Stand van zaken woningbouwprogramma in Westland

Westland 12.05.2022 – Op 4 maart hebben B&W vragen ontvangen van de fractie GBW over de brief van de provincie Zuid Holland met betrekking tot het “Westlands woningbouwprogramma”.


Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren zij u als volgt.

Inleiding
Binnen de gemeenteraad is (7 december 2021) een stevig debat gevoerd over het ‘Tussenakkoord’, als opmaat van nieuwe regionale woning­marktafspraken. In een motie – ingediend door GBW, Westland Verstandig, CDA Westland en LPF Westland – werd uw college opgeroepen niet tot ondertekening van het Tussenakkoord over te gaan. Als één van de belangrijke argumenten is in de motie genoemd dat in het Tussenakkoord de werkafspraken zijn opgenomen dat (…)geïnventariseerd gaat worden op welke wijze Westland bij de ontwikkeling van nieuwe plannen méér woningen aan de doelgroepen­voorraad kunnen toevoegen(…).

De initiatiefnemers van de motie stelden zich daarbij op het standpunt dat (…)het realiseren van méér sociale huurwoningen dan in de Woonvisie Westland is voorzien, het woningbouwprogramma in Westland in onbalans brengt.(…)

Uw college (in casu wonenwethouder Van der Stee) verzekerde de raad in het debat – bij hoog en bij laag – dat hij binnen de regio heeft overlegd over de bezwaren van de indieners van de motie met als uitkomst dat het (addendum van het) Tussenakkoord wordt aangepast, waarbij de strekking van de aanpassing is dat “(…)de regio akkoord gaat dat Westland geen hoger bod doet.” De wethouder ontraadde daarom de motie met als argument dat “(…)deze overbodig is, omdat die in feite al uitgevoerd is.(…)”. De coalitiepartijen CDA Westland en LPF Westland trokken daarop hun steun aan de motie in.

Bijzonder verrast zijn wij daarom nu met een brief van de provincie aan de Bestuurlijke Tafel Wonen Haaglanden, waarin de provincie stelt dat voor Westland een groot verschil bestaat tussen het bod en de opgave. Zo groot dat de provincie het nodig oordeelt een onafhankelijk bureau te laten verkennen welke mogelijkheden er in Westland bestaan voor de bouw van extra doelgroepwoningen (lees: sociale huur- of koopwoningen). In goed Nederlands: de provincie is er dus niet mee akkoord dat Westland in de uitwerking van het Tussenakkoord geen hoger bod doet!

Het brengt de fractie van GBW tot de volgende vragen:

Vraag 1
Op basis waarvan heeft uw college (in casu wonenwethouder Van der Stee) in het debat van 7 december 2021 de gemeenteraad de verzekering gegeven dat ook de provincie er ook akkoord meegaat dat Westland geen hoger bod doet?

Antwoord 1
In het tussenakkoord zijn afspraken gemaakt over aantallen, niet over locaties. Daarnaast heeft de provincie Zuid-Holland in haar huidige beleid te kennen gegeven een groei van de sociale woningvoorraad in gemeenten waar de sociale woningvoorraad minder is dan 30% van de totale voorraad te stimuleren.

Vraag 2
In de beoordeling van het bod van de gemeente W estland op de nieuwe woningmarktafspraken – in casu de bouw van per saldo 1.800 sociale huurwoningen – is geconcludeerd dat het bod gebaseerd is op ‘harde plannen’. Het kan dus niet zijn dat de provincie twijfelt aan de realiteitswaarde ervan. Waarom gaat de provincie nu toch onderzoeken op welke wijze Westland méér woningen aan de doelgroepenvoorraad kan toevoegen dan de 1.800 woningen zoals in de Woonvisie is voorzien?

Antwoord 2
Het betreft hier een verschil in definitie van harde en zachte afspraken in combinatie met het moment van meten. De beantwoording van uw vraag of de provincie Zuid -Holland twijfelt aan de plannen van de gemeente Westland is aan de provincie zelf en deze kunnen wij dan ook niet beantwoorden.

Vraag 3
In het concept van het Tussenakkoord is opgenomen dat het aantal sociale huurwoningen in Westland moeten stijgen tot 30% van het totaal. De wonenwethouder verzekerde de gemeenteraad in het debat van 7 december jl echter dat die afspraak niet meer geldt voor Westland, maar dat voor W estland gestreefd wordt naar 25%. Betekent de interventie van de provincie nu ook dat de provincie ook met die ‘afspraak van 25 %’ niet instemt?

Antwoord 3
Het streven is een sociale woningvoorraad van 30% ten opzichte van de totale voorraad. Echter, ook de provincie ziet dat een dergelijke opgave ook realistisch moet zijn. De gemeente Westland zal dan ook worden gehouden aan de 25%. Indien wij meer sociale woningen bouwen zal de provincie dat dus steunen om meer in de buurt van de 30% sociale woningvoorraad te komen.

Vraag 4
Deelt u de opvatting van onze fractie dat de wonenwethouder de gemeenteraad in de vergadering van 7 december jl in ieder geval op het verkeerde been hebt gezet? En – de brief van de provincie in beschouwing genomen – is uw college nog steeds van mening dat dat de motie ‘Tussenakkoord. Samenwerken aan een solide wo ningmarkt’ overbodig is omdat ‘(…)die in feite al is uitgevoerd. (…)’?

Antwoord 4
Wij delen uw opvattingen niet, zie de beantwoording van de overige vragen

Vraag 5
Waarom stuurt de provincie overigens de brief aan de Bestuurlijke Tafel Wonen en niet rechtstreeks aan de gemeente Westland? Is de gemeente Westland niet langer de gesprekspartner voor de provincie als het om wonen en sociale volkshuisvesting gaat? Waarom heeft uw college er mee ingestemd dat W estland niet langer autonoom kan beslissen over won en en de ‘sociale volkshuisvesting’ in Westland?

Antwoord 5
De provincie stuurt haar brief naar de Bestuurlijke Tafel Wonen omdat de provincie reageert op een brief van de Bestuurlijke Tafel Wonen. Zoals u in de betreffende brief kunt lezen reageert de provincie op de actualisatie van het regionale woningbouwprogramma (een optelling van lokale woningbouwprogramma’s). De gemeente is nog steeds volwaardig gesprek spartner.

 

Meer nieuws uit
Zoeken