‘s-Gravenzande 26.08.2023 – Op 20 juli hebben B&W vragen ontvangen van de fractie Westland Verstandig over vervelende communicatie vanuit de gemeente rondom de strijdige bewoning aan de Verhulstlaan,
en onnodig traineren verzoeken inwoners.
Het college heeft de vragen als volgt beantwoord.
Inleiding
Aan de Verhulstlaan in ‘s-Gravenzande wordt sedert 2020 een eengezinswoning bewoond door 6 tot 8 arbeidsmigranten van een in de gemeente bekend uitzendbureau in Westland.Voor bewoning is zonder meer een omzettingsvergunning nodig die er niet is en ook niet gegeven zal kunnen worden. Sprake is van bewoning door meer dan 1 huishouden en dus illegaal. De bewoners zijn al sedert 2020 bezig om de gemeente te bewegen tot handhaving. Nu al meer dan 3 jaar worden de bewoners aan het lijntje gehouden.
Op 17 maart 2020 deelt het College mede dat een onderzoek wordt ingesteld dat 8 weken zal duren en daarna valt het College stil. Na vele verzoeken van de bewoners ontvangen zij op 17 juli 2023 een brief van het College dat … er een onderzoek wordt ingesteld dat meer dan 8 weken zal duren. Bewoners furieus en terecht. Dit kan echt niet. De strijdige bewoning is eenvoudig te constateren door raadpleging van de registers, ter plekke een onderzoek te doen ofwel bij het bekende uitzendbureau navraag te doen over deze illegale bewoning van een schaarse woning.
Westland Verstandig acht deze gang van zaken -zacht gezegd- niet correct en steekt schril af tegen gevallen waar het College met gestrekt been ingaat in soortgelijke situaties en zelfs ook optreedt in gevallen die veel minder ernstig lijken dan de bewoning door 6/8 arbeidsmigranten van een woning midden in een woonwijk. De bewoners ondervinden heel veel overlast van de bewoning en vandaar dat ze onze fractie benaderen om actie.
Dit leidt tot de volgende vragen:
Vraag 1
Is vorenstaande casus bekend en is het College het met onze fractie eens dat onze inwoners een betere behandeling verdienen en niet aan het lijntje mogen worden gehouden?
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat dezelfde medewerker de brief van 2020 en de brief van 2023 schrijft en wordt het niet de hoogste tijd dat hier een veel strakkere aansturing plaatsvindt omdat dit soort brieven het imago van de gemeente ernstig schaadt? Hoe gaat het College dat doen?
Vraag 3
Wat gaat het College doen richting bewoners om dit weer goed te maken? Is het College het met onze fractie eens dat binnen 1 uur bekend kan zijn hoe de bewoning plaatsvindt (kennisname van de registers door gemeente, controle ter plekke en navraag bij het bekende uitzendbureau)
Vraag 4
Als het juist is wat de bewoners aangeven, wat zijn dan de gevolgen voor dit uitzendbureau dat illegale situaties creëert en laat voortduren en zich niks aantrekt van klachten van buurtbewoners?
Reactie
Op 23 maart 2020 hebben wij een verzoek tot handhaving ontvangen van twaalf bewoners rondom het betreffende adres. Ons is verzocht handhavend op te treden omdat de woning, volgens de bewoners in strijd met wet- en regelgeving, bewoond zou worden door zes tot acht arbeidsmigranten. De bewoners ervaarden hierdoor een parkeerprobleem.
Bij brief van 7 april 2020 hebben wij de bewoners bericht dat wij ter plaatse geen onderzoek konden verrichten naar het gebruik van de woning en de parkeerproblematiek. Het kabinet had namelijk op donderdag 12 maart 2020 maatregelen genomen in de aanpak van het coronavirus en wij verkeerden in ‘lockdown’. De Veiligheidsregio Haaglanden heeft daarop op 26 maart 2020 deze maatregelen verder aangescherpt in de noodverordening COVID-19. Dit betrof bindende regelgeving, hetgeen tot gevolg had dat onderzoek ter plaatse niet verantwoord kon worden uitgevoerd.
Hier komt bij dat de Minister voor Milieu en Wonen bij brief van 26 maart 2020 heeft medegedeeld dat gedurende deze crisisperiode huisuitzettingen dienden te worden uitgesteld. Dit vanuit het besef dat het in tijden van crisis niet past om mensen van woonruimten te ontdoen en hen aan de gevaren van COVID-19 bloot te stellen.
Gelet hierop is de bewoners bericht dat de behandeling van het door hen ingediende handhavingsverzoek zou worden uitgesteld tot de beperkende maatregelen zouden worden opgeheven. In de tussenperiode is er op verscheidene momenten contact geweest met een aantal bewoners.
Vanaf 19 juni 2020 tot 6 mei 2021 is er vijfmaal telefonisch contact geweest met bewoners om hen te informeren betreffende hun handhavingsverzoek. De aanhoudende ‘lockdowns’ en het gegeven dat verscheidene woningen door uitzendbureaus als ‘coronapanden’ werden gebruikt, voor de huisvesting van met COVID-19 besmette werknemers, maakten dat nog altijd geen controle ter plaatse kon worden uitgevoerd.
Op 6 mei 2021 is er telefonisch contact geweest met een bewoner om een controlebezoek in te plannen. Echter, op dat moment verbleven er minder dan vier arbeidsmigranten in de woning. De bewoner gaf voorts aan dat het erg rustig was. Gelet hierop was het uitvoeren van een controle op dat moment niet zinvol, omdat bij voorbaat al kon worden vastgesteld dat het handhavingsverzoek zou moeten worden afgewezen. Bij minder dan vier arbeidsmigranten in de woning is namelijk geen omzettingsvergunning benodigd en is derhalve geen sprake van enige strijdigheid. Met de betreffende bewoner is daarom, in aanmerking genomen het lange tijdsverloop dat niet opgetreden kon worden, afgesproken dat er contact met ons zou worden opgenomen, indien de situatie zou veranderen en er (weer) overlast werd ervaren. Het handhavingsdossier is dan ook niet afgesloten.
Op 9 april 2023 heeft de politie een melding van overlast ontvangen. In de periode van 6 mei 2021 tot 9 april 2023 is noch bij de handhavingsjuristen, noch bij de gemeentelijke toezichthouders, noch bij de BOA’s en noch bij de politie een melding van overlast dan wel een klacht binnengekomen betreffende dit dossier. De melding van 9 april 2023 is door ons in behandeling genomen. Op 24 mei 2023 heeft een gemeentelijke toezichthouder samen met twee toezichthouders van de BRP een controle ter plaatse verricht. Daarbij zijn de identiteitsgegevens van de bewoners van het betreffende pand tevens gecontroleerd.
De melding van 9 april 2023 heeft zich vertaald in het tweede verzoek om handhaving van 25 juni 2023. Dit verzoek is in het lopende dossier gevoegd en is thans nog in behandeling en zal binnen de wettelijke termijn worden afgehandeld. De uitkomst van het onderzoek zal bepalen of sprake is van een strijdige situatie op het betreffende perceel en welke maatregelen dientengevolge genomen zullen worden. Daarnaast zullen betrokken partijen benaderd worden of zij bereid zijn al dan niet via een mediation traject met elkaar in gesprek te gaan om de overlast, die de bewoners ervaren, weg te nemen.