Westland 12.12.2014 – De fracties D66 Westland hebben vragen gesteld aan het College over de nazorg aan (ex-)gedetineerden in Westland.
Alvorens de vragen te beantwoorden, is het goed de nazorg aan (ex-)gedetineerden in Nederland kort toe te lichten.
Per jaar keren in Nederland ruim dertigduizend (ex-)gedetineerde burgers terug in de maatschappij. Veel van hen vallen na hun detentie terug in strafbaar gedrag. Herhalingscriminaliteit is een belangrijke bron van overlast en onveiligheid. Om recidive – en de daarmee gepaard gaande hoge kosten voor overheid, burgers en instellingen – tegen te gaan, hebben het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afspraken rondom nazorg vastgelegd in het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-) gedetineerde burgers.
Nazorg aan (ex-)gedetineerden is daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van: gemeenten, penitentiaire inrichtingen, het ministerie van Justitie, Veiligheidshuizen, UWV, CWI en maatschappelijke organisaties, zoals woningcorporaties en zorginstellingen. Ieder vanuit haar eigen (wettelijke) taak.
Nazorg is een breed begrip dat varieert van voorzien in basisbehoeften tot intensieve zorgtrajecten. Alleen wanneer de rechter in haar uitspraak vormen van nazorg (al dan niet in de vorm van reclasseringstoezicht – meeneemt, is een (ex-)gedetineerde verplicht tot meewerken.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen als volgt:
Vraag 1
Hoe heeft de gemeente Westland sinds 2004 de opvang van en nazorg aan (ex-)gedetineerden vormgegeven?
Antwoord 1
Uitgangspunt is dat de (ex-)gedetineerde burger in eerste instantie zelf verantwoordelijk is voor zijn re-integratie in de samenleving. Dit ondersteunt de gemeente met een aanspreekpunt voor (ex-)gedetineerden. Zij kunnen hier terecht voor verwijzing naar ondersteuning bij het voorzien in hun basisbehoeften, zoals inkomen en onderdak. De ervaring leert dat (ex-)gedetineerden bij het voorzien in hun basisbehoeften veelal rechtstreeks naar de betreffende afdeling van de gemeente gaan.
Het gemeentelijk aanspreekpunt ontvangt iedere week een overzicht met Westlandse burgers die gedetineerd zitten. In dit overzicht is tevens opgenomen wanneer de geplande vrijlatingsdatum is. Vanuit de penitentiaire inrichting ontvangt het gemeentelijk aanspreekpunt tevens een zogenaamd DPAN-dossier met informatie over de (ex-)gedetineerde en een eventuele hulpvraag.
Vraag 2
Hoeveel gedetineerden keren er jaarlijks terug in de Westlandse samenleving? In welke leeftijdscategorieën vallen deze?
Antwoord 2
Het overzicht geeft het aantal gedetineerden[1] in een kalenderjaar. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie levert deze informatie aan door middel van de DPAN-dossiers. Het gaat om gedetineerden die ingeschreven staan in Westland. Dit betekent niet dat alle strafbare feiten ook in Westland gepleegd zijn.
Als een gedetineerde vrijkomt krijgt de gemeente een seintje. De gemeente houdt geen apart overzicht bij van het aantal gedetineerden dat vrijkomt. Iedere vrijlating wordt doorgegeven aan de politie.
|
Tot 23 jaar |
23 jaar en ouder |
2010
|
17 |
44 |
2011
|
24 |
51
|
|
Tot 23 jaar |
23 jaar en ouder |
2012
|
19 |
50 |
2013
|
10 |
60[2] |
Van het aantal gedetineerde Westlanders verblijft ongeveer 65% korter dan een maand in een penitentiaire inrichting. 34% zit een straf uit die maximaal 9 maanden duurt. En de laatste 1% is veroordeeld tot een straf van één jaar of langer.
Vraag 3
Bij hoeveel Westlandse ex-gedetineerden is er sprake van recidive?
Antwoord 3
Landelijk is de recidive onder ex-gedetineerden weliswaar licht dalend, maar nog steeds hoog. Iets minder dan de helft (47,7 procent) van alle volwassen ex-gedetineerden die in 2009 de penitentiaire inrichting verlieten, kwam binnen twee jaar opnieuw in aanraking met justitie (WODC recidivebericht 2012).
