Achterstand bij huisvesten statushouders in Westland loopt op

Westland 15.11.2018 – Op 14 januari hebben B&W vragen ontvangen van de fractie LPF Westland over de verplichte plaatsing van 137 statushouders in Westland in 2018.


Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren zij u als volgt.

Vraag 1

Heeft de wethouder een idee op welke wijze hij verwacht aan deze verplichting te kunnen voldoen?

Antwoord 1

De gemeente heeft een forse taakstelling opgelegd gekregen. Op dit moment hebben wij een achterstand in het huisvesten van statushouders. Bij eerdere beantwoording van raadsvragen hebben wij aangegeven dat wij de taakstelling in de praktijk niet via de voorrangsverklaring uitvoeren maar via directe bemiddeling. Bij de beoordeling voor het beschikbaar stellen van woningen aan statushouders wordt naast spreiding over de gemeente gekeken naar de integratie en participatie mogelijkheden. Verder streeft het College bij de woonruimteverdeling naar, zoals in eerdere beantwoording is aangegeven, het verkrijgen van een balans tussen de verschillende doelgroepen.

Op dit moment worden voorbereidingen getroffen voor een nieuwe Huisvestingsverordening aangezien de huidige van rechtswege per 1 juli 2019 komt te vervallen. Dat is naar onze mening het moment om keuzes te maken ten aanzien van het al dan niet opnemen van een voorrangsbepaling. Daarbij kan de motie van 6 november jl. over dit onderwerp meegenomen worden. In de raadswerkgroep wonen van 13 november jl. is de raad betrokken bij de eerste contouren van de nieuwe Huisvestingsverordening.

Nieuwe taakstelling Rijk voor huisvesting statushouders

Vraag 2

Wat gaat dit betekenen voor de wachttijden voor de Westlandse woningzoekenden en hoe lang is de wachttijd nu en wat is deze opgelopen t.o.v. 2014?

Antwoord 2

Een lage mutatiegraad in de sociale huursector betekent vaak dat de wachttijd oploopt en een grotere vraag om een urgentie. In 2017 zijn 581 woningen toegewezen waarvan 113 (=19%) aan urgenten (inclusief statushouders welke via directe bemiddeling gaan). De gemiddelde wachttijd van 28 maanden in 2014 is opgelopen naar 43 maanden nu (eerste helft 2018).

Vraag 3

Is de wethouder bereid om nogmaals richting het kabinet het gesprek aan te gaan om de aantallen statushouders te verlagen ten gunste van de Westlandse woningzoekenden?

Antwoord 3

Hiertoe zijn wij bereid. Hiervoor zullen wij een lobbytraject starten. In het Uitvoeringsprogramma 2019 staat dit onder maatregel 19 “het zoeken naar balans tussen de verplichte taakstelling statushouders en reguliere woningzoekenden”.

Vraag 4

Welke plannen zijn in ontwikkeling of in aanvraag voor de vestiging van arbeidsmigranten, dit n.a.v. de gesprekken met uitzendbureaus en LTO?

Antwoord 4

Het ontwikkelingskader huisvesting arbeidsmigranten is onlangs door uw Raad vastgesteld. In het Uitvoeringsprogramma 2019 zetten wij dit uiteen in maatregel 18.

Vraag 5

Kan de wethouder aangeven of het college bereid is eens op andere manier te gaan zoeken in oplossingen zoals bv. semi permanente woningen? Zie ook gemeente Midden-Delfland met de woningen voor statushouders.

Antwoord 5

In het Uitvoeringsprogramma 2019 onder maatregel 16 “creatieve maatregelen wonen” zetten wij uiteen dat wij inderdaad op zoek gaan naar andere vormen van huisvesting.

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer nieuws uit
Zoeken