Westland 22.12.2022 – Op 4 november heeft de fractie Westland Verstandig collegevragen gesteld inzake gevolgen uitspraak Raad van State in Porthoszaak over nog strakker stikstofbeleid.
Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren zij u als volgt.
Inleiding
Het is bekend dat in de gemeente Westland tal van bouwlocaties van doen hebben met de stikstofproblematiek. Ook worden wel gewenste ontwikkelingen door diezelfde problematiek vertraagd. Door de uitspraak van de Raad van State is door de zgn. bouwvrijstelling een streep gezet. Zeker voor bouwlocaties vlak bij onze Natura 2000-gebieden is de uitspraak ingrijpend.
Vraag 1
Welke gevolgen heeft de Raad van State-uitspraak voor de geplande bouwplannen aan de Haagweg, het Watergat en voormalige NAM-locatie?
Antwoord 1
Het vervallen van de bouwvrijstelling heeft geen invloed op de gedane onderzoeken voor de genoemde bouwplannen.
Westmade-Noord
Bij het bestemmingsplan Westmade-Noord (500 woningen) is gebruik gemaakt van interne saldering. Bij dit bestemmingsplan is de aanleg- (bouw-) fase meegenomen in het onderzoek. Het vast-stellingsbesluit is namelijk van voor de inwerkingtreding van de bouwvrijstelling van 1 juli 2021.
Watergat en voormalige NAM-locatie
Bij de plannen is gebruik gemaakt van een Wet natuurbescherming vergunning verleend door de Omgevingsdienst Haaglanden. De vergunning van Watergat is van 14 oktober 2020 en de vergunning van de voormalige NAM-locatie is van 25 mei 2021. Bij beide aanvragen is de bouwfase meegenomen aangezien beide Wnb-vergunningen verleend zijn voor inwerkingtreding van de bouwvrijstelling van 1 juli 2021.
Algemeen
De bestemmingsplannen Westmade-Noord, Watergat en de Wnb-vergunningen zijn nog niet onherroepelijk. Het onderuitgaan van de bouwvrijstelling heeft naar het zich nu laat aanzien dus geen consequenties voor deze besluiten aangezien de bouwfase bij alle berekeningen is meegenomen.
Vraag 2
Welke gevolgen heeft de Raad van State-uitspraak voor de komst van de toegezegde jaarrondpaviljoens op het Westlandse strand?
Antwoord 2
Ook al was het wettelijk niet verplicht, hebben wij sowieso rekening gehouden met de uitstoot van het jaarlijks op- en afbouwen van paviljoens. Hiermee wordt immers het meest zuivere resultaat verkregen van wat een ontwikkeling per saldo voor de natuur betekent. Voor zover een eventueel jaarrond gebruik (inclusief bouwen) per saldo tot minder stikstofuitstoot leidt in vergelijking met de huidige tijdelijke bouwwerken en het jaarlijks opbouwen en afbreken daarvan, zou een ontwikkeling naar jaarrond voor wat betreft het aspect stikstof plaats kunnen vinden. Indien dit niet het geval is, is er heroverweging nodig. In de Omgevingsvisie Westland 2.0 is opgenomen dat voor de natuurgebieden Solleveld en Kapittelduinen de stikstofdepositie moet worden teruggedrongen, zodat de natuur zich kan herstellen. Voor de jaarrond paviljoens gaat het over een gebouw van de reddingsbrigade, over de watersportverenigingen en mogelijke strand/horecapaviljoens. Ieder heeft een andere ruimtelijke impact en voor ieder is een eigen stikstofonderzoek noodzakelijk.
Vraag 3
Is het College bereid om samen met OBWZ te bezien of tijdelijke andere invulling van de gronden niet veel beter is dan deze maar leeg te laten liggen?
Antwoord 3
Nee, de gronden van OBWZ zijn bedoeld voor de ontwikkeling van woningen, groen, water en bijbehorende voorzieningen. Bij de ruimtelijke procedure wordt bij de stikstofrapportages gebruik gemaakt van interne saldering1. Interne saldering wil zeggen dat de stikstofruimte die vrijkomt doordat tuinbouwbedrijven op dezelfde locatie zijn beëindigd, wordt gebruikt voor de ontwikkeling van de woningen. Om gebruik te maken van interne saldering wordt gekeken naar de referentiesituatie.
Voor het vaststellen van de referentiesituatie zijn de volgende uitgangspunten van belang:
a. bedrijven/activiteiten die deel uitmaken van de referentiesituatie;
b. bedrijfsemissies;
c. emissies van de verkeersgeneratie.
Het is gelet op de interne saldering niet mogelijk om een tijdelijke andere invulling aan de gronden te geven. Bij het gebruikmaken van de kassen als referentie mag in de periode tussen het amoveren van de kas en het realiseren van de woningen geen andere/nieuwe stikstof producerende activiteit op de betreffende locatie plaatsvinden. Een tijdelijk invulling zal altijd, als is het alleen maar als gevolg van verkeersgeneratie een bepaalde stikstofemissie tot gevolg hebben en daarmee onwenselijk.
Vraag 4
Is het College het met Westland Verstandig eens dat voor de bouw van starterswoningen -wil dat op korte termijn lukken- vooral gezocht moet worden op locaties die in Westland ver af gelegen zijn van de Natura 2000-gebieden?
Antwoord 4
De ruimtelijke afweging om ergens snel jongerenwoningen/starterswoningen te realiseren is van veel factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld, beschikbaarheid van een kavel, bereikbaarheid, inpasbaarheid en inderdaad ook bouwmogelijkheden in relatie tot stikstofuitstoot. Wel hebben semipermanente oplossingen (zoals flexwonen in tijdelijk bouw) voordelen ten opzichte van traditionele bouw als het gaat om stikstofuitstoot, deze woningen worden in fabrieken (elders) gemaakt.
Uiteraard zal bij de uiteindelijke uitwerking uit een stikstofrapportage moeten blijken dat de ontwikkeling niet leidt tot een toename van stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie.
1. Van intern salderen is sprake als de beoogde activiteit niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebied ten opzichte van de huidige activiteit (of referentiedatum) op die locatie