Nederland 08.09.2023 – De woninghuren zijn in juli 2023 met gemiddeld 2% omhooggegaan ten opzichte van een jaar eerder, toen de huren 3% stegen.
De huren van sociale huurwoningen stegen in juli 2023 met gemiddeld 0,1% bij woningcorporaties, bij de overige verhuurders 3,7%. De huren van vrijesectorwoningen stegen met 4,5%. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
De maximaal toegestane huurverhoging is afhankelijk van het soort verhuur (gereguleerd of geliberaliseerd) en de hoogte van het inkomen van de huurder. Huishoudens met een laag inkomen komen in 2023 onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een huurverlaging. Lees meer over de maximale huurverhoging en de huurverlaging voor lage inkomens bij de Rijksoverheid.
Minder sterke stijging bij sociale verhuurders
Bijna 70% van alle huurwoningen is in het bezit van woningcorporaties. Gemiddeld stegen de huren van sociale woningen bij corporaties per 1 juli van dit jaar met 0,1%. Vorig jaar was de stijging 2,6%. Bij overige verhuurders stegen de huren van sociale huurwoningen gemiddeld wel meer dan vorig jaar: 3,7% in 2023 ten opzichte van 2,8% in 2022. Ook de huren van vrijesectorwoningen gingen dit jaar gemiddeld meer omhoog: 4,5% in 2023 tegenover 3,8% in 2022.
Vrijesectorwoningen kunnen net als sociale woningen in het bezit zijn van corporaties of van overige verhuurders. De nettohuurprijs bij het ingaan van het huurcontract bepaalt of een woning geliberaliseerd is. Vanaf een bepaalde huur – de zogenoemde liberalisatiegrens – is de woning een vrijesectorwoning, bij een lagere huur is het een sociale huurwoning. In 2023 lag de liberalisatiegrens op € 808,06.
Sterkere stijging bij bewonerswisselingen
Als een huurwoning van bewoner wisselt, gelden er andere regels en wordt de huur meestal meer verhoogd. Gemiddeld stegen de huren bij bewonerswisseling met 10,9%, dit is meer dan in 2022 (9,7%). Sinds 2014 zijn de huren bij bewonerswisselingen niet zo hard gestegen als in 2023. Wie huurt bij een sociale verhuurder kan onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een inkomensafhankelijke huurverlaging. Deze verlaging heeft een dempend effect op de huurstijging. Als geen rekening wordt gehouden met bewonerswisselingen is er sprake van een huurdaling bij de sociale verhuurders van 0,1%. Bij overige verhuurders stegen de huren zonder bewonerswisselingen met 3,2%. Dit is een hogere stijging dan in 2022.
Van de vier grote steden stegen in 2023 de huren in Amsterdam met 2,8% het sterkst. In Zuid Holland stegen de huren met 1,5% het minst. Bewonerswisselingen hadden hier minder effect op de huurontwikkeling, namelijk 0,7%.