Daling uitstoot broeikasgassen in 2024

Nederland 12.03.2025 – In 2024 was de uitstoot van broeikasgassen 1,6 procent lager dan in 2023. Deze daling is kleiner dan in de twee voorgaande jaren, toen de afname telkens ruim 7 procent bedroeg. De elektriciteits- en mobiliteitssectoren hebben in 2024 minder uitgestoten, terwijl de industrie meer uitstootte. Dit melden het CBS en RIVM/Emissieregistratie op basis van de voorlopige kwartaalcijfers over de broeikasgassenuitstoot conform de richtlijnen van het IPCC.

Vorig jaar was de uitstoot van broeikasgassen 37 procent kleiner dan in 1990, het referentiejaar voor de Klimaatwet. Gedurende deze periode is van alle klimaatsectoren de uitstoot verminderd. De industrie stootte bijvoorbeeld vooral minder methaan, lachgas en fluorhoudende gassen uit. Ook de emissies van de elektriciteitssector zijn kleiner. Met name vanaf 2017 worden fossiele energiedragers steeds meer vervangen door biomassa, zonne- en windenergie.

De Klimaatwet stelt dat in 2030 de broeikasgasuitstoot 55 procent lager moet zijn dan in 1990. Dat komt neer op een daling van 125 Megaton CO2-equivalent. Tussen 1990 en 2023 daalden de emissies met gemiddeld 2,5 Megaton per jaar, in 2024 met 2 Megaton. Om het doel van de klimaatwet te halen, moeten de emissies de komende zes jaar met gemiddeld 7 Megaton per jaar dalen.

Uitstoot broeikasgassen conform IPCC sinds 1990
  Industrie (Megaton CO2-equivalent) Elektriciteit (Megaton CO2-equivalent) Mobiliteit (Megaton CO2-equivalent) Gebouwde omgeving (Megaton CO2-equivalent) Landbouw (Megaton CO2-equivalent) Landgebruik (Megaton CO2-equivalent) Doel 2030 (Megaton CO2-equivalent)
1990 87 39,6 33,6 29,8 33,2 4,4
1991 88,3 40,1 34 34,1 34,5 4,5
1992 89,5 40,6 35,5 31,4 34,3 4,4
1993 85,8 41,9 36,3 33,2 34,4 4,5
1994 86,7 45,7 35,9 31,1 32,9 4,5
1995 82 47,8 36,5 33,1 32,9 4,3
1996 84,5 48,3 37,7 38,5 33,5 4,1
1997 84,2 48,5 37,6 32,7 31,2 3,9
1998 84,2 50,2 38,3 31,3 30,4 4,4
1999 76,2 47,2 39,2 29,7 29,6 4,2
2000 74,6 48,4 39 29,6 28,6 4,5
2001 70,6 51,9 39,2 31,4 28 5
2002 69,8 53 39,6 30,2 26,3 5,2
2003 68,5 53,7 39,9 31,4 25,9 4,5
2004 68,6 54,9 40,4 31,1 26 4,7
2005 66,8 52,1 40,8 29,4 26,2 4,6
2006 65,3 47,9 41,6 29,5 25,8 4,5
2007 64,6 50,6 40,5 26,4 26,5 4,8
2008 60,7 50 40,7 29,4 27,7 5,2
2009 56,7 49,9 39 29,5 27,7 4,9
2010 59,6 52 39,8 34 29,3 4,6
2011 58,4 47,8 39,8 26,7 27,8 4,8
2012 57 44,8 38 28,9 27,5 4,6
2013 56,5 44,9 36,5 30,1 27,8 4,1
2014 55,3 48,6 34,1 23 26,6 5
2015 55,2 53,1 34,1 24,5 27,7 5,3
2016 55,9 52 34,3 25,2 27,8 5
2017 56,8 48,3 34,8 24,7 28 4,2
2018 55,7 44,6 35 24,4 27,7 4,1
2019 54,9 41,5 34,4 23,3 27,5 3,7
2020 53,6 32,5 30 21,8 27,1 3,3
2021 53,4 32,4 29,9 24,4 27 3,4
2022 49,2 30,5 29,7 19,8 24,4 3,5
2023 46,1 23,6 30,8 17,2 24,9 3,8
2024 46,8 22,9 28,8 17,4 25,3 3,1
2025
2026
2027
2028
2029 102,4
2030 102,4
2031 102,4

Minder uitstoot elektriciteitssector

In 2024 heeft de elektriciteitssector 3 procent minder broeikasgassen uitgestoten dan in 2023. De daling werd vooral in de eerste helft van het jaar gerealiseerd, toen meer elektriciteit uit zonne- en windenergie werd geproduceerd dan een jaar eerder. Hierdoor waren er minder gas en steenkolen nodig. In het laatste kwartaal van vorig jaar was de uitstoot echter hoger dan een jaar eerder. De uitstoot door de elektriciteitssector moet nog 42 procent afnemen om het sectordoel voor 2030 te halen. De sectordoelen zijn indicatief, een te kleine reductie bij de ene sector kan gecompenseerd worden door een extra reductie bij een andere sector.

