Westland 08.04.2015 – De fractie Westland Verstandig heeft B&W vragen gesteld over huisvesting arbeidsmigranten in bestaande woningen/sociale woningen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen als volgt:
Vraag 1
Is het uw College bekend dat Vestia woningen nadat deze leeg komen, verhuurt aan ondernemingen die vervolgens deze professioneel gaan doorverhuren aan uitzendbureaus om arbeidsmigranten te huisvesten?
Antwoord 1
Nee, dit was ons niet bekend. Inmiddels hebben wij contact gehad met Vestia en heeft zij ons hierover nader geïnformeerd. In de door u op 4 maart 2015 aanvullend gestelde vragen gaan wij hier op in.
Vraag 2
Hoeveel woningen betreft het in Westland in zijn totaliteit, dus niet alleen van Vestia, maar ook van andere “verhuurders”? Het College is in staat om aan de hand van het GBA na te zien hoe dat zit als de betreffende gemeenten zich ook laten registreren bij de gemeente. Is dat het geval?
Antwoord 2
Het is voor de gemeente niet mogelijk om in de gemeentelijke BRP (voorheen: GBA) te zien hoeveel woningen via de “verhuurders” aan arbeidsmigranten worden verhuurd. In de BRP staan wel de bewoners, maar geen eigenaren van woningen vermeld.
Wie de eigenaar van een woning is, wordt geregistreerd bij het Kadaster. Het is wettelijk niet toegestaan om de gegevens van de bewoners te koppelen met de gegevens van de eigenaren.
Vraag 3
Op internet bleek dat bijvoorbeeld in een nader genoemde straat in Honselersdijk vrijgekomen woningen die zich in de sociale sector bevonden vervolgens voor een hoger bedrag aan de betreffende ondernemingen zijn verhuurd. Is dit een wenselijke ontwikkeling dat de sociale woningvoorraad wordt opgesoupeerd voor commerciële doeleinden zoals hiervoor is aangegeven?
Antwoord 3
Landelijk wordt door het Rijk aangegeven wat het huurverhogingspercentage van sociale huurwoningen is (de basishuurverhoging is bijvoorbeeld per 1 juli 2015 maximaal 2,5% maar verhuurders mogen hier voor midden- en hogere inkomens nog een wettelijke opslag van respectievelijk 0,5 en 2,5% op toepassen).
Daarnaast heeft de corporatie een eigen beleid hoe bij mutatie (of oplevering) ten behoeve van de exploitatie de huurprijs wordt vastgesteld. Het kan zijn dat de maximaal mogelijke huurprijs betekent dat de woning boven de sociale huurgrens van € 710 uitkomt. In principe willen wij dat deze “geliberaliseerde” woningen beschikbaar blijven voor inwoners van Westland en niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden. Zie verder het antwoord op vraag 1 van uw aanvullende vragen d.d. 4 maart 2015.
Vraag 4
Is het een gewenste ontwikkeling om sociale woningen danwel woningen met lagere huren in te zetten voor arbeidsmigranten, terwijl er grote wachtlijsten zijn van Westlandse inwoners die in aanmerking willen komen voor deze woningen? Hoe is het mogelijk dat Vestia sociale huurwoningen “omdoopt” naar woningen met een hogere huurprijs?
Antwoord 4
Zie de beantwoording van de vorige vraag.
Vraag 5
Is het College het met de fractie van Westland Verstandig eens dat dit een ongewenste ontwikkeling is?
Antwoord 5
Wij willen in Westland voldoende sociale woningen behouden met voldoende differentiatie naar woningtype en prijsklasse. We willen hierover afspraken met de corporaties maken.
Vraag 6
Eén van de ondernemers gaf aan dat ook de gemeente Westland op grote schaal woningen verhuurt ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten. Om hoeveel woningen gaat het in deze en kan uw College de adressen van die woningen opgeven? Onder welke condities vindt verhuur plaats? Is bij de gemeente bekend dat vervolgens doorverhuur plaatsvindt aan uitzendbureaus die deze vervolgens aan arbeidsmigranten gaan doorverhuren?
