College beantwoord vragen over nieuwbouwproject de Rentmeester

Naaldwijk 05.04.2016 – De fractie Westland Verstandig heeft in februari collegevragen gesteld over de nieuwbouwproject de Rentmeester.


Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen.

Vraag 1

Waarom heeft het College bij monde van wethouder Weverling van GemeenteBelang Westland en wethouder Duijvestijn van CDA Westland een antwoord gegeven zoals hiervoor is aangegeven, namelijk dat het College nog wachtende was op de aanvullingen omgevingsvergunningsaanvraag, dit terwijl de werkelijke oorzaak van de vertraging toch bij uw College bekend moest zijn?

Antwoord 1

Per 24 februari 2016 was en is het college nog steeds in afwachting van aanvullingen op de omgevingsvergunningaanvraag. Dat was en is daarmee de belangrijkste oorzaak van de vertraging.

 

Vraag 2

Waarom heeft het College niet bekend gemaakt dat de Provincie problemen maakte en heeft zij de brief van 8 september 2015 achtergehouden en nu pas weer verstrekt bij de raadsinformatiebrief die vorige week is vrijgegeven?

Antwoord 2

De brief van 8 september 2015 gaf goede aanknopingspunten om het eerder uitgevoerde onderzoek op specifieke onderdelen te actualiseren. Aangezien deze werkzaamheden niet zouden leiden tot grote wijzigingen in de uitvoering van het project is er voor gekozen om eerst het geheel in beeld te brengen alvorens u te informeren. Dit is de gebruikelijke gang van zaken. Wij willen u volledig en integraal informeren en vinden versnipperde informatievoorziening niet wenselijk,

Vraag 3

Waarom heeft uw College de bezwaarhebbenden –en dat zijn er heel veel niet betrokken bij de vraagstelling aan het ingeschakelde bureau over de behoefte van een dergelijke grote supermarkt op deze locatie? Is het College bereid om alle informatie die aan het betreffende bureau verstrekt zijn te verstrekken, dus ook de vraagstelling, verslagen van ambtelijk overleg etc.?

Antwoord 3

De vraagstelling voor het opstellen van het geactualiseerde rapport met betrekking tot de vestiging van de XL supermarkt is in overleg met de Provincie Zuid-Holland opgesteld. De ladder van duurzame verstedelijking, die voortvloeit uit een wettelijke verplichting, is hierin meegenomen en de behoefte voor een XL supermarkt is binnen dat kader afgewogen. Betrokkenheid van omwonenden en andere belanghebbenden is niet gevraagd omdat het rapport toegespitst dient te zijn op de wettelijke bepalingen omtrent behoefte.

Er is bij het opstellen van dit rapport dus geen ruimte om wensen en/of bedenkingen van belanghebbenden mee te nemen. Daarbij was er met de brief en na overleg met de provincie Zuid Holland afdoende informatie aanwezig om de uitvraag richting het externe bureau te formuleren.

De vraagstelling richting het betreffende bureau is opgenomen in het rapport. Er zijn verder geen verslagen van ambtelijk overleg.

Vraag 4

Wie heeft de kosten van het rapport betaald en worden deze verhaald op de initiatiefnemer? Eerder heeft het College de anterieure overeenkomst verstrekt en dit rapport wordt daarin uiteraard nog niet vermeld.

Antwoord 4

Deze kosten van het rapport maken onderdeel uit van de voorbereidingskosten die conform de anterieure overeenkomst op basis van werkelijk gemaakte kosten worden vergoed. En dus zullen deze worden betaald door de ontwikkelaar.

Vraag 5

Inmiddels is toch ook bekend geworden dat er een kredietvoorstel voor een rotonde gaat komen. Wie gaat de kosten van die rotonde voor zijn rekening nemen daar die rotonde natuurlijk direct verband houdt met het betreffende bouwplan?

Antwoord 5

De aanleg van deze rotonde heeft tot doel de doorstroming en verkeersveiligheid in en rondom het centrum van Naaldwijk te bevorderen. Dit is ook tijdens de beraadslagingen in de commissie en de gemeenteraad aan de orde geweest. Aangezien de aanleg van de rotonde niet noodzakelijk is voor de bouw van de Rentmeester, worden de kosten niet verhaald op de projectontwikkelaar.

