Westland 04.10.2015 – De fractie GemeenteBelang Westland heeft vragen gesteld aan het college over taakstelling van gemeente Westland ten aanzien van vluchtelingen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen als volgt:
Vraag 1
Is het college met ons van mening dat de opgelegde taakstelling te groot is voor de Westlandse woningmarkt?
Antwoord 1
Er zijn in principe voldoende mutaties in de sociale huurwoningvoorraad waardoor er ruimte ontstaat voor het huisvesten van deze doelgroep. Dit wil niet zeggen dat de uitvoering van de taakstelling een gemakkelijke opgave is. De corporaties dienen een woning passend toe te wijzen en dat betekent dat het een betaalbare woning moet zijn. De druk op dit segment zien wij toenemen. Zoals u weet is er een wettelijke verplichting om te voldoen aan de taakstelling.
Vraag 2
Constateert u met de fractie van GemeenteBelang Westland dat de taakstelling over 2015 niet gehaald wordt?
a. Zo ja, wat is volgens uw college het maximaal haalbare aan te huisvesten statushouders?
Antwoord 2
Zoals in de beantwoording bij vraag 1 is aangegeven betreft het geen gemakkelijke opgave. Dit is ook de reden waarom wij in gesprek zijn met de corporaties om andere vormen van huisvesting te realiseren. Zo denken wij bijvoorbeeld dat het huisvesten van meer alleenstaanden in één woning kan bijdragen tot het verlagen van de druk op woningen voor alleenstaanden. Samen met de corporaties doen wij ons uiterste best om te kunnen voldoen aan de wettelijk opgelegde taakstelling.
Vraag 3
Welke sanctie(s) kan de provincie u opleggen wanneer u niet de opgelegde taakstelling behaalt, maar bijvoorbeeld gaat tot het maximaal aantal te huisvesten statushouders volgens de taakstelling 2014?
Antwoord 3
De Provincie kan besluiten over te gaan tot een “in de plaats stelling”. In de praktijk betekent dat dat de Provincie op kosten van de gemeente de statushouders volgens de taakstelling gaat huisvesten.
Vraag 4
Is uw college met ons van mening dat de extra taakstelling en de verwachting van een nog grotere taakstelling voor 2016 onevenredig is voor onze eigen ingeschreven (vooral jonge) woningzoekenden?
a. Zo ja, bent u dan ook bereid de taakstelling naast u neer te leggen en maximaal 95 statushouders volgens de taakstelling uit 2014 te huisvesten.
Antwoord 4
Wij zien een toenemende druk op de vrijkomende sociale huurwoningvoorraad ontstaan. Die druk wordt mede veroorzaakt door het huisvesten van urgente woningzoekenden (inclusief de taakstelling). Dit heeft een effect op de wachttijd voor de reguliere woningzoekenden. Op zich komen er voldoende huurwoningen beschikbaar om ook reguliere woningzoekenden te helpen.
Bij de woningtoewijzing blijven wij op zoek naar de juiste balans tussen de urgent woningzoekenden en de reguliere woningzoekenden. Gezien het feit dat het een wettelijke taakstelling betreft is het niet mogelijk om de taakstelling naast ons neer te leggen. Wij doen overigens momenteel een verkenning naar alternatieve woonvormen om aan de wettelijke huisvesting van statushouders te voldoen, waarmee de druk op de reguliere woonmarkt kan afnemen.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |
Ambtelijke inzet
Naar aanleiding van de raadsmotie d.d. 18 maart 2015 wordt aangegeven hoeveel inzet is gepleegd om deze vragen te beantwoorden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele inzet. Onder de vaste inzet wordt verstaan het (besluitvorming)proces dat altijd nodig is om de beantwoording te verzorgen. Dit betreft circa 2 uur, wat resulteert in vaste loonkosten van circa € 176,00. Daarnaast is circa 1 uur ambtelijke inzet gepleegd voor de inhoudelijke beantwoording, wat resulteert in € 88,00 (aantal uren x € 88,00). In totaal betreft het dus
€ 265,00 aan loonkosten. Voor de beantwoording zijn geen kosten gemaakt voor externe advisering.
—————————————
De fractie CDA Westland heeft ons in een op 29 augustus jl. verzonden brief vragen gesteld over oplossing huisvesting statushouders.
Vraag 1
Is het college bereid op korte termijn een inventarisatie uit te voeren van mogelijke, tijdelijke huisvestingsvoorzieningen voor statushouders op kavels met nu al een maatschappelijke bestemming? Denk hierbij aan leegstaande schoolgebouwen, gemeentehuizen of verzorgingstehuizen.
Antwoord 1
Ja. Wij hebben een ambtelijke projectgroep de opdracht gegeven een eerste verkenning uit te voeren naar mogelijke tijdelijke huisvestingsvoorzieningen.
Vraag 2
Is het college bereid te onderzoeken of er nieuwe, creatieve, tijdelijke voorzieningen kunnen worden ingericht? Te denken valt aan het plaatsen van noodhuisvesting (bijv. containerwoningen) op lege bouwkavels waarvan de ontwikkeling op zich laat wachten.
Antwoord 2
Dit vormt ook een onderdeel van de verkenning door de ambtelijke projectgroep.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |
Ambtelijke inzet
Naar aanleiding van de raadsmotie d.d. 18 maart 2015 wordt aangegeven hoeveel inzet is gepleegd om deze vragen te beantwoorden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele inzet. Onder de vaste inzet wordt verstaan het (besluitvormings)proces dat altijd nodig is om de beantwoording te verzorgen. Dit betreft circa 2 uur, wat resulteert in vaste loonkosten van circa € 176,00. Daarnaast is circa 1/4 uur ambtelijke inzet gepleegd voor de inhoudelijke beantwoording, wat resulteert in € 22,00 (aantal uren x € 88,00). In totaal betreft het dus
€ 198,00 aan loonkosten. Voor de beantwoording zijn geen kosten gemaakt voor externe advisering.