Politieverhalen; Hoe ver staan rechters soms van de praktijk!

Westlanden 15.01.2017 – Agenten maken bizarre gebeurenissen mee, maar op begrip bij rechters kunnen ze soms niet rekenen.


Hier weer een ongelofelijk verhaal uit Almere over hoe ver de agent met de realiteit op de straat en bestuurders op afstand van elkaar staan.

‘Samen met mijn collega reed ik naar het bureau om daar onze dienst af te ronden. Ik hoorde over de portofoon dat de andere auto van Almere Buiten Hout de melding kreeg van 2 personen die zich verdacht gedroegen in de wijk.

Mijn maatje en ik keken elkaar aan en boden de meldkamer aan om mee te rijden. Onderweg naar de laatst genoemde locatie belde mijn maatje naar de melder, die vertelde dat de jongens de Fiep Westendorpstraat waren ingelopen. Ik reed net deze straat in en stopte onze auto om in de stegen te gaan kijken.

In een fietsenhokje zag ik 2 jonge mannen staan. Ik wist direct wie ze waren omdat ik ze al vaker was tegen gekomen op straat. Ik kende ze. De mannen voldeden aan het signalement van de melder, waarop we in gesprek met ze gingen. De sfeer was anders dan normaal. Het viel mij op dat de mannen handschoentjes aan hadden. Het verhaal wat ze ons vertelden klopte niet met wat de melder ons vertelde. Ik liep terug naar ons dienstvoertuig en zei tegen de collega’s via de portofoon dat ze op hun veiligheid moesten letten omdat ik wist dat één van de mannen eerder een vuurwapen bij zich had gehad.

Ik stond bij ons dienstvoertuig de informatie na te trekken toen mijn collega naar mij toe kwam lopen. Ik hoor mijn maatje zeggen :” Ik denk dat hij een vuurwapen bij zich heeft.” Zij zag namelijk iets in de broekzak van de ene man zitten wat de vorm van een vuurwapen had. Ik zei tegen mijn collega dat we door gingen pakken en liep met mijn collega terug naar de mannen.

 Politieverhalen; Hoe ver staan rechters soms van de praktijk!

De mannen stonden nog steeds in het fietsenhokje. Ik zei tegen de mannen dat ze hun handen op hun hoofd moesten leggen. De ene man deed dit direct maar de andere niet. Ik merkte dat de sfeer direct omsloeg. De man greep naar de broekzak waar mogelijk een vuurwapen in zat. Ik sprong vooruit en greep zijn handen. Ik drukte de man tegen de muur aan en probeerde hem hier te houden. Ik voelde dat ik een harde duw naar achter kreeg waardoor ik over een motorfiets viel, die daar geparkeerd stond. In een split second stond de man voor mij en greep direct naar het snoer van de portofoon (spreeksleutel). Hij sloeg het snoer van mijn portofoon om mijn hals. Ik kon mij niet verweren want ik lag nog op de motor. De jongen trok het snoer hard aan, ik voelde mij licht in mijn hoofd worden en kon geen adem meer halen. Ik kwam eindelijk overeind, maar voelde dat ik haast niet meer kon. Ik had het gevoel dat ik stikte. Ik hapte naar adem en voelde dat ik duizelig werd. Uit reactie gaf ik de man een harde klap in zijn gezicht. De man liet de spreeksleutel los. Ik kreeg weer een teug lucht binnen maar kon niet bijkomen, omdat de man mij direct met zijn vuist in mijn gezicht wilde slaan. Ik kon die vuist net op tijd afweren en sprong daarop richting de man om zijn handen te fixeren. Alles in mijn lijf zei, ´overleven´. Ik zag mijn collega met haar armen om de nek van de verdachte hangen. Samen trekken we de man naar de grond. Ik zag dat de vrije hand van de man richting de broekzak gaat waar mogelijk het vuurwapen in zat. Ik greep de arm van de man vast en trok er met al mijn kracht aan. Al mijn zintuigen draaiden op volle toeren.

Ik dacht bij mij zelf ´hij mag niet bij die broekzak komen, hij heeft mij al gewurgd met mijn spreeksleutel´. Ik zag de voeten en handen van de verdachte in mijn richting gaan. Ik voelde overal stompen maar kon maar één ding denken; “Houd die hand vast”. Mijn collega probeerde de andere hand van de man onder controle te brengen maar dat lukte haar ook niet. We vochten echt om het wapen van de man maar konden maar geen controle krijgen.

De man wist overeind te komen. Mijn collega en ik zetten al onze kracht in om hem weer naar de grond te werken. Ik merkte dat de man weer richting de grond ging en trok hem hard aan zijn arm zodat hij op zijn buik kwam te liggen. We vielen allemaal op de grond waarop direct zijn vrije hand weer richting de broekzak schoot. Ik zag dat mijn collega de jongen een paar harde klappen gaf. Ik merkte dat we het niet gingen redden en drukte op de noodknop van mijn portofoon. Het enige wat ik wist te schreeuwen was; ” ASSISTENTIE COLLEGA”!. Ik hoopte dat de collega’s snel zouden komen, want we hielden het niet lang meer vol. Ik pakte mijn transportboeien en wist deze om één van de polsen van de man te krijgen. Nu had ik controle over deze hand maar hij probeerde zijn lichaam te draaien, zodat hij met zijn andere hand richting zijn wapen kon gaan. Op dat moment kwamen er veel collega’s aan rennen. Hoeveel, dat weet ik tot de dag van vandaag niet eens, maar het waren er veel.

We weten de man samen onder controle te brengen. Mijn collega voelde voorzichtig aan de broekzak van de jongen en haalde daar een doorgeladen vuurwapen uit. De adrenaline stroomde met bakken door mijn lichaam. Overal op mijn lichaam had ik schaafplekken en bloeduitstortingen. Mijn kleding en spullen waren stuk.

Na het incident ben ik meerdere malen naar de rechtbank geweest. Daar kreeg ik tijdens de uitspraak te horen dat de verdachte werd vrijgesproken voor poging doodslag. Dit was wat de officier van Justitie had geëist tegen de verdachte. De rechtbank oordeelde dat mijn spreeksleutelsnoer te flexibel was en dat er niet precies was vastgesteld hoelang het snoer om mijn nek zat. Met zweethanden en kippenvel moest ik dit aanhoren. De verdachte is niet in bezwaar gegaan.

Bron Politie Almere Buiten Hout

Meer nieuws uit
Zoeken