Wateringen 23.03.2016 – De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft in hoger beroep 48 maanden cel waarvan tien maanden voorwaardelijk en een rijontzegging
van in totaal zeven jaar geëist tegen een 24-jarige man uit Den Haag. In de visie van het OM heeft hij zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval op 20 november 2011 in Wateringen nadat een straatrace beëindigd was. Een 20-jarige bijrijder kwam daarbij om het leven.
De straatrace vond plaats op een industrieterrein in Wateringen. Verdachte reed daar een race of races met vrienden. Het slachtoffer zat bij hem in de auto. Na de straatrace wilde verdachte de terugrit nog even ‘vlammen’ maar daarbij klapte de auto tegen een boom aan de Stoelmatter met fataal gevolg voor de bijrijder.
De advocaat-generaal vind dat bij verdachte sprake is geweest van ‘roekeloos rijgedrag’, de zwaarste vorm van schuld. “Verdachte reed fors te hard. Daarmee is al aan één belangrijke omstandigheid voor de invulling van roekeloosheid voldaan.” Ook de verdere gedragingen in combinatie met de omstandigheden zijn als roekeloos te beschouwen, zo vindt het OM.
Het was donker en mistig, verdachte kende de weg en had dus zijn rijgedrag daarop moeten aanpassen, verdachte speelde met de koppeling en het gas om vlammen uit de uitlaat te creëren, verdachte had de auto niet voortdurend onder controle en daarbij was hij een beginnend bestuurder. “Ook was verdachte een gewaarschuwd man. Ervaren straatracers hielden het die avond voor gezien en waarschuwden verdachte meermalen dat ook te doen. Dat sloeg hij echter lachend in de wind, zo blijkt uit getuigenverklaringen.”
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 240 uur werkstraf, twaalf maanden voorwaardelijke celstraf en een rijontzegging van zeven jaar. Het OM en de verdachte stelden hoger beroep in. Het hoger beroep van het OM richt zich o.a. tegen de hoogte van de opgelegde straf.
“Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf zoals door de rechtbank opgelegd zijn volstrekt niet passend en geven een volstrekt verkeerd signaal af met betrekking tot dit soort verkeersmisdrijven”, zo betoogde de advocaat-generaal. Een onvoorwaardelijke celstraf van aanzienlijke duur doet daaraan meer recht. “Het jonge en veelbelovende leven van het slachtoffer kwam tot een eind na een ongelukkige beslissing om bij verdachte in de auto te stappen.
Tot op de dag van vandaag worstelen de nabestaanden met dit feit en dat waarschijnlijk nooit duidelijk zal worden wat er tussen verdachte en slachtoffer gezegd/geroepen is tijdens deze dodemansrit.” De lichamelijke en psychische gevolgen die het ongeval voor de verdachte hebben gehad vormen geen beletsel voor het ondergaan van detentie. “Noch zijn eigen gevolgen, noch het onderbreken van goede ontwikkelingen zijn redenen om die detentie niet op te leggen. Inherent aan het plegen van ernstige misdrijven is dat je er voor moet boeten, zo simpel ligt het. En des te ernstiger een feit, des te hoger de straf.”
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.