College; verantwoording informatie nieuwbouw ligt bij projectontwikkelaar

Naaldwijk 15.05.2018 – Op 4 maart 2018 hebben B&W vragen ontvangen van de fractie CDA over misleidende informatie tijdens aankoop van een woning in Hoogeland.


Ingevolgde artikel 42 van het Reglement van Orde informeren wij u als volgt.

Vraag 1

Is het college op de hoogte van de twee geschetste situaties, waarbij kopers van een nieuwbouwwoning in een nieuwbouwwijk uiteindelijk geconfronteerd worden/werden met een andere dan hun voorgespiegelde werkelijkheid in de omgeving?

Antwoord 1

Het bestemmingsplan is in 2010 vastgesteld en nadien niet gewijzigd. Gestapelde woningbouw is op deze locatie mogelijk. Op het bord wordt reclame gemaakt voor een andere locatie van Hoogeland dan waar het bouwbord was geplaatst.

Vraag 2

Hoe beoordeelt het college verwarrende c.q. misleidende uitingen zoals het plaatsen van het reclamebord in Hoogeland (zie afbeelding 1) en het vervolgens op die plek realiseren van twee appartementsgebouwen van 4 hoog?

Antwoord 2

Het college vindt het vervelend dat het reclamebord verwarrend is, maar het is geen wettelijke taak van de gemeente om  de presentatie van een project door de verkopende/ontwikkelende partij te controleren. Er zijn geen bestuursrechtelijke instrumenten in handen om daarop te handhaven.

Vraag 3

Hoe beoordeelt het college aanpassingen in het bestemmingsplan in een nog verder te ontwikkelen nieuwbouwwijk in relatie met zojuist opgeleverde woningen in dezelfde wijk (zoals wordt voorgesteld in het eerste herzieningsplan voor Duingeest) als die aanpassingen een negatief effect hebben op deze al opgeleverde woningen?

Antwoord 3

Het college weegt bij een aanpassing van een bestemmingsplan alle belangen af. Zo moet er sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. Het kan voorkomen dat een aanpassing een negatief effect heeft voor belanghebbenden, maar wel ruimtelijk aanvaardbaar is.

De afweging om een aanpassing door te voeren, wordt in de toelichting van een bestemmingsplan inzichtelijk gemaakt. Gebleken is dat het voorontwerp Duingeest 1e herziening nadelige, niet ruimtelijk aanvaardbare gevolgen had voor omwonenden. Dit heeft er toe geleid dat het voorontwerp bestemmingsplan wordt bijgesteld.

Vraag 4

Is het college het met ons eens dat projectontwikkelaars altijd een zuivere voorstellingvan zaken moeten geven in hun promotiemateriaal, eventueel aangevuld met voldoende voorbehouden?

Antwoord 4

Het is aan de projectontwikkelaar om een juiste weergave van het project te geven. Als de gemeente merkt dat het promotiemateriaal strijdig is met de verleende vergunning, dan zal de adverteerder hierop aangesproken worden. In dit geval is er geen sprake van strijdigheid met de verleende vergunning

Vraag 5

Is het college het met ons eens dat de gemeente niet alleen de bouwplannen dient te controleren, maar tevens de hieruit voortvloeiende promotie, waardoor omwonenden en potentiële kopers tevoren weten wat er gerealiseerd gaat worden en zij beter de mogelijkheid van bezwaar maken hebben c.q. een betere aankoopbeslissing kunnen nemen?

Antwoord 5

Nee, de gemeente heeft geen bestuursrechtelijke instrumenten om de promotie te handhaven en daarom ook niet de middelen om daar actief op te controleren.

Vraag 6

Ziet de gemeente voor zichzelf een rol om bij het publiceren van bouwaanvragen in gewone mensentaal toe te lichten welke bouwhoogten mogelijk zijn, waardoor belanghebbenden een realistisch beeld krijgen?

Antwoord 6

Nee, de gemeente publiceert de aanvraag conform de daarvoor geldende regelgeving. Belangstellenden kunnen bij de gemeente een verzoek indienen voor inzage van aanvraag omgevingsvergunning.

 

Meer nieuws uit
Zoeken