De aanvullende vragen

Vraag 6

Allereerst blijkt dat het rapport van 22 december 2015 het predicaat “eindrapport” kent. Zijn er ook tussenrapporten aan het College toegezonden? Zo ja, dan kopieën van die rapporten. Wel gaarne een expliciet antwoord op deze vraag zodat een en ander geverifieerd kan worden.

Antwoord 6

Zoals gebruikelijk, heeft er ambtelijk hoor en wederhoor plaatsgevonden ter verificatie van de informatie. Dit heeft geleid tot het rapport van 22 december 2015, dat ter kennisname is aangeboden aan het college. 

Vraag 7

Wanneer heeft het College de opdracht verstrekt aan het betreffende Bureau Stedelijke Planning? In het rapport zoals dat uitgebracht is wordt angstvallig vermeden de exacte opdrachtdatum te vermelden. De vraag is dus wanneer werd de opdracht gegeven aan het bureau voor het uitbrengen van het rapport?

Antwoord 7

Op 9 november 2015 is opdracht verstrekt aan het Bureau Stedelijke Planning voor het opstellen van het rapport.

Vraag 8

Ook in de raadsinformatiebrief blijft uw College vaag wanneer het overleg met de Provincie heeft plaatsgevonden. Wel wordt aangegeven dat op 8 juni 2015 de Provincie een brief naar de gemeente toezendt waarin de Provincie de gemeente informeert dat een onafhankelijke adviescommissie detailhandel is ingesteld. Op pagina 2 wordt dan aangegeven: “Na overleg met de Provincie is geconcludeerd dat voor het bestemmingsplan een advies aangevraagd diende te worden bij de adviescommissie”. Wanneer heeft dat overleg plaatsgevonden? Is dat geschied vòòr de ietwat curieuze handeling van het College om het ontwerp ter visie te leggen of daarna?

Antwoord 8

Half juli 2015 is per email en telefonisch overleg gevoerd met de provincie Zuid Holland over het aanvragen van een advies bij de Advies Commissie Detailhandel. Dit heeft dus plaatsgevonden na de behandeling van het bestemmingsplan in gemeenteraadsvergadering van 30 juni 2015.

Vraag 9

Tijdens de behandeling is door onze fractie meerdere malen gevraagd waarom een raadsbesluit nodig was voor het enkel ter visie leggen van een ontwerpbestemmingsplan. Uw College heeft daar toen ontwijkende antwoorden op gegeven. Voor het eerst in de historie van de gemeente Westland en waarschijnlijk ook voor het eerst in de historie van alle 5 gemeenten die onderdeel uitmaken van de gemeente Westland, werd een raadsbesluit verlangd over de eenvoudige handeling om een bestemmingsplan ter visie te leggen. Dit was zo ongebruikelijk dat dat tot vragen leidde.

Wethouder Duijvestijn heeft die vragen steeds op een bepaalde wijze afgedaan. Zie de woordelijke verslagen van de vergadering van juli 2015. Bestond er verband tussen het inmiddels bij het College bekende gegeven dat het bestemmingsplan wel aan de adviescommissie moest worden voorgelegd en de behandeling in de Raad? Gaarne alsnog duidelijkheid op dat punt daar vele bewoners de fractie erop geattendeerd hebben dat dit wel allemaal heel toevallig is en het erop lijkt dat informatie is achtergehouden. In ieder geval is iedereen terecht verbouwereerd dat de brief van 8 september 2015 is achtergehouden door het College.

Antwoord 9

Er bestond tijdens de behandeling van het ontwerpbestemmingsplan in de gemeenteraadsvergadering van 30 juni 2016 geen verband met de behandeling in de Raad en het aanvragen van het advies bij de Adviescommissie Detailhandel. Deze nieuwe Adviescommissie is pas vanaf 1 juli 2015 in werking getreden. Na overleg met de provincie Zuid Holland half juli is pas duidelijk geworden dat dit plan voorgelegd diende te worden aan de Adviescommissie Detailhandel. Gelet hierop konden wij nog niet weten dat er voor dit plan een advies van de Adviescommissie Detailhandel noodzakelijk, dan wel verplicht was.

