Collegevragen inzake alternatieven voor huisvesting statushouders

Westland 11.01.2022 – Onlangs stond in het nieuws dat het er niet makkelijker op wordt om in Westland een sociale huurwoning te bemachtigen omdat Westland een flinke inhaalslag moet maken


om aan de opgelegde taakstelling voor de huisvesting van statushouders te voldoen.

De huisvesting van statushouders is een verplichte wettelijke taakstelling. Er is echter geen enkele (wettelijke) verplichting statushouders uitsluitend – en dan ook nog eens met een voorkeursbehandeling! – in de sociale huursector te huisvesten. De fractie van GBW vindt het ook niet uit te leggen dat in Westland statushouders met een voorkeursbehandeling binnen enkele maanden aan een huis worden geholpen, terwijl ‘gewone’ woning­zoekenden jaren moeten wachten. Het huisvesten van status­houders met een voorkeursbehandeling zorgt voor verdringing van ‘gewone’ woning­zoekenden. GBW vindt het onrechtvaardig dat zij de dupe zijn van uw beleid en langer op de wachtlijst moeten staan. Wij kijken er dan ook niet van op dat het feit dat status­houders met een voorkeursbehandeling van uw college een sociale huurwoning krijgen, kwaad bloed zet bij veel wachtenden.

Niet voor niets hebben wij er daarom meerdere malen bij uw college op aangedrongen te zoeken naar alternatieve vormen van huisvesting voor statushouders, zodat er minder sociale huurwoningen hoeven worden toegewezen. Zo stelden wij met een motie voor dat uw college voor de uitvoering van de taakstelling 2021 en volgende jaren een Plan van Aanpak opmaakt waarbij ook alternatieve mogelijkheden voor de huisvesting van statushouders worden gezocht (kenmerk ID1296). Bij de bespreking van het voorstel stelde uw college dat ons voorstel ‘overbodig’ is omdat al “(…)volop wordt ingezet(…)” op het huisvesten van statushouders buiten de sociale huursector, onder andere met het Uitvoeringsprogramma Wonen. De meerder­heid van de gemeenteraad stelde daarop zijn vertrouwen in dat Uitvoerings­programma, en steunde ons voorstel niet.

Deze overwegingen brengt ons nu tot de volgende vragen: 

– Deelt uw college onze opvatting dat de voorkeursbehandeling die statushouders in Westland nog steeds genieten bij het toewijzen van een sociale huurwoning, niet langer valt uit te leggen aan onze inwoners die ook een woning zoeken en steeds langer op de wachtlijst moeten staan? 

– Welke concrete resultaten heeft uw college met zijn Uitvoeringsprogramma Wonen tot dusverre behaald als het gaat over het buiten de sociale huursector huisvesten van statushouders? Hoeveel statushouders zijn er bijvoorbeeld in 2021 buiten de sociale huursector gehuisvest?

– Welke concrete alternatieve vormen van huisvesting van statushouders heeft uw college momenteel nog in uitvoering en/of in overweging ? Heeft uw college bijvoorbeeld een aanmelding gedaan (en/of in voorbereiding) voor de huisvesting van statushouders op basis van de ‘Hotel- en accommodatieregeling (HAR) voor vergunninghouders’? Zo ja, graag nadere informatie. Zo nee: waarom niet?

– Welke concrete resultaten heeft uw college overigens behaald in het ‘Zoeken naar een balans tussen de verplichte taakstelling en reguliere woningzoekenden’ (maatregel 19 in uw Uitvoeringsprogramma 2019)? Zijn er in deze lobby in 2021 nog activiteiten onder­nomen? Zo ja, kunt u die (en het concrete resultaat) beknopt beschrijven?

– Welke achterstand in het huisvesten van statushouders had Westland per ultimo 2021? En welke taakstelling voor het huisvesten van statushouders is Westland voor de eerste helft van 2022 opgelegd? Welk deel van de opgave huisvesten statushouders (‘achter­stand’ en taakstelling) verwacht u nu concreet in 2022 buiten de sociale huursector te kunnen gaan huis­vesten?

Fractie GBW 

André van den Berg

 

Meer nieuws uit
Zoeken