Ook daling uitstoot door mobiliteit

De uitstoot in 2024 van de mobiliteitssector was 6 procent lager dan in 2023. Vooral in het tweede kwartaal was de daling sterk, doordat er een jaar eerder in juni een piekverkoop van diesel was die mogelijk samenhing met een accijnsverhoging op motorbrandstoffen per 1 juli 2023. Ook is elektrisch verkeer toegenomen. Het sectordoel voor 2030 vereist een verdere daling van 27 procent in de komende zes jaar.

Meer uitstoot door industrie

De industrie stootte in 2024 meer broeikasgassen uit dan een jaar eerder. Percentueel was deze stijging klein (1,5 procent), maar de industrie heeft met 36 procent veruit het grootste aandeel in de totale uitstoot van broeikasgassen. De industrie verstookte vooral meer kolenrestgassen, doordat de hoogovens weer volledig operationeel waren na groot onderhoud in 2023. Een daling met 37 procent is nodig om het sectordoel voor 2030 te halen.

Uitstoot broeikasgassen per klimaatakkoordsector
     CO2 (megaton CO2-equivalent) Overige broeikasgassen (megaton CO2-equivalent) Doel 2030 (megaton CO2-equivalent)
Industrie Doel 2030 29,60
Industrie 2024 41,93 4,87
Industrie 2023 41,48 5,09
Mobiliteit Doel 2030 21,00
Mobiliteit 2024 28,14 0,67
Mobiliteit 2023 30,05 0,60
Landbouw Doel 2030 17,90
Landbouw 2024 6,27 19,00
Landbouw 2023 6,01 18,93
Elektriciteit Doel 2030 13,00
Elektriciteit 2024 22,68 0,17
Elektriciteit 2023 23,37 0,18
Gebouwde omgeving Doel 2030 13,20
Gebouwde omgeving 2024 16,90 0,46
Gebouwde omgeving 2023 16,83 0,47
Landgebruik Doel 2030 1,80
Landgebruik 2024 2,39 0,69
Landgebruik 2023 3,12 0,69

 

Het CBS berekent ook de uitstoot van CO2 door alle Nederlandse economische activiteiten volgens de nationale rekeningen. Hierbij wordt in vergelijking met de uitstoot volgens de IPCC-definities ook de CO2-uitstoot van de internationale lucht- en zeevaart en de uitstoot door verbranding uit biomassa door personen en bedrijven behorend tot de Nederlandse economie meegenomen. In de tekst hieronder worden de CO2-emissies conform de berekeningswijze van de nationale rekeningen gepresenteerd.

Uitstoot CO2 Nederlandse economie lager dan in 2023

In 2024 lag de CO2-uitstoot door alle Nederlandse economische activiteiten 1,5 procent lager dan in 2023. Gecorrigeerd voor het weerseffect was de CO2-daling met 1,6 procent iets groter. Het bruto binnenlands product (bbp) groeide in 2024 met 0,9 procent.

De daling van de emissies door de Nederlandse economie komt vooral doordat elektriciteitsbedrijven minder steenkool en aardgas hebben verbruikt. Ook bij huishoudens en de overige dienstverlening namen de emissies af, vooral door een lager benzine- en dieselgebruik. Deze sectoren gebruikten echter wel meer aardgas.

De transportsector stootte ook minder CO2 uit in 2024. Dit kwam met name door een lager gebruik van diesel bij binnenvaart, zeevaart en wegvervoer. De luchtvaartsector stootte echter 4 procent meer uit dan in 2023.

De CO2-uitstoot door het cluster delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid bleef vrijwel gelijk aan die van 2023. In de chemische en de basismetaalindustrie waren de emissies hoger, terwijl de aardolie-industrie en overige industriële sectoren juist minder CO2 uitstootten dan een jaar eerder. De landbouwsector stootte meer uit door een hoger aardgasverbruik.

CO2-emissies en economische ontwikkeling, 2024
Categories CO2-emissie (%-volumemutatie t.o.v. een jaar eerder ) Toegevoegde waarde van producenten (%-volumemutatie t.o.v. een jaar eerder ) Bbp (%-volumemutatie t.o.v. een jaar eerder )
NL economie (weergecorrigeerd) -1,6
Nederlandse economie -1,5 0,9
Landbouw, delfstoffenwinning, industrie
en bouwnijverheid
2,5 -1
Transportsector -1,7 2,9
Huishoudens -2,2
Energie-, en waterbedrijven,
afvalbeheer
-2,5 5,8
Overige dienstverlening -5,2 1,1

CO2-emissieintensiteit Nederlandse economie daalt minder hard

Na 2015 is de CO2-intensiteit van de Nederlandse economie onafgebroken gedaald. Dat betekent dat de CO2-efficiëntie van productieprocessen steeds meer verbetert. In 2024 was de CO2-emissieintensiteit van de economie 34 procent lager dan in 2015. De emissie-intensiteit daalde in 2024 echter minder hard dan in de twee jaar daarvoor.

 

Meer nieuws uit

Eén reactie

Geef een reactie

U bent vrij om te reageren met behoud van respect en fatsoen. Kleineren is not done. Alle geplaatste reacties worden een paar keer per dag nagekeken en zijn niet direct zichtbaar. Dus even geduld aub.

Zoeken