Recidivecijfers voor Westlandse (ex-)gedetineerden zijn niet bekend.
Vraag 4
Waarom heeft Westland geen gebruik gemaakt van het aanbod van Bureau Nazorg?
Antwoord 4
De nazorg van Bureau Nazorg richt zicht voornamelijk op het voorzien in de basisbehoeften van een (ex-)gedetineerde. Zij roepen zo nodig de hulp in van een zorgregisseur, die maatwerk levert op het terrein van opgroeien, meedoen en werken.
Westland heeft gesprekken gevoerd met Bureau Nazorg om aansluiting te formaliseren. Dit vraagt de nodige juridische en organisatorische aanpassingen, die we in 2015 willen realiseren. Tot die tijd blijft het gemeentelijk aanspreekpunt een coördinerende rol vervullen. Dit biedt ons ook de kans om de samenwerking tussen Bureau Nazorg, de politie en het sociaal kernteam af te stemmen. Met deze integrale aanpak willen we recidive verminderen.
Vraag 5
Is het college bekend met andere, zeker ook lokale, aanbieders die zorg en opvang bieden aan ex-gedetineerden? Zo ja, welke aanbieders zijn er in onze gemeente en regio actief?
Antwoord 5
Het college is bekend met aanbieders van nazorg-trajecten. Zoals in de aanleiding al is aangegeven, is nazorg een breed begrip.
Vraag 6
Is een gemeente verplicht de nazorg bij één aanbieder onder te brengen of is het mogelijk om, net als bij de inkoop binnen de Decentralisaties, dit bij verschillende aanbieders uit te besteden?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 richt Bureau Nazorg zich op ondersteuning bij het voorzien in de basisbehoeften. In samenspraak met de zorgregisseur kan voor intensieve trajecten verwezen worden naar andere (psychische) zorgaanbieders.
Voor zover het gaat om ex-gedetineerden in de leeftijd ouder dan 18 is een zorgverzekeraar verantwoordelijk voor de inkoop van nazorg-trajecten, die zich richten op (psychische) zorg.
Voor specialistische jeugdzorg aan jongeren tot 18 jaar is vanaf 2015 de gemeente verantwoordelijk voor inkoop. Voor deze doelgroep maken de zorgregisseurs nazorg toegankelijk en kunnen zelf preventieve zorg bieden.
Vraag 7
Is het college bereid om duidelijk via de website en andere communicatiekanalen de verantwoordelijkheden van de gemeente ten aanzien van ex-gedetineerden onder de aandacht te brengen?
Antwoord 7
Het college is bereid om op de website contactinformatie te verstrekken aan (ex-)gedetineerden.
Vraag 8
Is het college bereid om in 2015 te bezien of er een of meer aanbieders in de arm kunnen worden genomen om de opvang en nazorg van ex-gedetineerden te verzorgen? Zo ja, op welke wijze denkt het college dit uit te gaan voeren?
Antwoord 8
In het antwoord op vraag 4 en vraag 6 is geschetst op welke wijze wij in de toekomst invulling gaan geven aan de gemeentelijke rol bij de nazorg aan (ex-)gedetineerden.
De verwachting is dat met aansluiting bij Bureau Nazorg – tevens partner in het Veiligheidshuis Haaglanden – en de rol van de zorgregisseur er voldoende waarborgen zijn om goede nazorg te leveren aan (ex-)gedetineerden.
Evaluatie van deze nieuwe werkwijze kan er toe leiden dat we voor een specifieke doelgroep als (ex-)gedetineerden aanvullende maatregelen treffen. We voorzien voor de zomer van 2015 een integraal beleidsplan 3D, waarin we de beleidsdoelstellingen in het sociale domein voor de komende vier jaar toelichten.
Wij gaan ervan uit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |
[1]Persoon die gedwongen verblijft in een Nederlandse penitentiaire inrichting, zoals een huis van bewaring of gevangenis, in afwachting van zijn proces of voor het uitzitten van een hem door de rechter opgelegde onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of maatregel of in afwachting van zijn uitlevering/uitzetting of in afwachting van zijn plaatsing in een bijzondere inrichting.
[2] 1,7% van het totaal aantal gedetineerden in de politieregio Den Haag komt uit Westland.