Situatie rondom huisvesting arbeidsmigranten

Westland 24.09.2021 – Op 22 juli hebben B&W vragen ontvangen van de fractie Westland Verstandig over arbeidsmigrantenhuisvesting op de bedrijven in Westland.


Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren zij u als volgt.

Inleiding
De Raad heeft in 2019 en 2020 een aantal keren uitgesproken in meerderheid voorstander te zijn van kleinschalige huisvesting van arbeidsmigranten, zij het onder strakke voorwaarden, bij en op de Westlandse bedrijven. Het College moest dus uitvoering geven aan die wens van de Raad, maar talmt en komt maar niet met concrete plannen. Alhoewel Westland al ruimschoots ervaring heeft met huisvesting op de bedrijven omdat tot 2012 dat was toegestaan maar toen door een CDA-amendement onmogelijk werd, zijn ineens pilots nodig en is ook plotsklaps de medewerking van de Provincie nodig om huisvesting op de bedrijven mogelijk te maken. Echter over het hoofd gezien wordt dat vaak in het geheel geen kassen gesloopt behoeven te worden, maar dat bedrijven dermate ruim gehuisvest zijn voor wat betreft de bedrijfserven, dat daarop gemakkelijk kleinschalige huisvesting kan plaatsvinden.

De ervaring is dat ook arbeidsmigranten dat zelf op prijs stellen en jaarlijks weer terugkeren naar de plekken waar nu gewoond kan worden op de bedrijven. Dat zou niet gebeuren als men niet ontevreden zou zijn over de huisvesting of de verdere condities. Desalniettemin komt het College met niets en nu zien we dat ook de Bommelerwaard ons voorbij streeft. Bommelerwaard weet te melden dat Westland geen voorstander is van huisvesting op de bedrijven omdat dat de reconstructie in de weg zou staan.

Ook dit is natuurlijk een onzinnig argument omdat arbeidsmigranten nou eenmaal bij de tuinbouw horen en het een uitstekend plan is om ook daar waar de arbeidsmigranten nodig zijn, de huisvesting te regelen. In ieder geval heeft dat in Westland niet tot noemenswaardige problemen geleid.

Vraag 1
Waarom maakt het College geen haast met de huisvesting op de bedrijven en dat dienen dan niet alleen tuinbouwbedrijven, maar ook andere bedrijven te zijn?

Antwoord 1
Wij willen ook kleinschalige huisvesting op de eigen (tuinders)percelen faciliteren en hebben samen met de provincie onderzocht onder welke randvoorwaarden dit mogelijk is. Dit traject is wel degelijk voortvarend opgepakt, maar heeft meer tijd gekost dan vooraf ingeschat.

Vraag 2
Is het College het met de fractie van W estland Verstandig eens dat kleinschalige huisvesting verspreid over een groot aantal locaties in Westland, verreweg te prefereren is boven huisvesting zoals het College dat nu weer van plan is?

Antwoord 2
Het college is van mening dat een mix van de genoemde oplossingen noodzakelijk is om een gedeelte van de in W estland werkzame arbeidsmigranten te kunnen huisvesten.

Vraag 3
Is het College het ook met de fractie van Westland Verstandig eens dat huisvesting op het ABC terrein en bij de Horti Campus -grootschalig – nog steeds verreweg de beste optie is, omdat daar de minste weerstand tegen zal zijn?

Antwoord 3
Huisvesting op het ABC-terrein is een van de mogelijkheden waaraan gewerkt wordt. Recent is de vergunning verleend voor de tijdelijke transformatie van het Horti -businesskantoor nabij de Greenport Horti Campus.

Vraag 4
Is het College het met de fractie van W estland Verstandig eens dat als er meerdere mogelijke grote locaties in W estland zijn, deze gelijktijdig worden gepresenteerd zodat keuzes gemaakt kunnen worden?

Antwoord 4
Voor de realisatie van huisvesting voor arbeidsmigranten zijn wij afhankelijk van initiatieven vanuit de markt. Daarbij hebben wij een pragmatische insteek en worden kansen b enut op het moment dat deze zich voordoen. Daarnaast kent ieder plan een eigen doorloopsnelheid en resulteert niet ieder initiatief in daadwerkelijke huisvesting voor arbeidsmigranten. Het college neemt afzonderlijke besluiten over de verschillende locaties. Deze keuzes zijn gebaseerd op algemeen geldend beleid. Gezien de grote opgave kunnen wij het ons niet permitteren te kiezen voor de ene of de andere locatie. Locaties worden op hun merites beoordeeld en als deze kansrijk zijn verder gefaciliteerd richting realisatie.

Vraag 5
Wanneer zal het College de eerste vergunningen verlenen voor huisvesting op de bedrijven?

Antwoord 5
Op dit moment gaan we met initiatiefnemers in gesprek om te komen tot haalbare plannen . Daarna kunnen de vergunningen worden ingediend. Afhankelijk van het proces hopen we binnen enkele maanden diverse vergunningen te kunnen verlenen. Indien het college een vergunning voor huisvesting op bedrijven verleen t, wordt u daarover op gebruikelijke wijze geïnformeerd. Vraag 6 Waarom wordt dit niet snel en grondig beetgepakt? Antwoord 6 De overleggen met de provincie, Glastuinbouw NL en de FNV over de randvoorwaarden waaronder huisvesting op de tuinderspercelen mogelijk kan worden, zijn net voor de zomer afgerond (“pilot huisvesting op tuinderspercelen”). Er zal nu verder gewerkt worden aan de uitvoering van deze pilot door middel van vergunningverlening en monitoring van uitvoering . Zoals bij de beantwoording van vraag 1 al aangegeven , heeft dit traject meer tijd gekost dan vooraf was ingeschat.

Meer nieuws uit
Zoeken