Westlanden 06.03.2015 – Gedeputeerde Staten hebben in februari 2015 de begrotingscirculaire financieel toezicht 2016-2019 vastgesteld.
De gemeenten in Zuid-Holland worden door de begrotingscirculaire geïnformeerd over ontwikkelingen waarmee zij de komende periode te maken krijgen.
Deze ontwikkelingen zijn van belang voor het opstellen van de gemeentelijke (meerjaren) begroting 2016-2019. Ook staat in de begrotingscirculaire hoe de provincie daar als toezichthouder mee omgaat.
In de circulaire wordt de eigen verantwoordelijkheid voor de financiële positie van de gemeenten nogmaals onder de aandacht gebracht. Ook wordt aandacht gevraagd voor het onverminderde belang van een realistische begroting en een transparante informatievoorziening van het college van B&W aan de gemeenteraad. Het vastgestelde gemeenschappelijk toezichtkader ‘kwestie van evenwicht, de basis voor het begrotingsproces’, wordt eveneens nader geduid.
Decentralisaties
Naast de wettelijke criteria worden andere belangrijke ontwikkelingen genoemd. Vanaf 1 januari 2015 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen voor de uitvoering van de taken in het sociale domein. Dit heeft budgettaire consequenties. Het is van essentieel belang het verloop van de ramingen in 2015 periodiek te monitoren, zodat bij eventuele nadelige budgettaire consequenties tijdig maatregelen kunnen worden genomen.
Grondexploitaties
De grondexploitatie blijft onverminderd een punt van aandacht en zorg. De provincie hecht grote waarde aan het realisme van de uitgangspunten waarop de grondexploitaties zijn gebaseerd bij de beoordeling.
Rol gemeenteraad
De gemeenteraad moet erop toezien dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. De gemeente stuurt de door de raad vastgestelde begroting 2016 vóór 15 november 2015 naar de provincie Zuid-Holland. Met het toezicht door de provincie op de financiële positie van de gemeenten en de gemeenschappelijke regelingen wordt beoogd een gezonde financiële situatie te bevorderen.
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun financiële huishouding. Een structureel en reëel sluitende begroting is essentieel. Indien dit niet het geval is, dient in de meerjarenbegroting aannemelijk te worden gemaakt dat dit evenwicht alsnog tot stand wordt gebracht om niet onder preventief toezicht van de provincie te worden geplaatst.