Nederland 02.02.2022 – Uit onderzoek van het CBS onder vrouwen van 12 tot 25 jaar blijkt dat 67% vorig jaar weleens te zijn lastig gevallen op straat.
Ze zijn nagefloten of nageroepen, en soms ook achternagelopen. Nafluiten ervaren vrouwen als minst bedreigend, achternalopen als meest bedreigend. De meesten negeren het wanneer ze op straat worden lastiggevallen. Mannen hebben minder dan vrouwen te maken met straatintimidatie.
De cijfers zijn afkomstig uit het CBS-onderzoek Belevingen 2021. Deze enquête is gehouden van begin februari tot en met medio april 2021. De cijfers over straatintimidatie hebben betrekking op de twaalf maanden voorafgaand aan het moment van enquêteren, dus de periode van februari tot half april 2020 tot en met februari tot half april 2021. Deze periode valt vrijwel helemaal binnen de coronapandemie. Aangezien het CBS in Belevingen 2021 het fenomeen straatintimidatie voor het eerst heeft onderzocht, kan op basis van dit onderzoek geen vergelijking met de situatie vóór corona worden gemaakt.
1 op de 3 jonge mannen te maken met straatintimidatie
Jonge vrouwen van 18 tot 21 jaar geven het vaakst aan op straat geïntimideerd te zijn. Bijna drie kwart van hen heeft hier weleens mee te maken gehad. Maar ook van de tienermeisjes tussen 14 en 18 jaar zegt ongeveer 70% op straat geïntimideerd te zijn. Van de mannen heeft 1 op de 3 in 2020/’21 met straatintimidatie te maken gehad, tienerjongens vaker dan jongvolwassen mannen.
Helft jonge vrouwen weleens nagefloten
Ongewenst nafluiten is de meest voorkomende vorm van straatintimidatie. De helft van de jonge vrouwen is in 2020/’21 weleens – dat wil zeggen 1 keer of vaker – ongewenst nagefloten. Naroepen met vervelende opmerkingen of beledigingen en ongewenst nasissen of naklakken ervaren jonge vrouwen met ongeveer 40% iets minder vaak. Circa een kwart zegt dat zij in het afgelopen jaar weleens achterna werden gelopen of achtervolgd. Bij jonge mannen is nageroepen worden de vaakst voorkomende vorm van straatintimidatie.
Achternalopen meest bedreigend
Van de onderzochte vormen van straatintimidatie zijn ongewenst nafluiten en nasissen voor vrouwen het minst belastend. Ongeveer 60% van de slachtoffers ervaart deze vormen vooral als ongemakkelijk en op een deel van de vrouwen maakt nafluiten (21%) of nasissen (15%) helemaal geen indruk. Toch voelt circa een derde zich onveilig of bang als ze nagefloten of nagesist worden. Naroepen belast meer: de helft van de vrouwen raakt geïrriteerd of wordt boos, en bijna de helft voelt zich onveilig of bang. Achternagelopen of achtervolgd worden is het meest bedreigend: 85% van de vrouwen voelt zich onveilig of bang wanneer dit gebeurt.
Bij mannen heeft straatintimidatie minder impact. Achternagelopen of achtervolgd worden heeft de sterkste impact: 43% voelt zich dan onveilig of bang. Nageroepen worden maakt hen het vaakst geïrriteerd of boos (39%).
Ruim 1 op de 3 vrouwen zoekt of belt iemand op
De meeste 12- tot 18-jarigen, 60 procent, negeren het als ze op straat worden lastiggevallen. Vrouwen doen dit met 64 procent vaker dan mannen (51%). Behalve ‘negeren’ hebben vrouwen ook andere manieren om met straatintimidatie om te gaan dan mannen: ze zoeken op het moment dat ze worden lastiggevallen vaker gezelschap van andere mensen of bellen iemand op (37%), ze maken vaker een afwijzend of boos gebaar (26%) en ze pakken vaker iets waarmee ze zich kunnen verdedigen, zoals sleutels, deodorant of pepperspray (18%). Mannen lachen erom, maken een afwijzend gebaar of spreken de daders erop aan (17 tot 19%).
In steden meer straatintimidatie dan op platteland
Het percentage jonge vrouwen dat weleens te maken heeft met straatintimidatie loopt uiteen van 55% in niet-stedelijke gemeenten tot 75% in zeer sterk stedelijk gemeenten. In de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht geeft gemiddeld 77% van de jonge vrouwen aan in 2020/’21 op straat lastiggevallen te zijn.