Nederland 09.04.2020 – In 2019 had 72,3 procent van de flexibele werknemers een minder zeker dienstverband, dat komt neer op 1.391.000 flexwerknemers.
Het CBS heeft op dit moment nog geen gegevens over de gevolgen van de coronacrisis voor het inkomen van werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Op grond van cijfers uit vorige jaren is wel iets te zeggen over de baanzekerheid van beroepen met een groot aandeel flexwerknemers.
In 2019 waren er in Nederland 1.923.000 werknemers van 15 jaar en ouder met een flexibele arbeidsrelatie. Het CBS onderscheidt zeven vormen van flexibele arbeidsrelaties voor werknemers, die verschillen naar baan- en inkomenszekerheid.
Werknemers met korte tijdelijke contracten, uitzendcontracten, oproepcontracten of wisselende uren hebben vaak de minste baan- en inkomenszekerheid. Hun werk is maar voor een korte periode gegarandeerd of het aantal uren dat ze in een week kunnen werken staat niet vast. Ze lopen daardoor meer risico op baan- en inkomensverlies wanneer het slechter gaat bij het bedrijf waar ze werken.
Foto archief
Ruim 7 op de 10 heeft weinig zeker dienstverband
In 2019 had 72,3 procent van de werknemers met een flexcontract zo’n onzeker dienstverband, dat komt neer op 1 391 duizend flexwerknemers. Meer dan de helft van deze werknemers was jonger dan 25 jaar. Het merendeel volgde onderwijs. Door de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen, zoals de sluiting van horecagelegenheden, sport- en fitnesscentra en kinderopvangverblijven en het verbod op grootschalige evenementen, zullen sommige beroepen als eerste te maken krijgen met baan- en inkomensverlies. Denk aan beroepen in de cultuursector, de kinderopvang, de horeca, de reisbranche, transport en de sport- en fitnessbranche.
Kelners en barpersoneel grootste groep werknemers met onzeker flexwerk
Binnen de beroepen die door de coronamaatregelen niet of nauwelijks kunnen worden uitgeoefend vormen kelners en barpersoneel de grootste groep werknemers met een onzeker dienstverband. Van de 215 duizend werknemers in deze beroepen hadden 131 duizend (61 procent) een minder zeker flexibel dienstverband. Het zijn vooral oproepkrachten. Ook in andere beroepen die veel voorkomen in de horeca, zoals koks en keukenhulpen, zijn veel werknemers oproepkracht.
Verkoopmedewerkers in de detailhandel zijn ook weinig zeker van hun baan. In 2019 werkten 102 duizend verkoopmedewerkers in een kort dienstverband, als oproepkracht of als uitzendkracht. Werknemers in transportberoepen zoals taxi- en buschauffeurs hebben ook vaak te maken met de minst zekere contracten. Het gaat om respectievelijk 27 duizend en 8 duizend werknemers. Ze werken vooral als oproep- of uitzendkracht.