Antwoord 6
Het gaat om twintig woningen die in bezit zijn van de gemeente en worden verhuurd aan bemiddelingsbureaus en uitzendbureaus. Het is wettelijk gezien niet toegestaan om de gegevens hiervan te verstrekken. Deze woningen zijn destijds strategisch aangekocht t.b.v. nieuwe ontwikkelingen. Dit is dus een tijdelijke situatie.
Verhuur vindt plaats aan SNF-gecertificeerde uitzendbureaus (SNF = Stichting Normering Flexwonen) danwel aan een huisvester die gespecialiseerd is in (tijdelijke) huisvesting van arbeidsmigranten. Inrichting en beheer van de woningen dient volgens de SNF-normering plaats te vinden. Beide partijen hebben één maand opzegtermijn.
De uitzendbureaus huren de woningen ten behoeve van de (groepsgewijze) huisvesting van hun eigen (buitenlandse) medewerkers. Er vindt geen particuliere verhuur aan arbeidsmigranten plaats.
Vraag 7
Hoeveel woningen worden er door particulieren verhuurd aan ondernemingen zoals hiervoor is aangegeven? Het College moet in staat zijn om dat na te kijken in het GBA. De betreffende onderneming die professioneel doorverhuurt gaf tijdens de commissievergadering aan dat zij circa 50 woningen in Westland “beheert” maar dat er nog veel meer organisaties zijn die soortgelijke activiteiten ontplooien in Westland. Heeft uw College zicht op hoeveel van dit soort verhuurders er zijn?
Antwoord 7
Het is niet mogelijk om in de gemeentelijke BRP (voorheen: GBA) te zien hoeveel woningen via de verhuurders aan arbeidsmigranten worden verhuurd, omdat in de BRP wel de bewoners maar geen eigenaren van woningen vermeld staan. Wie de eigenaar van een woning is, wordt geregistreerd bij het Kadaster. Het is wettelijk niet toegestaan om de gegevens van de bewoners te koppelen met de gegevens van de eigenaren.
Vraag 8
LTO Glaskracht gaf aan dat zij vindt dat de nog bestaande of voormalige agrarische bedrijfswoningen in de toekomst niet meer voor arbeidsmigranten kunnen worden ingezet. Wat is de mening van uw College?
Antwoord 8
Een aantal bedrijfswoningen staat nog op de nominatie om uitgeplaatst te worden. Op het moment dat herstructurering van het glastuinbouwgebied plaatsvindt, zullen deze woningen verdwijnen. Arbeidsmigranten zullen dan elders een geschikte woning moeten vinden.
Vraag 9
Heeft uw College zicht op de huisvesting van arbeidsmigranten op dit moment? Den Haag beklaagt zich erover dat Westland haar arbeidsmigrantenproblematiek over de grens naar Den Haag schuift. Wat is daarvan waar?
Antwoord 9
In de factsheet die voorafgaand aan de RIA van 10 februari 2015 aan u is gezonden, is een taartdiagram opgenomen met een schatting (gebaseerd op informatie van een aantal uitzendbureaus die werknemers in Westland hebben) van waar arbeidsmigranten die in Westland werken, wonen (zie bijlage).
Vanuit regiogemeenten ontvangen wij geen signalen dat er actuele knelpunten zouden zijn op het gebied van huisvesting van arbeidsmigranten. Westland, Den Haag en Rotterdam hebben regelmatig constructief overleg over het onderwerp.
In Den Haag en Rotterdam wordt op dit moment een discussie gevoerd over nieuwe inzichten en wellicht aanpassing van de visie / aanpak met betrekking tot huisvesting van arbeidsmigranten. Tot eind 2014 was er een ambtelijke werkgroep in Haaglandenverband. Deze werkgroep kwam ongeveer 1x per zes weken bij elkaar om de voortgang te bespreken. Ook BZK was onderdeel van deze werkgroep. In het laatste overleg is afgesproken dat Den Haag en Westland regelmatig afstemmen met BZK en, indien nodig, de andere gemeenten betrekken. Begin maart heeft Westland overleg gevoerd met de gemeente Rijswijk over huisvesting arbeidsmigranten en registratie. Eind april heeft Westland overleg met de gemeente Den Haag over huisvesting van arbeidsmigranten.
Wij gaan ervan uit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |