Westland 26.05.2016 – De fractie LPF heeft op 23 mei collegevragen gesteld met betrekking tot extra locaties huisvesting statushouders.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen.
Vraag 1
Welk Raadsbesluit ligt hieraan ten grondslag?
Antwoord 1
Het is een technische verkenning, afhankelijk van de uitkomsten zal verdere besluitvorming voorbereid worden door college en raad. Het college is niet van plan de locatie in Kwintsheul hiervoor te gebruiken.
Vraag 2
Is er met de omwonenden gesproken en is er draagvlak bij de omwonenden?
Antwoord 2
Nee er is nog niet gesproken met omwonenden, want het betreft een technische oriëntatie.
Vraag 3
Beide percelen hebben een agrarische bestemming; is het college serieus voornemens om de gronden anders te gaan bestemmen?
Antwoord 3
De agrarische bestemming blijft, het gaat om een mogelijk tijdelijk andere invulling op huidig braakliggend terrein. Gezien de ontwikkelingen bij het gebied van de Wateringseweg in Kwintsheul, wordt de technische verkenning beperkt tot het perceel aan de Oostduinlaan.
Vraag 4
Hoe denkt het college uit te leggen aan de honderden Westlanders die aangeschreven zijn over het strijdig gebruik van tuinbouwgrond en dan zelf als gemeente agrarische grond willen inzetten voor huisvesting van vluchtelingen?
Antwoord 4
Het betreft tijdelijke huisvesting voor reguliere woningzoekenden, zie ook antwoord 3.
Vraag 5
Is het college het met LPF-Westland eens dat de raad geïnformeerd had moeten worden over de keuze van deze 2 specifieke locaties?
Antwoord 5
Zie antwoord 1 en 2. We willen u erop wijzen dat in de beantwoording van diverse artikel 26 vragen al aangegeven is, dat de gemeente op zoek is naar diverse alternatieve woonvormen om de druk op de reguliere woningmarkt te verminderen. Deze technische oriëntatie is hier onderdeel van.
Vraag 6
Is het college bereid alle informatie die nu al voorhanden is te delen met de raad en de raad tevens de informatie te geven die op 31 mei gedeeld wordt met mogelijke inschrijvers?
Antwoord 6
De betreffende memo treft u hierbij aan.
Vraag 7
Hoe groot schat de gemeente de kans in dat Westlandse jongeren tussen 150 asielzoekers gaan wonen?
Antwoord 7
Het betreffen geen asielzoekers. Daarnaast verwachten wij, gezien de krapte op de woningmarkt, dat innovatieve woonvormen ook voor jongeren aantrekkelijk zijn en aansluiten op hun vraag en behoefte.
Vraag 8
Het streven is om in het 4e kwartaal van 2016 de woningen gereed te hebben; wanneer verwacht u de duizenden Westlandse jongeren die al jaren op een wachtlijst staan gehuisvest te hebben?
Antwoord 8
In de vastgestelde Woonvisie is hiervoor het woningbouwprogramma vastgesteld. Daarnaast bent u op de hoogte dat we sociale woningbouw aan het versnellen zijn.
Vraag 9
Hoeveel politieagenten krijgt Westland erbij wanneer deze plannen onverhoopt toch door gaan?
Antwoord 9
Dit is niet aan de orde, aangezien het reguliere woningbouw van tijdelijke aard betreft.
Vraag 10
Heeft het college ten tijde van discussie over het AZC in Wateringen niet begrepen dat de Westlandse samenleving ernstig verdeeld is over dit onderwerp en is het niet beter om dan nu (en wat LPF-Westland betreft altijd) een pas op de plaats te maken? Zeker gezien het feit dat er duidelijk minder instroom is en er ook geen specifiek beroep op de gemeente Westland gedaan is om woonruimte te ontwikkelen.
Antwoord 10
De huisvesting voor statushouders is een wettelijke verplichting. De taakstelling voor Westland heeft effect op toewijzing van reguliere woningen. Juist om deze druk op reguliere woningen te verminderen wordt nagedacht over het realiseren van tijdelijke, innovatieve woonvormen.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |