Collegevragen over lokale Inclusie Agenda

Westland 09.04.2024 – In december 2023 heeft het college de Lokale Inclusie Agenda 2024-2028 met de raad gedeeld.


D66 Westland is natuurlijk blij dat we met deze LIA na 8 jaar in ieder geval eindelijk aan het VN-verdrag Handicap voldoen en vinden het fijn dat belanghebbenden zijn gevraagd om mee te denken.

Echter is het document nog weinig ambitieus en willen we het college er bovendien op wijzen, dat op deze manier nog niet aan de toezegging die in 2021 is gedaan. We verwijzen graag naar het memo van wethouder Vreugdenhil van november 2021.

Naar aanleiding van vragen van fractie D66 is besloten ook activiteiten uit het antidiscriminatiebeleid en LHBTIQ-beleid op te nemen in de inclusie agenda. Het doel van dat voorstel, die het college toentertijd leek te beamen, was om mensen niet in hokjes te stoppen basis van één kenmerk. Zo’n intersectionele blik is namelijk een voorwaarde om tot passend inclusief beleid te komen. Om tot sociale rechtvaardigheid te komen voor iedereen, wordt vaak één doelgroep centraal gesteld, wat ook noodzakelijk is om gemarginaliseerde groepen te zien, te horen en hun rechten te agenderen.

Maar het is ook belangrijk oog te hebben voor de diversiteit en verschillende onderlinge belangen binnen afgebakende doelgroepen. Juist om te zorgen dat het geld voor bepaalde doelgroepen goed gebruikt wordt, is het belangrijk te beseffen dat deze groepen niet homogeen zijn, en dat beleid dat ook moet weerspiegelen. Het besef dat ‘onverwachte’ combinaties vaker regel dan uitzondering zijn, is essentieel voor de ontwikkeling van passend inclusief beleid. Een intersectionele blik kan helpen bij de bewustwording daarvan. 

Dit geeft aanleiding tot de volgende vragen:

1. Waarom is het college er niet in geslaagd de oorspronkelijke planning te volgen (startnotitie klaar in 2021)?

2. Waarom heeft het college besloten af te wijken van de toenmalige toegezegde opzet?

a. Geen startnotitie, maar gelijk de volledige LIA
b. Het opstellen van verschillende beleidsstukken, in plaats inclusiebeleid in bredere zin.

3. Het college geeft aan dat inclusie op het gebied van een beperking om specifiek vraagt en dit niet te combineren is met het Regenboogbeleid of het anti-discriminatiebeleid. Heeft het college onderzoek gedaan bij andere gemeenten en gezien dat het andere gemeenten wel is gelukt deze beleidsstukken te combineren?

4. Is het college het met ons eens dat gemarginaliseerde groepen niet homogeen zijn, en dat beleid dat ook moet weerspiegelen?

5. Zo ja, hoe gaat het college zorgen dat de afzonderlijke beleidsstukken op elkaar aansluiten en intersectionaliteit ook wordt meegenomen?

6. Wat is de status van het anti-discriminatiebeleid?

Wij verzoeken u deze vragen schriftelijk te beantwoorden binnen de daarvoor gestelde termijn.

Ilse Daalhof

D66 Westland

 

Meer nieuws uit
Zoeken