Westland 03.02.2015 – Westland kent in alle dorpen feestweken. GemeenteBelang Westland is trots op alle inzet van vrijwilligers om deze traditie in ere te houden.
De feestweken kennen een grote sociale waarde. Deze feestweken bestaan uit een combinatie van een braderie, een meerdaagse kermis, een wielerronde en diverse andere activiteiten voor de inwoners. De locale horeca zorgt voor extra terrassen en de sponsoring van artiesten voor een verhoging van de feestvreugde.
In het verleden is veel discussie geweest over de verschillen per dorp. De ene dorpsvereniging verpachtte het kermisterrein zelf terwijl dit in andere dorpen door de gemeente op zich werd genomen. Ander uitgangspunt uit eerdere discussie was dat alle activiteiten plaats moesten vinden in één week. Dit heeft uiteindelijk tot een geharmoniseerd beleid geleid en het is voor een ieder overzichtelijk geworden.
Nu is het voornemen om vanwege nieuwe inzichten dit oude beleid te herzien. Gevolg is dat de evenementenkalender leidend wordt. Zo mogen evenementen met een (middel) groot risico niet meer tegelijkertijd plaatsvinden. De KNWU(Koninklijke Nederlandse Wielren Unie) maakt jaarplanningen, de kermisexploitanten evenzo. Nu gaat de toewijzing van data voor feestweken op basis van risico.
Op enig moment conflicteert dit met de planning van andere elementen van de feestweken. In de praktijk betekent dit dat de ene week de braderie wordt gehouden en op een ander moment de wielerronde of de kermis. Los van het feit of het wenselijk is om een feestweek in stukken te hakken wordt de horeca, al eerder genoemd als grote sponsor, op extra kosten gejaagd wat ten koste zal gaan van de kwaliteit van het evenement.
Immers scheelt het aanmerkelijk in de kosten of je één keer een podium opbouwt en buitenfaciliteiten huurt of meerdere keren. Bijvoorbeeld een losse wielerronde zonder kermis of nevenactiviteiten zal minder aantrekkelijk zijn voor bezoekers.
Dit leidt tot de volgende vragen:
1. Is het college het met GBW eens dat het opknippen van feestweken in losse onderdelen ongewenst is?
2. Wat verstaat het college onder een (middel) groot risico? is dat puur gebaseerd op bezoekersaantal of heeft het ook met de aard van het evenement te maken?
3. Indien twee evenementen samenvallen en er onvoldoende politiebezetting is, waarom wordt er dan geen gebruik gemaakt van de Boa’s en/of de reservepolitie? Ook kan er wellicht een beroep gedaan worden op de Buurtpreventie. Er is toch geen sprake van een wekelijks voorkomend fenomeen?
4. Tijdens het evenementencongres is door organisatoren uitgesproken dat dorpsfeesten moeten kunnen rekenen op vaste data. Waarom wordt hier van afgeweken in de voorstellen voor de jaren 2016-2019?
Wij verzoeken u deze vragen conform het reglement van orde te beantwoorden. Namens de fractie GemeenteBelang Westland. Frank Rijneveen