mee vertrouwd. Ik ben onder de indruk geraakt van wat er hier wordt gedaan om iedereen te betrekken bij wat wordt ondernomen. Mijn overtuiging is dat juist door deze sociale verbondenheid het aantal individuele noden in deze gemeente relatief klein is, zeker in vergelijking met de cijfers daarover in de grote steden. Ik heb het dan ook als mijn taak gezien om in het giftenbeleid aandacht te vragen voor het belang van sociale samenhang en gemeenschapszin. Juist in deze tijd, waarin zoveel mensen zich eenzaam voelen en in sociaal isolement verkeren kan dit belang niet genoeg benadrukt worden. Ik zou dan ook aan mijn opvolger willen meegeven: koester de sociale verbondenheid binnen deze gemeenschap en maak je er sterk voor om naast de zorg voor individuele noden ook aandacht te hebben voor het in stand houden en bevorderen van deze verbondenheid door bijvoorbeeld steun aan sociale en culturele evenementen en projecten in deze gemeente.
Tenslotte wil ik nog graag mijn dankbaarheid uiten voor de wijze waarop iedereen mij hier altijd open en hartelijk is tegemoet getreden. Uw enthousiasme en inzet voor deze gemeenschap heeft u op mij overgebracht. Het heeft mij gestimuleerd in mijn poging ook een steentje bij te dragen aan het welzijn van deze gemeente. Naar mijn gevoel is in de afgelopen 7 jaar een voortreffelijk samenspel tussen gemeente, maatschappelijke en culturele instellingen en mij als commandeur gegroeid.”
De Commandeursoverdracht
Een bijzonder moment, waarbij onder leiding van Coadjutor Bernard baron van Verschuer de mantel van Otto Leopold, baron Bentinck werd overgedragen aan de nieuwe commandeur van Maasland, Jan Willem baron van Heemstra. In zijn inleiding sprak Van Verschuer over de betekenis van de Commanderij Maasland voor de RDO, een van de oudste van de Nederlandse commanderijen. “Wat hier gebeurt, gebeurt elders niet en is zeker bijzonder te noemen.”
En dan de nieuwe commandeur van Maasland
“Daar sta je dan, als kersverse commandeur van Maasland, in een traditie van 775 jaar en als opvolger van de zo toegewijde, gemotiveerde en duidelijk ook gewaardeerde Otto Bentinck, die Maasland, met zijn actieve verenigingsleven, al zo goed kende.
Dat maakt wat onzeker. De verwachtingen zijn duidelijk hoog en er is ook een sterk ‘eigen schuld dikke bult’ aspect – ik zie onzer Coadjutor Bernard van Verschuer instemmend knikken, want ik wilde Otto Bentinck graag opvolgen.
We spenderen bijna een miljoen euro per jaar, vergeleken met de honderden miljoenen uitgaven voor sociale zorg is dat natuurlijk een druppel op de gloeiende plaat. Toch is er een effect, omdat we ons werk concentreren in onze commanderij gebieden, maar ook omdat we dat professionele bureau hebben. Daarmee werken wij in de sector samen met andere fondsen, bijvoorbeeld bij het stimuleren van de Stichtingen Urgente Noden en de stichtingen Present.
Toch ben ik geen één op één vervanging van commandeur Bentinck. Als meest duidelijke, evidente, verschil – ik heb helaas niet zijn muzikale gaven – als ik als student onder de douche zong werd dat door mijn huisgenoten onmiddellijk afgestraft met het uitschakelen van de geiser.
Ik weet nu nog te weinig van wat mijn rol zou kunnen zijn, maar ik zal vast andere dingen te doen vinden.
Mijn belangstelling gaat vooral uit naar de sociale werken die de orde kan verrichten, net dat kleine duwtje geven waardoor een sociaal project opgestart kan worden. Ik neem vanaf 4 april het werk van Otto Bentinck in de Stichting Urgente Noden in Delft over. Natuurlijk ben ik ook geïnteresseerd in onze gedeelde historie, 775 jaar aanwezigheid in Maasland is uniek!
Ik ben een Heemstra, als ir in Delft opgeleid en ik heb altijd commerciële functies gehad, maar ik kom uit een lange traditie van dienende functionarissen, mijn grootvader was privé secretaris van de koningin moeder Emma en koningin Wilhelmina, mijn vader was burgemeester in plattelandsgemeentes Fijnaart en Gaasterland. Dat betekende dat deze beide voorouders en hun echtgenotes zeer actief waren in allerlei maatschappelijke organisaties. Mijn oudere broer Schelte wilde burgemeester worden maar is helaas veel te jong overleden.
Wanneer ik mij nu maatschappelijk probeer in te zetten, voel ik dat zij over mijn schouder meekijken, voel ik me aangemoedigd. Natuurlijk is mijn eerste prioriteit mijn eigen gezin, maar ik heb van jongs af aan voorgeleefd gezien dat een mens naar zijn mogelijkheden moet proberen om iets voor zijn medemensen te betekenen.
Ik mocht het verhaal van Oto Bentinck lezen als voorbereiding voor mijn praatje. Dat was interessant want hij noemde de veranderde houding ten opzichte van ridderordes en adel – ik groeide op in Friesland in de jaren zestig en zeventig toen de stemming uitgesproken anti adel was. In 2016 zie je dan weer dat bijvoorbeeld Daesh de EU verkettert als ‘kruisvaarders’. Dat is een vreselijk misverstand, waar ik een aardige anekdote over heb. We waren met ons gezin in 2011 in Berlijn toen daar de toenmalige Turkse president Abdullah Gul op staatsbezoek was. U weet, neem ik aan, dat de Turken de orthodoxe metropool Constantinopel, verzwakt na plunderingen door kruisvaarders, veroverden en er Istanbul van maakten om daarna de kruisvaarders uit het heilige land te verdijven. Abdullah Gul is een prominent lid van de islamitische regerings partij en hij werd, uit vrees voor Koerdisch terrorisme, nogal grondig bewaakt. Hij reed in een lange colonne door de stad, gepantserde auto´s, scherpschutters, van die gorilla´s met oortjes in. En toen, toen kwam aan het einde van de stoet een ambulance. Een ambulance van de Johanniter Unfallshilfe. Dus, stel dat er medische hulp nodig was geweest voor die islamitische president van de staat die de kruisvaarders van Jeruzalem naar Rhodos , Malta en uiteindelijk zelfs vandaar verjoeg, stel dat die man medische bijstand nodig had gehad – het was gelukkig niet nodig – in dat geval zou die bijstand geboden zijn door mannen en vrouwen met Johanniter kruizen op hun uniformen.
Zo ver zijn wij gekomen met onze historische kruisvaarder organisaties, zo zijn wij geëvolueerd van gewapende strijd uit religieuze onverdraagzaamheid naar ziekenzorg – voor AL onze medemensen, of ze nu christelijk zijn of niet.
Nee, de ridderlijke ordes waren niet altijd ridderlijk in de romantische en hoofse betekenis van dat woord, er was die gewelddadige strijd en er waren daarna ook allerlei schandalen. Maar ondertussen hebben wij als Ridderlijke Duitse Orde wel 775 jaar geschiedenis in Maasland.
Ik hoop dat ik in dat grote geheel met onze beperkte middelen en mijn beperkte beschikbaarheid in de komende jaren een klein schakeltje mag vormen. Inderdaad, ook rekening houdend met mijn beperkte gaven – laat me vooral nooit zingen!”
Afsluiting
Van Nimwegen sloot de bijeenkomst af nadat zij had geattendeerd op de volgende activiteit van de Initiatiefgroep 775 jaar Maasland en Ridderlijke Duitsche Orde, een speciale tentoonstelling over het Ridderlijk verleden van Maasland die vanaf Koningsdag te bezoeken is in Museum De Schilpen in Maasland. “Niet alleen Den-Haag, maar ook Maasland heeft dan een eigen Ridderzaal.” Zij roept scholen, kinderen, ouders en grootouders uit de regio op om deze tentoonstelling vooral te bezoeken. Meer foto ’s van deze overdracht staan op facebook.
De facebookpagina van 775 jaar Maasland vindt u hier
Tineke van Nimwegen-van Wieringen