Westland 03.12.2017 – De fractie Westland Verstandig heeft in oktober vragen gesteld aan B&W over het verkoopbeleid van Vestia en de wijze van toewijzen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Westland 2016”, beantwoorden zij deze vragen.
Vraag 1
Welke concrete bewegingen maakt Vestia en zijn daar inmiddels afspraken overgemaakt met de gemeente?
Antwoord 1
In het kader van het Herstelplan heeft Vestia besloten de gemeente Westland niet te zien als kerngemeente. Dit betekent dat zij voornemens zijn om op termijn het bezit af te stoten. In het kader van de Woningwet heeft Vestia een scheidingsvoorstel DAEB-bezit en niet-DAEB-bezit bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw) ingediend. De gemeente heeft tegen dit voorstel een negatieve zienswijze afgegeven.
De Aw heeft nog geen definitief besluit genomen op het scheidingsvoorstel. In het kader van het maken van prestatieafspraken zijn wij met Vestia in gesprek over het verkoopbeleid en liberalisatiebeleid met deze partij. Onze inzet is een minimaal verkoopbeleid en een uiterst terughoudend liberalisatiebeleid (dus meer behouden in de sociale voorraad).
Het behouden van de sociale voorraad in de kernen Maasdijk, Honselersdijk en Naaldwijk is voor de sociale volkshuisvesting van groot belang. Wij hebben dan ook het initiatief ondernomen om onze lokale woningcorporaties en Vestia bij elkaar te brengen om de mogelijkheden te verkennen voor overname van bezit. Dit proces loopt nog. Verder hebben wij in de regio ervoor gepleit om de effecten van de scheidingsvoorstellen en de situatie Vestia regionaal op te pakken. Het behouden van de omvang van de bestaande sociale woningvoorraad staat hierbij voorop. Op dit moment wordt het gesprek, met het doel opstellen van een convenant, tussen de regio gemeenten en de regionale Haaglanden woningcorporaties afgerond. Het primaire doel is het behouden van de sociale bestaande woningvoorraad naast een nieuwbouwopgave.
Vraag 2
Het voornemen bestond dat de andere woningcorporaties het Vestia woningbestand zouden overnemen, maar als Vestia eerst grote uitverkoop gaat houden en alle huren gaat ophogen, dan draagt dat steeds minder bij aan een goeder woningtoedeling in Westland. Is het College bereid om hierover met Vestia op korte termijn van gedachten te wisselen?
Antwoord 2
Wij zijn hierover al in gesprek met Vestia, zie antwoord van vraag 1.
Vraag 3
Een ander probleem is de inkomenseis in relatie tot de huurprijs waardoor doorstroming wordt gestagneerd. Is dit een gevolg wat uw College wil en is hier geen reden aanwezig voor toepassing van een hardheidsclausule?
Antwoord 3
Met de inwerkingtreding van de herziene Woningwet 2015 zijn de regels voor toewijzing van sociale huurwoningen aangepast. Volgens de Woningwet moeten corporaties ten minste 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan de doelgroep. Ten minste 80% daarvan moet worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot € 36.165,-. Binnen de 90% mogen corporaties ten hoogste 10% toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 40.349,- en de overige 10% mogen corporaties vrij toewijzen.
Om conform de Woningwet passend te kunnen toewijzen hanteren de corporaties eigen spelregels, overigens wel binnen de gemeentelijke huisvestingsverordening, met betrekking tot het labelen van woningen met een bepaalde huurprijs aan woningzoekenden met een gewenst inkomen. De gemeente heeft hierin geen feitelijke rol.
Wij zijn het met u eens dat het aspect van passend toewijzen voor woningzoekenden een knellende factor kan zijn. Wij zien wel dat de corporaties, binnen de mogelijkheden van de wet en de huisvestingsverordening, maatwerk proberen te leveren. De hardheidsclausule is in feite in de wet opgenomen doordat er sprake is van ten minste 90% passend toewijzen.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven |