Westland 29.04.2016 – De fracties GBW en LPF Westland hebben collegevragen gesteld over woningtoewijzing aan statushouders in het Westland.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen.
Vraag 1
Bent u het met ons eens dat Westland ten opzichte van de andere gemeente om ons heen wel heel veel woningen toewijst aan Statushouders in relatie tot beschikbare woningen voor autochtone bewoners (ruim 25%).
Antwoord 1
Wij delen uw mening niet.
In 2015 zijn in totaal 601 woningen in de sociale huur (onder de vrije sector grens) beschikbaar gekomen. Via de vorm voorrang zijn 143 woningen (is 23,8%) beschikbaar gesteld aan urgenten, Hiervan zijn 66 woningen (is 11% van het totaal vrijgekomen sociale huurwoningen en 45% van het totaal van urgenten) ingezet voor de huisvesting van de verplichte taakstelling statushouders. (Luchtfoto Monster)
Het toewijzingspercentage van 25% aan statushouders uit het overzicht van de SVH heeft betrekking op toewijzing van woningen in de betaalbare voorraad en dit zijn woningen met een huurprijs onder de hoogste aftoppingsgrens van € 628, – dus niet van de gehele sociale huurvoorraad. Het aantal in 2015 beschikbaar gekomen sociale huurwoningen met een voor de doelgroep betaalbare huur (onder de € 628,-) ligt op 262 woningen.
Per 1 januari 2016 zijn de corporaties verplicht om woningen passend toe te wijzen. Dit houdt in dat de corporaties woningzoekenden met inkomen onder de € 30.000, -, een woning onder de
€ 628, – moet aanbieden. Vanaf oktober 2015 zijn de corporaties in Westland al gestart met het passend toewijzen. De gehuisveste statushouders vallen onder de primaire inkomens doelgroep. Het toewijzingspercentage aan woningzoekenden met een lager inkomen wordt uiteraard beïnvloed door de samenstelling van de voorraad en de beschikbaarheid van goedkope woningen. Dit is in elke gemeente anders. Door het passend te moeten toewijzen wordt voorzien dat er knelpunten in de toewijzing gaan ontstaat, zoals voor woningzoekenden met een laag inkomen (er komen namelijk niet ineens meer passende goedkopere woningen), de uitvoering voor de verplichte taakstelling en voor zorgwoningen die vanwege de aanpassing vaak een hogere huur kennen. Door de VNG en AEDES is dit al aangekaart bij de minister.
In het kader van passend toewijzen willen wij er op wijzen zoals ook is vermeld in de SVH rapportage, dat nog geen 60% van de geslaagde Huurtoeslagdoelgroep terecht is gekomen in een woning onder de aftoppingsgrens. Dit betekent dat ook nog steeds woningzoekenden met een hoger inkomen dan € 30.000, – een dergelijke betaalbare huurwoning hebben gekregen. De gemeente Westland scoort met dit percentage het laagst in de regio.
Tot slot willen wij u er op wijzen dat naast de gemeente Westland ook nog 3 andere gemeenten in de regio, te weten: Midden Delfland, Rijswijk en Wassenaar aan de verplichte taakstelling voldaan hebben, waarvan Rijswijk de grootste voorsprong heeft gerealiseerd.
Vraag 2
Bent u bereid om met deze cijfers richting het ministerie te gaan en wederom een poging te wagen om de taakstelling voor Westland voor de komende jaren naar beneden bij te stellen.
Antwoord 2
Wij zijn niet bereid de minister te vragen de taakstelling voor Westland bij te stellen. Het belangrijkste argument hiervoor is het feit dat slechts 60% van de geslaagde Huurtoeslagdoelgroep terecht is gekomen in een huurwoning onder de aftoppingsgrens,
De cijfers over de woningtoewijzing zijn in onze ogen niet extreem te noemen. Dit wil niet zeggen dat wij niet erkennen dat er druk staat op uitvoering van de taakstelling in relatie tot de reguliere vraag naar woningen. Met u zijn wij van mening om hiervoor oplossingen te zoeken zoals het versnellen van sociale woningbouw en het aanbieden van onzelfstandige woonruimte.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
|
M. van Beek |
J. van der Tak |