Mogelijke claim bij COA voor afblazen opvang vluchtelingen

Westland 04.11.2016 – De fractie Westland Verstandig en LPf Westland hebben collegevragen gesteld het over huisvesting van vluchtelingen.


Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2016”, beantwoorden wij deze vragen.

Vraag 1 – WV

Neemt uw College op korte termijn contact op met het COA om duidelijkheid te krijgen over het al of niet doorgaan van de locatie Wateringen? Is uw College bereid om in te zetten op het bericht aan het COA dat realisering daar omstreden is en er ongetwijfeld in Nederland betere locaties te vinden zijn voor de huisvesting van vluchtelingen dan op een industrieterrein?

Antwoord 1

Het college had het COA naar aanleiding van de diverse berichten over de afnemende asielinstroom verzocht om uiterlijk in september duidelijkheid te geven over nut en noodzaak van een opvanglocatie in Wateringen. Op 21 september heeft het COA ons laten weten dat het plan voor een AVO in Wateringen niet doorgaat (zie het memo van het college aan de Raad dd. 21 september jl.). 

Vraag 2 – WV

Heeft een eventueel afblazen van de plannen nog financiële gevolgen voor de gemeente. Is uw College bereid om op korte termijn actie te ondernemen zodat ook de procedure inzake de omgevingsvergunning kan worden stopgezet en voorts de omliggende bedrijven niet verder meer op kosten gejaagd worden vanwege aan te spannen procedures?

Antwoord 2

Zoals wij u op 21 september hebben bericht, heeft de initiatiefnemer de aanvraag van de omgevingsvergunning ingetrokken. Het niet doorgaan van het plan heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente, omdat hier sprake was van een deal tussen de eigenaar van het hotel en het COA. De rol van de gemeente was beperkt tot het faciliteren van het proces rondom de omgevingsvergunning. Dit neemt niet weg dat wij, via de VNG, hebben aangekaart dat er een claim neergelegd moeten worden bij het COA over de gemaakte (ambtelijke) kosten. Wij gaan er vanuit dat een gezamenlijke claim, vanuit het collectief van de VNG, meer kans van slagen heeft.

Komst AZC Wateringen naar Lierseweg nog niet zeker

Vraag 3 – WV

Betekent vorenstaande algemene lijn dat ook de plannen rondom de mogelijke huisvesting aan de Wateringseweg en/of de Oostuinlaan in ’s-Gravenzande tot stilstand worden gebracht? Nu verkeren veel omwonenden in onzekerheid hetgeen niet gewenst is en zij hebben recht op duidelijkheid op zo snel mogelijke termijn.

Antwoord 3

In de beantwoording van de artikel 26 vragen van de fractie LPF van 25 mei 2016 is aangegeven dat, gezien de ontwikkelingen bij het gebied van de Wateringseweg, deze locatie niet verder verkend zou worden. Ook de Oostduinlaan wordt niet verder onderzocht, zie het antwoord op vraag 3 van de LPF.

Vraag 4 – WV

Kan het College ook nog aangeven waarom nou typisch deze twee locaties door het College vermeld zijn als mogelijke huisvestingslocaties voor vluchtelingen? Wie heeft daarvoor het initiatief genomen en wie heeft de gemeente op die kavels gewezen? Met andere woorden wie is de initiatiefnemer? De bedoeling van deze vraag is om te bezien of hier het “ons kent ons”-beginsel weer gewerkt heeft.

Antwoord 4

De gemeente heeft een maatschappelijke taak om starters, statushouders en andere woningzoekenden te huisvesten. Hierover zijn ook taakstellend afspraken gemaakt met de provincie. Het onderzoek gaat over de mogelijkheden voor innovatieve tijdelijke huisvesting en over mogelijke locaties voor dergelijke huisvesting. Dit is een ambtelijke verkenning, die moet leiden tot bestuurlijke besluitvorming.

Vraag 1 – LPF

Heeft het college kennisgenomen van de lagere taakstelling van de stad Den Haag?

Antwoord 1

Ja. Op 11 oktober jl. zijn wij door het ministerie van Binnenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de taakstelling voor de eerste helft van 2017. De landelijke taakstelling voor het huisvesten van de vergunninghouders is vastgesteld op 13.000 personen. Daarmee is de taakstelling substantieel lager dan de tweede helft van 2016 (23.000).

Vraag 2 – LPF

Heeft het college van Westland een gelijkluidende boodschap ontvangen van het ministerie? Zo nee, bent u bereid om per ommegaande contact op te nemen met het ministerie en daar ook een lagere taakstelling aan te vragen gezien de lastige Westlandse situatie en de verminderde instroom?

Antwoord 2

Ja. De taakstelling voor de eerste helft van 2017 is voor het Westland vastgesteld op 80 personen. Terwijl de taakstelling voor de tweede helft van 2016 op 142 personen is vastgesteld.

Vraag 3 – LPF

Is het college het met LPF Westland eens dat de ontwikkeling van het project aan de Oostduinlaan nu helemaal overbodig is en direct moet worden stil gezet?

Antwoord 3

In het Westland is er nog steeds sprake van een druk op de sociale huurwoningenmarkt. Het verlagen van de druk voor de doelgroepen starters, urgenten (echtscheiding), vergunninghouders en ouderen die langer zelfstandig moeten blijven wonen is onverminderd van toepassing. Door het mogelijk maken van tijdelijke innovatieve woonvormen kan deze druk worden verlaagd. Onderzoek naar deze tijdelijke woonvormen zetten wij dan ook door. De locatie van de Oostduinlaan wordt door ons als ongeschikt bestempeld.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,                       de burgemeester,

M. van Beek

J. van der Tak

 

 

 

Meer nieuws uit
Zoeken