Vraag 10

Ook is onze fractie benaderd door een aantal winkeliers die zich erover beklagen dat zij niet gekend zijn in de opdracht aan het Bureau Stedelijke Planning en ook niet door dat bureau gehoord. Waarom heeft uw College op dat punt geen participatie toegepast, een klankbordgroep eventueel opgericht om op die wijze kritiek die ongetwijfeld op het rapport gaat komen vooraf reeds in beeld te brengen zodat ondernemers en burgers in ieder geval de indruk zouden krijgen serieus genomen te worden?

Antwoord 10

Zoals reeds aangegeven in het antwoord op vraag 3, is de vraagstelling voor het opstellen van het geactualiseerde rapport met betrekking tot de vestiging van de XL supermarkt in overleg met de Provincie Zuid-Holland opgesteld. De ladder van duurzame verstedelijking, die voortvloeit uit een wettelijke verplichting, is hierin meegenomen en de behoefte voor een XL supermarkt is binnen dat kader afgewogen. Betrokkenheid van omwonenden en andere belanghebbenden is niet gevraagd omdat het rapport toegespitst dient te zijn op de wettelijke bepalingen omtrent behoefte. Er is bij het opstellen van dit rapport dus geen ruimte om wensen en/of bedenkingen van belanghebbenden mee te nemen. Daarbij was er met de brief en na overleg met de provincie Zuid Holland afdoende informatie aanwezig was om de uitvraag richting het externe bureau te formuleren.

Vraag 11

Bij de vraag van gisteren hebben we al volledige inzage in de correspondentie gevraagd. Uiteraard door de kritische vragen van de bewoners en de winkeliers dringen we aan op een complete correspondentie, gespreksverslagen vanaf juni tot vandaag met de Provincie, het ingeschakelde bureau en eventueel derden.

Antwoord 11

De raad is per brief van 16 februari 2016 op de hoogte gesteld van de stand van zaken bestemmingsplan De Rentmeester. Bij deze brief zijn de belangrijkste stukken als bijlage meegestuurd. De opdracht aan het ingeschakelde bureau maakte hier geen onderdeel vanuit, maar wordt op verzoek ter inzage gelegd.

 Collegevragen over project de Rentmeester na faillissement V&D

De fractie Westland Verstandig heeft op 11 maart 2016 nogmaals vragen gesteld over het bestemmingsplan De Rentmeester met betrekking tot het faillisement van V&D.

Vraag 1

Ziet uw College in de perikelen rondom de V&D en de overige leegstand binnen De Tuinen aanleiding om af te zien van tervisielegging van het bestemmingsplan De Rentmeester?

Antwoord 1

Nee.

Vraag 2

Heeft uw College wel oog voor nieuwe onverwachte ontwikkelingen zoals de te neergang van de V&D en het vrijkomen van het gehuurde deel van De Tuinen. Op welke wijze gaat uw College dan om met dit soort nieuwe ontwikkelingen?

Antwoord 2

Ja, wij hebben oog voor dergelijke ontwikkelingen. Faillissementen zoals die van V&D zien wij als een signaal, maar niet perse als een teken van een structureel ongezond detailhandelsaanbod. In Westland staan momenteel niet veel winkels leeg. Wij nemen het faillissement van V&D uiteraard mee in het gemeentebrede detailhandelbeleid en tevens in dat van iedere Westlandse kern afzonderlijk.

Vanuit maatschappelijk oogpunt zijn de winkelcentra belangrijke ontmoetingsplekken die onmisbaar zijn voor vitale dorpskernen. Om die reden zetten wij in op het stimuleren van de winkeliersverenigingen. Bijvoorbeeld met BI-Zones en het MKB Investeringsfonds.

Vraag 3

In de besluitenlijst van 1 maart 2016 vraagt de burgemeester aandacht voor de ontwikkeling met betrekking tot de winkelstand in Westland en het detailhandelbeleid. Wat is daar besproken en is ook het hiervoor genoemde aspect aan de orde geweest?

Antwoord 3

Burgemeester Van der Tak heeft tijdens de collegevergadering van 1 maart jl. inderdaad gesproken over De Tuinen, waar als gevolg van het faillissement van V&D een lege plek is ontstaan. Hij heeft aandacht gevraagd voor de invloed van dergelijke ontwikkelingen op de detailhandel van Westland in algemene zin.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,                       de burgemeester,

M. van Beek

J. van der Tak

 

 

 

Meer nieuws uit
Zoeken