Den Haag 27.11.2014 – De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vandaag in hoger beroep celstraffen van 48 maanden waarvan 6 maanden…
voorwaardelijk respectievelijk 36 maanden onvoorwaardelijk geëist tegen twee mannen die ervan worden verdacht een levensgevaarlijk explosief te hebben gemaakt en deze te hebben bevestigd aan een flitspaal in Voorschoten op 23 oktober 2011.
Na het bevestigen van het explosief zijn de verdachten weggegaan met het plan later terug te komen om het lont aan te steken en deze te laten exploderen. Toen één van de verdachten terugging om het lont aan te steken, zag hij een auto bij de paal staan. Hij keerde huiswaarts en ging slapen. Tijdens de ontmanteling door de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) is het explosief ontploft. Daarbij zijn twee medewerkers van de EOD en ook een politieman ernstig gewond geraakt. Eén van de slachtoffers heeft zijn hand en een deel van zijn onderarm moeten laten amputeren. Ook liep hij, net als de andere mannen, oogletsel en gehoorschade op.
Uit onderzoek bleek later dat als het explosief zou zijn ontploft terwijl de lading nog in de afgesloten ijzeren pijp zat, de metalen constructie vrijwel zeker zou zijn verscherfd en gevaar voor ernstig of dodelijk letsel zou hebben opgeleverd voor personen in de nabije omgeving. “De verdachten mogen dan ook achteraf van geluk spreken dat zij het projectiel niet zelf hebben kunnen afsteken, omdat de kans dan groot was geweest dat zij door de daaropvolgende explosie om het leven zouden zijn gekomen. Hoewel het OM de beide verdachten uiteraard niet toe zou wensen dat zij getroffen waren, is het natuurlijk wel bijzonder wrang dat juist de hulpverleners die de bom moesten ontmantelen zo zwaar zijn getroffen”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.
De advocaat-generaal vindt dat (deels) onvoorwaardelijke celstraffen van aanzienlijke duur recht doen aan de ernst van het feit. Ook moet in de straf sprake zijn van genoegdoening voor de slachtoffers en moet deze ten dienste staan van de generale preventie. “Beide verdachten hebben een extreem gevaarlijk explosief gemaakt met daarin zogenaamd flitspoeder, een zeer krachtig laagexplosief materiaal. Alleen voor de kick hebben ze dit explosief aan een flitspaal bevestigd. Hoewel beide verdachten wisten dat dit levensgevaarlijk was, hebben ze zich op geen enkel moment bekreund om de mogelijke gevolgen daarvan. Het OM onderkent dat de verdachten deze gevolgen ook allemaal niet hebben gewild. Maar zij hebben door hun handelingen wel slachtoffers gemaakt. Daarnaast heeft deze zaak ook voor veel beroering gezorgd in de maatschappij. Het is niet voor niets dat de laatste jaren steeds meer aandacht is voor het gevaar van illegaal vuurwerk. Dit vuurwerk wordt steeds zwaarder en gevaarlijker. Een enkel stuk vuurwerk heeft al snel de kracht van een handgranaat. Het door de verdachten gefabriceerde explosief had zelfs de kracht van 6 handgranaten. Niet voor niets wordt in deze zaak gesproken over een gevaarlijk explosief en niet over een vuurwerkbom. Een dergelijke term doet volstrekt geen recht aan de zaak. Iedereen zal er van doordrongen moeten raken welk gevaar er schuilt in het zelf fabriceren van explosieven. De geëiste straffen zijn passend en geboden. Het verschil in strafeis is met name ingegeven door het grotere aandeel van één van de verdachten”, aldus de advocaat-generaal.
De rechtbank veroordeelde de verdachten tot 40 en 34 maanden cel waarvan 10 maanden voorwaardelijk na eisen van de officier van justitie van 48 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk en 36 maanden onvoorwaardelijk. Het OM en de verdachten stelden hoger beroep in. Het hoger beroep van het OM richt zich tegen de hoogte van de opgelegde straffen.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.