Westlanden 11.07.2016 – De kans dat in Nederland een aanslag plaatsvindt, is reëel. In Europese landen kunnen op korte termijn nieuwe aanslagen plaats vinden.
Er zijn echter geen concrete aanwijzingen dat terroristen daadwerkelijk voorbereidingen treffen voor het plegen van een aanslag in Nederland. De dreiging blijft daarom gehandhaafd op substantieel, niveau 4 in het aangepaste systeem van dreigingsniveaus. Dat staat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland van de NCTV.
De jihadistische dreiging is de belangrijkste terroristische dreiging in Europa. De aanslagen van ISIS in Parijs, november 2015, Brussel, maart 2016, en Istanbul, juni 2016, laten op indringende wijze de aard en omvang daarvan zien. Inmiddels is duidelijk dat ISIS al sinds eind 2013 op gestructureerde wijze bezig is met de aansturing, coördinatie en voorbereiding van aanslagen in Europa. Ook na arrestaties van personen uit het netwerk van ‘Parijs’ en ‘Brussel’ zijn waarschijnlijk nog diverse ISIS-cellen in Europa aanwezig. Naast de dreiging die uitgaat van ISIS-netwerken, blijft de dreiging bestaan van grootschalige aanslagen in Europa door al Qa’ida.
(Foto israelnewsagency.com)
Hoewel er geen concrete aanwijzingen zijn dat terroristische netwerken voorbereidingen treffen voor het plegen van aanslagen in Nederland, is er sinds eind 2015 wel een toenemend aantal verbanden met Nederland vastgesteld in onderzoek naar grensoverschrijdende netwerken en aanslagcellen. Zo werden in Rotterdam arrestaties verricht in een onderzoek naar een Frans netwerk, dat mogelijk aanslagen wilde plegen in Frankrijk. Ook een vermoedelijke aanslagcel die in Duitsland werd opgerold, had mogelijk banden met Nederland. Dergelijke netwerken trekken zich bij hun activiteiten weinig aan van grenzen tussen landen.
Aantal uitreizigers neemt af
Sinds begin 2016 neemt het aantal uitreizigers dat per maand uit Nederland vertrekt af. Het totaal aantal sinds 2012 uitgereisde personen staat op circa 260. Ongeveer 40 van hen zijn inmiddels in Nederland teruggekeerd en 42 personen zijn omgekomen. Op dit moment zijn dus nog circa 170 uit Nederland afkomstige personen in Syrië en Irak aanwezig, onder wie vrouwen en minderjarigen. Zij worden meegeteld omdat ook van deze groepen een dreiging kan uitgaan. Sinds 1 mei worden kinderen vanaf 9 jaar die met hun ouders naar ISIS zijn gereisd, meegeteld in de uitreiscijfers omdat is gebleken dat ISIS kinderen vanaf 9 jaar inzet bij gewelddadigheden.
Polarisatie Europese landen groeit
De groeiende polarisatie in Europese landen kan een voedingsbodem vormen voor radicalisering en extremisme. Ook in Nederland kan geweld door extreemlinks en extreemrechts plaatsvinden. De afgelopen periode kende een heftig debat over het racistische gehalte van Nederland, dat gepaard ging met beledigingen en bedreigingen. De komst van vluchtelingen, gepaard met angst voor terrorisme, heeft geleid tot steeds openlijker activiteiten van extreemrechts. Mede in reactie hierop neemt het soms zelfs gewelddadig verzet van extreemlinks tegen asielbeleid en tegen extreemrechts sinds medio 2015 toe. Ook het aantal meldingen van anti-islamincidenten is gestegen.
Extra dreigingsniveau
Op basis van de bevindingen van de conferentie ‘Tien Jaar DTN’ in december 2015 is het systeem van dreigingsniveaus met ingang van DTN42 aangepast met het oog op de toekomstbestendigheid.
De dreigingsniveaus worden aangegeven met de nummers 1 (laagste niveau) tot en met 5 (hoogste niveau). De ernst van de huidige reële dreiging is niet veranderd. Daarom blijft het niveau gehandhaafd op substantieel, niveau 4 van op een schaal van 5 in het aangepaste systeem.
Contraterrorisme-strategie geeft samenhang en richting aan terrorismebestrijding
Een blijvende focus op internationaal jihadisme als voornaamste vorm van terroristische dreiging voor Nederland. Een scherp oog voor andere vormen van extremisme. Het geven van een passend antwoord op het gebruik van digitale middelen door extremisten en terroristen, zoals sociale media, het ‘dark web’ en encryptie. En het vermogen om in te spelen op de verwevenheid van de internationale, nationale en lokale dimensies van extremisme en terrorisme, door effectief samen te werken op alle niveaus: lokaal, nationaal en internationaal. Dat zijn de belangrijkste strategische keuzes die worden gemaakt in de tweede ‘nationale contraterrorisme-strategie 2016-2020’ die vandaag aan de Tweede kamer is aangeboden.
De dreiging van het wereldwijde jihadisme neemt de komende jaren verder toe. Dat gebeurt in de vorm van transnationale netwerken, terugkerende of teruggestuurde jihadisten, potentieel gewelddadige eenlingen en snelle binnenlandse radicaliseringsprocessen. De jihadisten mengen zich steeds vaker met (inter)nationale dader- en criminele netwerken. Ook is de dreiging is steeds meer grensoverschrijdend: internationale ontwikkelingen hebben een steeds directere impact op de veiligheid in Nederland en andersom. Met het opstellen van deze strategie wordt de onderlinge samenhang tussen anti-terrorismemaatregelen verder bevorderd, zodat terrorisme en extremisme effectiever kan worden bestreden.
Brede benadering
De grondslag voor de nationale CT-strategie blijft de zogeheten ‘brede benadering’. Dat houdt in dat door een combinatie van preventieve en repressieve maatregelen de risico’s van terrorisme zo vroeg mogelijk worden onderkend en aangepakt. Uitgangspunt daarbij is dat er bij terrorismebestrijding sprake moet zijn van een vast basisniveau aan beleidsmatige, operationele en bestuurlijke inzet, die wordt aangevuld met flexibele inzet wanneer de dreiging daarom vraagt.
De brede benadering wordt doorvertaald naar een integrale lokale aanpak, met als belangrijke onderdelen het multidisciplinair bespreken van casuïstiek, het actief betrekken van gemeenschappen en het ‘binnenboord’ houden van kwetsbare groepen en individuen. Netwerken worden in kaart gebracht en waar mogelijk verzwakt. Omdat de aanpak van radicalisering maatwerk is wordt daarbij een persoonsgerichte aanpak gehanteerd.
Voorts is het van belang dat maatregelen proportioneel zijn en in balans staan met de vrije uitoefening van grondrechten. Daarmee zijn ze geworteld in de rechtsstaat. En er wordt gestreefd naar samenhang tussen beleid om polarisatie tegen te gaan en sociale cohesie te bevorderen en beleid gericht op het tegengaan van extremisme en terrorisme.
Achtergrond
De Nationale Contraterrorismestrategie 2016-2020 verbindt alle overheidspartners in de gezamenlijke aanpak van extremisme en terrorisme in Nederland. De strategie bouwt voort op de Nationale Contraterrorismestrategie 2011–2015 en de evaluatie daarvan. De strategie is verder gebaseerd op het verwachte dreigingsbeeld voor de periode 2016-2020, alsmede op de kennis en ervaring die de afgelopen jaren is opgebouwd.