Westland 11.06.2018 – Op 2 mei heeft B&W vragen ontvangen van de fractie Westland Verstandig over de meting van de luchtkwaliteit in Westland door uitgifte
en plaatsing van meetbuisjes. Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren wij u als volgt.
Vraag 1
Is het College bereid om de luchtkwaliteit in Westland te meten en gedurende vier tot acht weken een honderdtal meetbuisjes aan de voorgevels van onder andere het Gemeentehuis, Basisscholen en op gevels van bedrijven en woningen te plaatsen om de luchtkwaliteit te registreren en voorts aan inwoners van Westland, die dat willen, een meetbuisje beschikbaar te stellen die zij aan hun woning kunnen bevestigen om de luchtkwaliteit in hun buurt te meten?
Antwoord 1
Nee. Het is belangrijk te realiseren dat het monitoren van de luchtkwaliteit grote nauwkeurigheid en deskundigheid vereist en dat deze monitoring daarom gevalideerd wordt uitgevoerd door het RIVM. Daarbij volgt het RIVM de Europese Richtlijnen en de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit 2007 (RBL). Hierin worden allerlei eisen gesteld aan het aantal metingen, aan de kwaliteit en de plaats waar een meting kan worden uitgevoerd. De meetgegevens van het gevalideerde monitoringmeetnet met zorgvuldig gekozen meetpunten, vormen tezamen met emissiegegevens van bedrijven, verkeer en andere bronnen de input voor het landelijke Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het RIVM toetst de luchtkwaliteit aan de gemiddelde concentratie van een heel jaar. Hierdoor wordt verantwoord omgegaan met schommelingen in luchtconcentraties als gevolg van meteorologische omstandigheden en diverse tijdgebonden factoren.
Het meten gedurende slechts vier tot acht weken op min of meer willekeurige plaatsen voldoet in kwalitatief opzicht niet aan de vereisten en zal een vertekend beeld opleveren. Dergelijke resultaten zijn niet vergelijkbaar met de hoge standaarden van de monitoringgegevens van het RIVM, en leiden dan ook niet tot betrouwbare conclusies over de gezondheidssituatie ter plaatse.
Vraag 2
Is het College bereid om ook de inwoners, scholen, verenigingen te laten participeren door meetbuisjes uit te geven, die de inwoners, scholen en verenigingen dan zelf kunnen plaatsen en inleveren? Op die wijze wordt toch ook een bijdrage geleverd aan bewustwording?
Antwoord 2
Bij de beantwoording van de eerste vraag is aangegeven dat het uitvoeren van metingen gevalideerd en nauwkeurig moet plaatsvinden. Dat geldt ook voor het aanbrengen en verwijderen van eventuele meetbuisjes. Als deze meetbuisjes door niet-deskundigen worden aangebracht en weggehaald zijn de resultaten op voorhand niet bruikbaar. Daarbij is de bewustwording erbij gebaat als deze op basis van kwalitatief goede informatie plaatsvindt, op basis waarvan betrouwbare conclusies mogelijk zijn.
Vraag 3
Is het College bereid om na de metingen de resultaten aan de Raad en de inwoners te laten weten en te bezien of, waar en welke maatregelen gewenst zijn?
Antwoord 3
Bij de vorige vragen is aangegeven waarom het uitvoeren van lokale metingen niet raadzaam wordt geacht. Het college is uiteraard wel bereid om, indien de metingen van RIVM hiertoe aanleiding geven, de Raad en de inwoners te informeren over eventueel noodzakelijk maatregelen ten aanzien van de luchtkwaliteit.