Arnhem 30.04.2024 – De militaire kamer van de rechtbank in Arnhem heeft maandag een Naaldwijkse ex-militair vrijgesproken van het in het openbaar beledigen van Joden.
Hij wordt wel veroordeeld voor het bezitten van een gasdrukpistool, boksbeugel, valmes, verschillende soorten munitie en een aantal stuks illegaal knalvuurwerk. De militaire kamer legt een taakstraf op van 40 uur en een geldboete van € 1.200.
De man kwam bij de Koninklijke Marechaussee in beeld in verband met mogelijke drugsbezit. Tijdens onderzoek aan zijn telefoon werden in verschillende WhatsApp-groepschats vele berichten over Joden aangetroffen, met afbeeldingen van hakenkruizen, Hitler en Jodensterren. Ook vonden ze foto’s waarop de militair te zien was met een SS-hoofddeksel of waarop hij de Hitlergroet deed. Volgens de officier van justitie deelde de man hiermee beledigende en discriminerende uitlatingen over Joden in het openbaar.
Foto archief
Vrijspraak groepsbelediging
De militaire kamer oordeelt dat de uitlatingen van de militair en de afbeeldingen in onderlinge samenhang zeker beledigend zijn voor Joodse mensen. Voor een strafbare groepsbelediging is echter ook nodig dat de beledigende uitlatingen in het openbaar zijn gedeeld. De meeste uitlatingen deed hij in besloten Whatsapp-groepen met minder dan 20 personen, voornamelijk vrienden van elkaar. De kans dat de beledigende uitlatingen en afbeeldingen verder zouden worden verspreid is dan minder groot dan wanneer sprake is van grotere Whatsapp-groepen. De uitlatingen en foto’s die de militair in de grotere Whatsapp-groepen deelde – en waarvan de kans groot was dat die verder zouden kunnen worden verspreid – ziet de militaire kamer niet zonder meer als groepsbelediging.
De militaire kamer weegt hierin ook mee dat het de rode draad van de WhatsApp-groepen leek te zijn om extreme en verwerpelijke berichten met elkaar te delen en dit volgens de militair hun ‘humor’ was. De grens tussen humor en verwerpelijke of zelfs strafbare uitlatingen is dun. De militaire kamer vindt dat in deze zaak de uitlatingen van de militair – kijkend naar de aard en hoeveelheid berichten – niet meer binnen de grenzen van (desnoods hele foute) humor vallen, maar dat niet is gebleken dat de grens van het strafbare is overschreden.