Wateringen 09.04.2015 – Uit een artikel in de Telegraaf van 8 april jl. is ons gebleken dat er verwarring is ontstaan nadat enkele bewoners uit straten die niet direct grenzen
aan de brandhaard een bureau (Oesterbaai) opdracht hebben gegeven te inventariseren welke saneringswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
Dit bureau stelt dat de saneringswerkzaamheden in opdracht van de gemeente niet goed zijn uitgevoerd. Belangrijk om te weten is dat de rapportages van Oesterbaai zijn opgesteld vóór afronding van de eind/nacontrole. Met andere woorden: het werk dat in opdracht van de gemeente wordt uitgevoerd was op dat moment nog niet klaar.
Op grond van de geldende wet- en regelgeving moet een gebied dat is gesaneerd en vrijgegeven vervolgens ook nog een eind/nacontrole ondergaan. Het kan namelijk zijn dat er na het moment van vrijgave van een tuin, dak, etc. herbesmetting plaatsvindt vanuit andere tuinen of daken die op dat moment nog niet zijn gesaneerd. Dit kan door bijvoorbeeld harde wind. De kans hierop wordt groter naarmate het gebied groter is en de saneringswerkzaamheden langer duren. Dit is ook de reden waarom de gemeente voortdurend heeft opgeroepen om asbestvondsten te blijven melden.
Ook de eind/nacontrole wordt uitgevoerd door een onafhankelijk, gecertificeerd en geaccrediteerd laboratorium. De gemeente heeft hier geen invloed op. Tijdens de eind/nacontrole wordt opnieuw nagegaan of er geen nieuw zichtbaar asbest terecht is gekomen op daken en in tuinen die eerder waren gesaneerd. Als er alsnog asbest wordt aangetroffen, dan wordt dit in opdracht van de gemeente opnieuw opgeruimd. Daarna ontvangen bewoners het deel van de door het laboratorium opgestelde eindrapportage van het totale gebied dat op hen van toepassing is.
Gemeente Westland benadrukt nogmaals dat de gemeente de saneringswerkzaamheden uitvoert conform het plan van aanpak asbestbranden van de Inspectie VROM en NEN 2990.
De eind/nacontrole is nog gaande. Zodra deze is afgerond en het gebied asbestveilig is, ontvangen de bewoners hierover een brief van de gemeente en zijn de werkzaamheden conform bovenstaande normering afgerond. Met de afronding van de eindcontrole is het werk van de gemeente officieel opgeleverd. Daarmee eindigt de nazorgfase vanuit de gemeente. Vanaf dat moment dienen bewoners asbestverdacht materiaal dat zij eventueel nog aantreffen op hun eigen terrein zelf te verwijderen. Instructies hiervoor staan op het liveblog en worden direct na afronding van de eindcontrole ook thuisbezorgd.
De gemeente heeft de afgelopen maanden meerdere malen met diverse bevoegde instanties (DCMR, GGD en Arbeidsinspectie) overlegd om er zeker van te zijn dat de wijze van saneren in lijn is met de geldende wet- en regelgeving. Dit is keer op keer bevestigd.
Certificering
Uit het artikel in de Telegraaf blijkt ook dat niet duidelijk is of de bedrijven die de gemeente heeft ingeschakeld wel gecertificeerd zijn. Met klem benadrukken wij dat álle bedrijven gecertificeerd zijn en werkzaamheden hebben uitgevoerd dan wel uitvoeren conform hetgeen waartoe zij gecertificeerd zijn. EcoLoss is bijvoorbeeld gecertificeerd conform de normen VCA** / ISO 9001 / ISO 14001 / BRL SIKB 7000. Het bedrijf mag op basis daarvan asbestsaneringen organiseren en aansturen. Ecoloss is níet gecertificeerd voor het verwijderen van asbest. Hiervoor huurt zij andere bedrijven in, zoals Lek of Asbest assist. Deze bedrijven zijn gecertificeerd voor asbestsanering.
Eigen verantwoordelijkheid
Nogmaals benadrukken wij dat de gemeente, buiten het openbaar gebied, uitsluitend het asbest verwijdert dat op de daken van huizen en in tuinen terecht is gekomen. Dit is conform de eerder genoemde richtlijn en normering.
Nadat de eindcontrole op deze sanering is afgerond, dienen de bewoners er zelf zorg voor te dragen dat hun woning en tuin geen gevaar vormen voor de gezondheid. Deze verantwoordelijkheid is geregeld in artikel 1a van de Woningwet. Bewoners dienen de eventuele sanering onder bijvoorbeeld dakpannen of in de woning zelf op te pakken.
Als bewoners twijfelen of er asbest zit onder hun dakpannen of in de woning, dan is het belangrijk om in overleg met de verzekeraar een asbestinventarisatie te laten uitvoeren door een gecertificeerde instantie. Het is verstandig hiervoor meerdere offertes aan te vragen. Belangrijk om te weten is dat de richtlijn van de VROM Inspectie beschrijft dat er geen bodemverontreiniging zal optreden indien na een asbestbrand het zichtbare asbest van oppervlakten is verwijderd.Voor het aanpakken van de gevolgen van de brand is het daarom niet nodig om de bodem af te graven.
Tot slot
Gelet op de risico’s voor de gezondheid van de betrokken bewoners en het milieu heeft de gemeente na de brand direct maatregelen getroffen om het asbest te verwijderen. Daarbij heeft zij zich niet beperkt tot de openbare ruimte, maar om de eerder genoemde reden ook de sanering van de tuinen en daken opgepakt. Wij wilden zo spoedig mogelijk voor alle bewoners van de getroffen wijk weer een asbestveilige leefbare woonomgeving creëren. Onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden zal de eind/nacontrole deze week worden afgerond. Daarna worden de laatste rapportages opgesteld. Wij verwachten de documenten volgende week te kunnen bezorgen bij de bewoners.