Westland 07.09.2016 – De fractie Westland Verstandig heeft in juni collegevragen gesteld over ontheffingen met betrekking tot de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen.
Aanleiding voor de Fractie Westland Verstandig
In de Westlandse gemeentelijke verordening afvalstoffen- en rioolheffing wordt uitgegaan van een eenpersoons- dan wel meerpersoons samenstelling. In Westland is ervoor gekozen om de gebruikssituatie per 1 januari van ieder jaar bepalend te doen zijn. Wijzigingen in de loop van het jaar hebben geen invloed op de belastingplicht.
Aanvulling College
De heffingsmaatstaf en het belastingtarief voor belastingplichtigen inzake de afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn gebaseerd op het aantal gebruikers per perceel. We kennen tariefdifferentiatie voor een één-, twee- en meerpersoons huishouden.
Uit doelmatigheidsoverwegingen is sinds 2010 gekozen voor de in modelverordening van de VNG opgenomen variant waarin de datum van 1 januari van het belastingjaar (of het begin van de belastingplicht) bepalend is voor het aantal personen dat gebruikt maakt van een perceel. Met het aanvangen of eindigen van de belastingplicht in de loop van het jaar wordt overigens wel – automatisch – rekening gehouden.
Vraag 1
Is het College het met de fractie van Westland Verstandig eens dat vorenstaande situaties tot onrechtvaardigheden leiden doordat wel betaald moet worden, terwijl men geen gebruik maakt van de afvalstoffenheffing en rioolheffing?
Antwoord 1
Nee. We gaan uit van de situatie op de peildatum 1 januari van het belastingjaar. Hiermee wordt voorkomen dat een wijziging in de samenstelling van een huishouden leidt tot een (ambtshalve) aanpassing van de belastingaanslag. Daarnaast is het formeel niet toegestaan de aanslag te verhogen als gevolg van een dergelijke wijziging. Het (beperkte) financiële voor- of nadeel werkt dan ook naar twee kanten.
Het verschil tussen het tarief van een twee- en eenpersoons huishouden bedraagt € 1,84 (afvalstoffenheffing) en € 1,47 (rioolheffing) per maand. Het verschil tussen het tarief van een meer- en tweepersoons huishouden bedraagt € 1,86 (afvalstoffenheffing) en € 1,48 (rioolheffing) per maand. Gelet op het relatief geringe financiële belang ten opzichte van de hoeveelheid werk dat (ambtshalve) ontheffen en eventueel navorderen met zich meebrengt, is naar de mening van het College de huidige systematiek verdedigbaar.
Vraag 2
Is dat niet in strijd met het feit dat voor iedere Westlander gemaakte daadwerkelijke kosten verhaald worden en in de tarieven zijn opgenomen?
Antwoord 2
Nee. Voorwaarden zijn bijvoorbeeld dat de totale opbrengst van de heffingen niet hoger mag zijn dat de totale kosten of dat er geen sprake mag zijn van willekeurige belastingheffing. De raad heeft echter een grote vrijheid in het bepalen van tarieven. Er zijn vele voorbeelden te bedenken waarin meer of minder wordt betaald dan de daadwerkelijke kosten. Er zijn dan ook meerdere opties mogelijk voor de heffingsmaatstaf en of de tariefstelling met als doel een zo rechtvaardig mogelijke belastingheffing te bewerkstelligen.
Hierbij spelen echter ook aspecten als uitvoerbaarheid en doelmatigheid een (financiële) rol.
In het kader van de efficiency en het hiermee zo laag mogelijk houden van de perceptiekosten bij het heffen en invorderingen van de genoemde heffingen is de raad in 2010 akkoord gegaan met deze heffingsmaatstaf en tariefstelling.
Vraag 3
Is het College bereid om al of niet via een hardheidsclausule automatisch het teveel ontvangene te restitueren? Is in de huidige systemen waarin het BRP gekoppeld is aan het fiscale systemen mogelijk dat vanzelf gebeurt zonder dat iemand daarom hoeft te vragen?
Antwoord 3
Nee. De hardheidsclausule is niet bedoeld als remedie voor min of meer normale gevallen waarin de belastingheffing als bezwarend kan worden ervaren, maar uitsluitend als remedie voor uitzonderingsgevallen waarin de belastingverordening uitwerkt op een bijzonder onbillijke manier, zulks zonder dat dit bij het invoeren van de belasting is beoogd. Ten tijde van de invoering van de belastingverordening was te voorzien dat dergelijke situaties zich zouden kunnen voordoen. Met de huidige werkwijze wordt uitvoering gegeven aan de door de raad vastgestelde verordeningen.
Ontheffingen worden reeds verleend zonder dat hierom hoeft te worden verzocht. Hoewel de bestanden zijn gekoppeld is dit een nog relatief bewerkelijk proces. Dit proces zou veel arbeidsintensiever worden bij de door u voorgestelde systematiek die strekt tot terugbetaling omdat elke wijziging handmatig moet worden gecontroleerd om te bezien of dit gevolgen heeft voor het toegepaste tarief.
Vraag 4
Is het College bereid om te bezien hoe dat bij andere gemeenten geregeld is?
Antwoord 4
Nee. De modelverordening van de VNG kent diverse mogelijkheden. De gemeente Westland hanteert één van de geboden opties. Het is zeer gebruikelijk dat afvalstoffenheffing en rioolheffing (gebruikersdeel) wordt opgelegd op basis van het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel. Er zijn ongetwijfeld gemeenten die andere afwegingen maken.
Vraag 5
Is het College eventueel bereid als niet vanzelf tot terugbetaling kan worden overgegaan, in ieder geval een verzoek terug te betalen kan worden gedaan?
Antwoord 5
Op dit moment wordt uitvoering gegeven aan de verordeningen zoals deze door de raad zijn vastgesteld. Uit doelmatigheidsoverwegingen is het College niet voornemens een wijziging in de verordeningen aan uw raad voor te stellen waarin in voorkomende situaties tot terugbetaling wordt overgegaan.
Indien er toch een raadsmeerderheid is voor een systematiek die voorziet in terugbetalingen, dan zal automatisch ontheffing worden verleend en hoeft geen verzoek te worden ingediend.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |