Den Haag 27.11.2020 – De rechtbank in Den Haag heeft vandaag een 42-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar
voor doodslag op zijn 39-jarige levenspartner, de moeder van zijn twee kinderen.
De vrouw werd op 29 september 2019 dood gevonden in haar woning aan de Hogezijde in Den Haag.
Geen moord
De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte het slachtoffer met voorbedachte raad heeft gedood. De verdachte heeft tot kort voor het gebeurde tegen het slachtoffer en anderen gezegd dat hij zijn vrouw zou doden en daarna zichzelf. Ook staat vast dat het slachtoffer grote angst had dat de verdachte haar iets zou aandoen. Volgens de rechtbank is dat niet genoeg om aan te nemen dat de verdachte tevoren het plan heeft opgevat om haar van het leven te beroven. De verdachte zelf heeft verklaard dat hij heeft gehandeld in een opwelling tijdens een ruzie.
Wel doodslag
De officier van justitie heeft 16 jaar geëist voor moord. Dat is niet bewezen, maar de wel bewezen doodslag is zeer ernstig. De verdachte heeft zijn vrouw het leven ontnomen en zijn kinderen hun moeder. Omdat de vrouw al enige tijd in doodsangst voor haar man verkeerde, moeten haar laatste ogenblikken afschuwelijk zijn geweest. Nadat de verdachte haar had gewurgd, heeft hij niets gedaan om hulp in te roepen. Hij heeft haar in bed achtergelaten en het huis verlaten. Daardoor heeft zijn oudste zoon zijn moeder de volgende dag levenloos gevonden. Ook aan andere nabestaanden, zoals haar broers en zusters, is onherstelbaar leed aangedaan. De samenleving is door dit handelen van de verdachte geschokt. Daarom wordt voor alleen de doodslag een straf van 10 jaar opgelegd.