Westlanden 27.01.2017 – Burgemeesters krijgen ruimere bevoegdheden om woningen en andere panden te sluiten in de strijd tegen drugscriminaliteit.
Nu kan dat alleen als er in een pand drugs worden aangetroffen, worden verkocht of afgeleverd. Straks kan ook worden ingegrepen als er voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs, zoals bepaalde apparatuur (drugslaboratorium, cocaïnewasserij), chemicaliën (apaan, zoutzuur) en versnijdingsmiddelen.
Zo komt het voor dat in een pand illegale stroomaansluitingen, plantenbakken, afzuiginstallatie en een ventilatiesysteem worden gevonden. Het is evident dat deze voorwerpen in deze omstandigheden bestemd zijn voor het kweken van hennep, maar zonder de aanwezigheid van drugs zelf of het bewijs dat er drugs worden verkocht, kan de burgemeester het pand niet sluiten.
Het kabinet vindt dit onwenselijk en wil burgemeesters beter in staat stellen om de drugsproblemen effectief aan te pakken. Met de sluiting wordt namelijk een locatie weggenomen waar criminele activiteiten plaatsvinden. Daarmee wordt een barrière opgeworpen en het criminele ondernemingsproces verstoord.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.