Westlanden 24.07.2016 – Staatssecretaris Sander Dekker (onderwijs) stelt in 2017 €9 miljoen beschikbaar voor zomerscholen. Tot voor kort hadden de meeste
leerlingen die op hun rapport net tekort kwamen maar twee keuzes: zitten blijven of overgaan naar een lager niveau. Middelbare scholen bieden tegenwoordig een alternatief: leerlingen kunnen naar een zomerschool om hun leerachterstand weg te werken.
Zomerscholen dragen bij aan het terugdringen van het percentage zittenblijvers. Op dit moment blijft 5,3% van de leerlingen in het voorgezet onderwijs zitten. Staatssecretaris Dekker: ‘Zittenblijven is voor veel leerlingen erg demotiverend. Vaak blijft een leerling op één of twee vakken zitten. Het is zonde als hij of zij een heel jaar moet overdoen. Zomerscholen zijn dan een uitkomst. Ruim vier van de vijf leerlingen die aan een zomerschool meedoen, gaan alsnog over naar de volgende klas.’
Flinke stijging
Het aantal zomerscholen stijgt de laatste jaren flink. Op initiatief van de VO-raad en CNV Onderwijs zijn in 2013 en 2014 pilots georganiseerd met zomerscholen. Na het succes van deze pilots zijn nu in het hele land deze bijspijkercursussen te vinden. In 2015 hebben ruim 3.000 leerlingen van 260 middelbare scholen een programma gevolgd om hun leerachterstand weg te werken. In 2016 hebben 310 middelbare scholen een zomerschoolprogramma opgezet voor meer dan 13.000 leerlingen.
Zomerscholen
Op zomerscholen krijgen leerlingen in de vakantie intensieve en persoonlijke begeleiding, gericht op een beperkt aantal vakken, zodat ze zich de vereiste leerstof eigen kunnen maken. Ze worden hierbij begeleid door (externe) studiecoaches en docenten. Leerlingen kunnen zo in één of twee weken voorkomen dat zij blijven zitten. De school bepaalt of een leerling deelneemt aan het zomerprogramma, stelt de overgangstoets samen en zal uiteindelijk ook beslissen of de leerling doorgaat naar het volgende leerjaar. Sommige scholen kiezen ervoor om de bijspijkercursus al in de lente te organiseren.