Westland 24.03.2016 – Vanaf 2013 is de gemeente in gesprek geweest met diversen partijen over het privatiseren c.q. verkopen
van de aula’s van de begraafplaatsen van De Lier, Monster en s-Gravenzande. In het kader van de mogelijke verkoop van deze drie locaties zijn de contracten met de toenmalige huurders/ pachters opgezegd en zijn er contracten opgesteld voor tijdelijke huur die maandelijks opgezegd kunnen worden. Voor een van deze locaties is een compensatie betaald van € 20.000,-. Deze “tijdelijke” situatie duurt nog steeds voort tot op de dag van vandaag.
Diversen partijen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de drie locaties te bezoeken en te onderzoeken of een overname van de genoemde locaties haalbaar is om een bod uit te brengen. Voor de geïnteresseerde ondernemers betekende dit een aanzienlijke investering in tijd en inhuur van deskundigen om een bedrijfseconomisch plan uit te werken.
Gedurende het hele proces hebben wij diversen malen geïnformeerd naar de stand van zaken en uit de beantwoording van de art. 26 van 22 juli 2014, gesteld door LPF Westland en beantwoord op 14 september 2014 kunnen wij opmaken dat er een bod is uitgebracht op 26 februari 2014. Uit de beantwoording konden wij opmaken dat aanbieding nog steeds actueel was. Het verdere proces zou eerst volledige duidelijkheid moeten brengen om daarna zo spoedig mogelijk met betrokken ondernemers terug te koppelen. In maart 2015 hebben wij in een gesprek met de wethouder dit onderwerp ook nog onder de aandacht gebracht. Het is nu maart 2016 en volgens de betrokken ondernemers is er geen enkel bericht meer vanuit gemeentelijke zijde vernomen.
Deze stand van zaken geeft voor LPF Westland aanleiding tot de volgende vragen:
1. Kan het college de laatste stand van zaken weergeven betreffende de voorgenomen verkoop van de drie aula’s?
2. Wat zijn op dit moment de afspraken met de huidige beheerders? Al eerder heeft onze fractie aandacht gevraagd om goede afspraken met de beheerders te maken waar zij mee kunnen werken.
3. Van de ondernemer die een bod heeft gedaan om de aula’s over te nemen hebben wij be-grepen dat er sinds zijn bod geen enkele reactie meer van de gemeente is ontvangen. Kan het college aangeven wanneer zij het laatste contact hebben gehad met de ondernemer en of zij ooit gereageerd hebben op het aanbod?
4. Vindt het college het correct om ondernemers uit te nodigen een aanbod te doen, met aan-zienlijke kosten voor een onderzoek, om daarna in het geheel niet meer te beantwoorden?
5. Zijn er afspraken gemaakt over de gemaakte kosten door de ondernemers, dit gezien het feit dat de gemeente zijn afspraken niet nakomt?
6. Nu het er op lijkt dat er geen privatisering plaatsvindt van de genoemde aula’s hoe lopen nu de afspraken met de huidige huurders en wat zijn de extra kosten van deze werkwijze en hoe wordt dit verantwoord in de begroting?
7. Bij een van de aula’s is een aanzienlijke overname som betaald voor de inventaris. Dit i.v.m. het afkopen van de gebruikersovereenkomst. Hoe wordt nu de investering/ kosten-post verwerkt?
8. Indien er op de huidige wijze wordt doorgegaan worden dan ook de nodige investeringen gedaan in de aula van De Lier omdat deze op diversen punten niet meer aan de gestelde eisen voldoet?
9. Is het college het met LPF Westland eens dat de wijze waarop getracht is uitvoering te ge-ven aan een stukje privatisering ver beneden de norm van verantwoord zaken doen is? En kan het college aangeven hoe zij in het vervolg een dergelijk proces zullen inzetten en verantwoorden naar zowel de ondernemers, belanghebbende als de raad.
Wij verzoeken u deze vragen te beantwoorden binnen de daarvoor gestelde termijn.
Namens de fractie LPF Westland,
Peter Voskamp