Westland 23.09.2015 – Bijgevoegd memo ontvingen de fracties van de griffier. Wethouder Ouwendijk spreekt en geeft aan dat het College gemandateerd wil worden
om te komen tot de benoeming van een raadsaccountant. Dit is in strijd met de wet (artikel 156 lid 2g Gemeentewet) waarin wordt aangegeven dat er geen delegatie mogelijk is van de bevoegdheid van de Raad om de accountant te benoemen. Dit is de wereld op zijn kop.
Voorts worden weer opnieuw allerlei schrikbeelden opgeworpen. Het moet mogelijk zijn om voor 2015 op korte termijn een nieuwe accountant voor de gemeente Westland te vinden. Die accountant moet natuurlijk dan alleen voor de Raad het controlewerk doen en niet ook opdrachten van het College gaan ontvangen. De voorbereiding en de benoeming van de raadsaccountant is natuurlijk aan de Raad zelf en niet aan de wethouder. Dit is wederom een poging van wethouder Ouwendijk om invloed uit te oefenen op de controle over zijn jaarstukken. Deze wethouder geeft nu het zoveelste bewijs af dat hij absoluut ongeschikt is om in Westland de financiën te beheren. Ook weet hij (te) vaak niet meer wat hij beloofd of gezegd heeft. Dit moet gevolgen hebben daar dit niet op deze wijze kan doorgaan.
De fractie van Westland Verstandig zal dan ook blijven aandringen op een extra raadsvergadering en als geen van de fracties wil meewerken en ook de burgemeester geen extra raadsvergadering wil uitschrijven, dan zal het helaas pas in oktober aan de orde komen. Alleen al de inhoud van het memo van de wethouder rechtvaardigt het verlangen om op zijn vertrek aan te dringen.
Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens,
Fractievoorzitter
Advertorial
———————————————————–
MEMO
Aan: de leden van het presidium
Van: wethouder Ouwendijk
Betreft: accountantscontrole 2015 en verder
Inleiding
Zoals bekend heeft Deloitte op 28 augustus jl. per brief de gemeente Westland laten weten het contract voor de jaarrekeningcontrole 2015 niet meer te zullen ondertekenen als gevolg van de (op dat moment nog) aangekondigde klachten van de raadsfractie van Westland Verstandig bij de accountantskamer over een vermeende dubbelrol van Deloitte ten opzichte van raad en college van onze gemeente. Tijdens een vorige week gehouden gesprek tussen de Raad van Bestuur van Deloitte Accountants en een gemeentelijke delegatie heeft Deloitte aangegeven te persisteren bij dit standpunt.
Consequentie
In concreto betekent dit dat de gemeente Westland geen controlerend accountant meer heeft vanaf het dienstjaar 2015. Dit heeft zonder directe interventie naar verwachting ernstige gevolgen voor de voortgang en afronding van de jaarrekening(controle) over dienstjaar 2015. Een opdrachtverstrekking voor de accountsdiensten voor de jaren 2015 tot en met 2017 of 2018 dient via een Europese aanbesteding plaats te vinden. De doorlooptijd hiervan bedraagt minimaal 6 maanden, zodat een nieuwe accountant niet veel eerder dan april/mei 2016 met zijn activiteiten kan starten.
Dat leidt er toe dat de gemeente er waarschijnlijk niet in zal slagen de jaarrekening 2015 tijdig in te dienen bij Provincie en het ministerie van BZK. De recente ervaring bij de afronding van de jaarrekening 2014 leert dat het ministerie van BZK geen uitstel zal verlenen, hetgeen belangrijke nadelige consequenties heeft op de algemene uitkering van het rijk en de specifieke rijksuitkeringen.
Mogelijke aanpak
Ik hecht er zeer aan om een te late vaststelling van de jaarrekening over dienstjaar 2015 (dat wil zeggen, na 15 juli 2016) te voorkomen, mede gelet op de eerder met u gedeelde gevolgen voor bv. de algemene uitkering. Ik heb daarom gezocht naar mogelijkheden om de voortgang van de noodzakelijke activiteiten te bevorderen.
Ik stel daarom voor de aanbesteding van de accountantsdiensten voor de komende jaren een twee-sporenbeleid voor.
Enerzijds stel ik me voor dat voor de jaren 2016-2018 een reguliere (Europese) aanbesteding wordt opgestart vanuit de griffie. Naar verwachting zullen de eerste controlewerkzaamheden (de zogenoemde interim-controle) voor de controle van dienstjaar 2016 ongeveer in september 2016 worden opgestart. De Europese aanbesteding voor de accountantsdiensten met betrekking tot dat dienstjaar (en de twee daarop volgende) zou dan in beginsel moeten kunnen zijn afgerond, uiteraard afhankelijk van een start van de betreffende aanbestedingsprocedure op redelijk korte termijn.
Voor 2015 verdient het, omwille van de beperkt beschikbare tijd richting de jaarrekeningcontrole 2015, de voorkeur om een ander, separaat traject te volgen. In dit traject zou het college gemandateerd kunnen worden om voor dienstjaar 2015 alle voorbereidende werkzaamheden uit te voeren om te komen tot een tijdige benoeming voor een externe accountant door de raad. Naar het zich laat aanzien zal het daarmee gemoeide bedrag onder de grens blijven voor Europese aanbestedingen en kan derhalve hiervoor een veel kortere onderhandse procedure worden gevolgd.
Daarnaast stel ik vast dat er in 2015 geen gebruikelijke, zogenoemde interim-controle kan worden uitgevoerd door een controlerend accountant. Het is daarom belangrijk om zoveel als mogelijk voorwerk te verrichten waar de accountant zich bij de jaarrekeningcontrole op kan baseren. Dat voorwerk heeft met name een relatie met een goede check op de werking van de AO- en IC-procedures en de rechtmatigheid. Door het zo nodig aanbrengen van verbeteringen op basis van het voorwerk kunnen in 2015 al zoveel als mogelijk waarborgen ingebouwd worden voor de kwaliteit van de administratie en financiële verslaggeving. Dit zal wel de nodige extra inspanningen vergen.
Door middel van de hiervoor beschreven werkwijze meen ik dat er een gerede kans is om de jaarrekening 2015 tijdig te kunnen aanbieden aan onze toezichthouder, de provincie Zuid-Holland en aan het CBS.
Hier zijn uiteraard kosten aan verbonden. Ik stel mij voor dat, wanneer het college mandaat wordt verleend om voor 2015 de voorgestelde procedure te gaan volgen, dat het college een concreet voorstel uitwerkt en daarmee bij uw raad terugkomt wanneer de benodigde offertes ontvangen zijn.