Westlanden 18.07.2014 – Een achtervolging is altijd spannend, we willen een verdachte tenslotte niet kwijtraken.
Maar politieagenten moeten bij een achtervolging altijd de afweging maken of het wel verstandig is om, bijvoorbeeld, met hoge snelheid achter een knul zonder helm aan te gaan. Het kan desastreuze gevolgen hebben als zo’n jongen ten val komt en ernstig letsel oploopt. In de ogen van de burger kan het lijken dat politieagenten watjes zijn omdat ze de achtervolging staken.
Anders is het als dezelfde knul net een bank heeft overvallen met een vuurwapen. Maar dan nog kunnen we niet alles op alles zetten om de verdachte te pakken als we het overige verkeer in gevaar brengen. Door schade en schande word je wijs.
Ik hoor dat we een nieuwe ploegmaat krijgen: Robert die bij defensie vandaan komt en behoorlijk breed en groot schijnt te zijn. De eerste kennismaking leert dat Robert inderdaad heel groot en sterk is. Nadat hij mij een hand geeft, kijk ik of mijn hand nog aan mijn arm vastzit. Robert blijkt een gezellige Brabander met een grote dosis humor en heel veel levenservaring. Hij zat bij de elitetroepen van de krijgsmacht, maar is de vele uitzendingen zat en kan na een verkorte opleiding bij de politie instromen.
Wel moet hij bepaalde dingen afleren, zoals dat we bij de politie een deur openen door eerst aan te bellen of te kloppen en pas als laatste middel een deur opentrappen of rammen. Verder doen we geen verhoren door iemand bij zijn keel te grijpen en hoog op te tillen, maar op ethische wijze. Robert vertelt dat hij gewend is om deuren gelijk op te blazen met springstof en dat dit toch wel een stapje terug is. Mijn ogen vallen er bijna uit als hij uit zijn tas een broodtrommel, beter gezegd trog, haalt waarin zowat een heel brood zit. Als ik hem vraag of hij zijn brood voor de hele week meegenomen heeft, vertelt hij dat dit zijn dagelijkse portie is. Gekscherend geven wij hem als ploegmakkers de bijnaam ‘Pinkeltje’.
Hoe enthousiast hij is en gewend om daadkrachtig op te treden, blijkt als we de ons bekende puber Patrick, zonder helm, op een bromfiets zien rijden. Ik zit op dat moment achter het stuur van de politiebus en zet de achtervolging in. Nadat we door diverse straten gescheurd zijn, kan ik met de bus naast Patrick komen. Ik roep naar Robert of hij hem even vast wil pakken om hem tot stoppen te dwingen, omdat ik weet dat hij anders niet stil gaat staan. Tot mijn grote schrik doet Robert het raam open en met een zwaai trekt hij Patrick van de brommer de bus in. Schreeuwend ligt Patrick op schoot bij Robert, die moeiteloos Patricks armen op zijn rug draait. Verbijsterd kijk ik de bromfiets na die al slingerend vol gas doorrijdt en aan het eind van de straat de struiken invliegt. Wat ben ik blij dat er op dat moment niemand loopt of fietst.
Ik maak Robert later duidelijk dat ik het iets minder radicaal bedoelde en dat we wel rekening moeten houden met het feit dat Patrick op een rijdende brommer zat, die gevaar had kunnen veroorzaken voor het overige verkeer.
Kort hierna achtervolgen we weer een scooter. Een oude vrouw is beroofd en de verdachte is weg op een scooter. Robert zit naast mij als bijrijder in de politiebus als plotseling vanuit een zijstraat de betreffende scooter met de verdachte erop aan komt rijden. Voor ik het weet, springt Robert de bus uit en rent razendsnel richting de scooter. Hij krijgt hem warempel bijna te pakken, maar de verdachte weet te ontkomen.
Ik stop naast Robert en schreeuw dat hij de bus in moet springen. We zetten de achtervolging in en proberen de scooter in het oog te houden, wat haast niet lukt. De verdachte rijdt als een bezetene, maar we kunnen hem goed bijhouden. Om hem niet teveel op te jagen, gebruiken we geen toeters en bellen.
In een smalle straat moet de verdachte remmen voor een langzaam rijdende auto en komen we er weer achter te zitten. De dief probeert de auto eerst links te passeren, maar daar is het te krap. Dan probeert hij rechts tussen de auto en geparkeerde auto´s door te komen, wat haast lukt. Als hij echter naast de langzaam rijdende auto rijdt, zegt Robert: ’Wacht even Piet, dit wordt leuk!’
Hij doet plotseling het zwaailicht en de sirene van de politieauto aan. De bestuurder van de auto schrikt zich rot en gooit zijn stuur naar rechts om ons te laten passeren. De scooterrijder naast hem ziet hij niet waarna het onvermijdelijke gebeurt: de verdachte wordt met scooter en al gecruncht tussen de rijdende auto en de geparkeerd staande auto’s. We zien hem door de lucht vliegen en op het wegdek neersmakken.
De geschrokken automobilist had door de sirene kennelijk helemaal niets gehoord en rijdt verder. Ondanks hevig remmen verdwijnt de scooter met een doffe klap onder de voorzijde van de bus en komen we tot stilstand. Robert springt uit de bus en duikt boven op de verdachte, die inmiddels weer wil opstaan en wegrennen. Ik spring ook uit de bus, maar vergeet iets cruciaals: de automatische versnellingsbak in de parkeerstand te plaatsen. Ik voeg me bij Robert en wil de verdachte boeien als hij me hijgend vraagt of ik de politiebus even een stukje achteruit wil rijden. Ik draai me om en kijk in de grille van de politieauto, die inmiddels op 10 centimeter afstand van ons staat met de scooter er nog onder.
Het blijkt dat Robert met een hand de verdachte vasthoudt en met de andere hand de politieauto tegenhoudt. Ik weet niet hoe gauw ik de politiebus induik om hem achteruit te rijden. Als ik achteruit rijd hoor ik een schurend geluid en het geluid van brekend plastic. De scooter komt onder de bus vandaan en ziet er ernstig gehavend uit. Gelukkig blijkt de verdachte geen noemenswaardige verwondingen te hebben en kan hij met een paar pleisters in de cel gezet worden.
Het verwachte gebeurt: Robert wordt na korte tijd aangenomen bij het arrestatieteam en haalt de opleiding glansrijk. Daar is hij toch wat meer in zijn element, want wij hebben hem voor het basis politiewerk toch aardig wat keren terug moeten fluiten.
Over de blogger
Kats is 44 jaar en werkt als brigadier in de noodhulp Rotterdam op district Zuid. Al 18 jaar in het blauw, motorrijder en specialist op het gebied van verkeer.
Piet: ‘Ik heb de afgelopen twee jaar meer dan 100 incidenten uit 18 dienstjaren opgeschreven. Daar wilde ik iets mee doen en daarom heb ik, om uit te proberen, een blog gemaakt. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.’